Over het vluchtelingenvraagstuk heerst nog altijd de grootste verdeeldheid. Een aantal landen – Duitsland op kop – roept alle lidstaten op om mensen wiens leven in hun thuisland in gevaar is op te vangen. Andere landen, zoals Hongarije en Slowakije, vrezen een overspoeling en zien dan ook meer heil in het sluiten van hun landsgrenzen. “Nochtans is het collectief opvangen van oorlogsvluchtelingen de enige manier op weg naar een oplossing op Europees niveau”, meent Frank Caestecker, hoofddocent aan de faculteit Economie van de Universiteit Gent.
In een opiniestuk in De Standaard (De les van de vluchtende Joden, 9 september 2015) stelt professor Caestecker dat de geschiedenis ons voorschrijft hoe we in het heden dienen te handelen. In de jaren dertig van de vorige eeuw ontvluchtte een aanzienlijke groep Joden hun thuisland Duitsland. België was toen als buurland, net als Libanon en Turkije vandaag als buurland van Syrië, een van de weinige landen die vluchtelingen ook zonder de juiste papieren asiel verschafte. In september 1939 was wel slechts minder dan één procent van de bevolking in België vluchteling, terwijl dit cijfer in Libanon nu al oploopt tot vijfentwintig procent.
Europese solidariteit
Om de buurlanden van Syrië te ontlasten, roept professor Caestecker op tot Europese solidariteit. Bondskanselier Merkel gaf daartoe als eerste beleidsmaker een krachtig signaal door de Duitse grenzen open te stellen, wat haar – zelfs binnen haar eigen partij – op kritiek kwam te staan.
“Mits alle landen constructief meewerken, is dit nochtans de enige mogelijke oplossing", stelt Caestecker. “Allereerst om humanitaire redenen. Zoals vastgelegd in de Europese actualisering van de vluchtelingenbescherming (2004) heeft iedere persoon die vlucht voor een oorlog recht op een veilige thuishaven. In de jaren negentig van de vorige eeuw hebben we tijdens de conflicten in de Balkan ook onvoorwaardelijk mensen opgevangen die collectief vervolgd werden. Onvoorwaardelijk, omdat de Conventie van Genève (1951) enkel bescherming voorzag bij individuele vervolging. Toen ging het om een interne kwestie, maar ook aan een conflict buiten onze Europese grenzen, zoals de oorlog in Syrië, moet Europa het hoofd kunnen bieden.”
“Een tweede reden is van staatkundige aard: wanneer een land beslist om zijn grenzen te sluiten, dan verzaakt het niet enkel aan zijn humanitaire plicht, maar dwingt het tegelijkertijd een ander land om meer inspanningen te doen. Indien de Europese Unie deze oorlogsvluchtelingen terugstuurt naar de eerste asiellanden, Turkije en Libanon, zal in deze landen het draagvlak voor het beschermen van vluchtelingen verkleinen en kunnen zij ook besluiten deze vluchtelingen terug te sturen, maar dan naar oorlogsgebied”, aldus Caestecker.
Wet van het getal
En die al dan niet onevenredige inspanningen wil niet elk land nemen. Door het hoge aantal vluchtelingen dat Europa binnenkomt, wordt onze sociale zekerheid onder druk gezet. Dat aantal moet wel genuanceerd worden, geeft Caestecker aan. “Door het hermetisch afsluiten van de buitengrenzen, worden migranten gedwongen om Europa overzees te proberen te bereiken. Slagen ze in hun opzet, volgen ze ook in Europa dezelfde route, de zogenoemde ‘Balkanroute’. Dat traject wordt uitgebreid in beeld gebracht waardoor het lijkt alsof Europa overspoeld wordt, maar dat valt in werkelijkheid nogal mee. Ten tijde van de Balkanoorlog waren ook heel wat mensen op de vlucht, maar doordat die vlucht veel fragmentarischer verliep, hadden we niet het gevoel overspoeld te worden”.
Verder heeft professor Caestecker bedenkingen bij de stelling dat vluchtelingen of migranten onze sociale zekerheid zouden uithollen. “Uiteraard moet voor de allerzwaksten een sociaal vangnet bestaan. Studies tonen evenwel aan dat nieuwkomers na een tijd geen gebruik meer maken van dat vangnet en zo snel mogelijk hun weg (willen) vinden op de Europese arbeidsmarkt. Het is dan ook de taak van Europa om haar arbeidsmarkt daarop af te stemmen”, aldus Caestecker.
Terugstuurbeleid
Niet elke vluchteling krijgt echter toegang tot die Europese arbeidsmarkt. Sommigen ontvluchtten hun thuisland om economische redenen en krijgen daarom in Europa geen asiel. “Uiteraard krijgt een aantal (economische) vluchtelingen in Europa geen erkenning en zal worden teruggestuurd naar het land van herkomst”, vertelt Caestecker. “Met die mensen moet dan geval per geval gekeken worden of zij naar een veilige thuishaven kunnen worden teruggestuurd”.
Voor oorlogsvluchtelingen ligt de situatie anders. “Mensen die door een oorlog op de vlucht zijn, kunnen onder geen beding naar hun onveilige moederland teruggestuurd worden. Dat staat ook zo geformuleerd in het internationaal recht: volgens het principe van non-refoulement kan een asielzoeker niet teruggestuurd worden vanwege de gevaren die hem bedreigen in het land van herkomst”.
Oorlogsvluchtelingen die Europa bereiken, hebben dus recht op een asielprocedure. “Positief is alvast dat men op Europees niveau een verdeelsleutel heeft opgesteld voor de opvang van asielzoekers. Verder wil men ook financiële middelen ter beschikking stellen voor Turkije en Libanon, die een zeer grote inspanning leveren om vluchtelingen uit buurland Syrië op te vangen. Maatregelen die ik enkel kan aanmoedigen”, besluit de professor. “Want zeg nu zelf: een louter monetaire Europese Unie zonder sociaal gelaat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn?”
© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – Niels D’Haene; Foto: Izabelle Devulder