Benjamin De Cleen (VUB) over zijn retorische analyse van het Vlaams Belang [Interview]

Benjamin De Cleen (VUB) onderzocht in zijn doctoraat de belangrijkste elementen van de retoriek van het Vlaams Belang. De vier belangrijkste bouwstenen blijken nationalisme, conservatisme, populisme en autoritarisme te zijn. Kif Kif ging bij Benjamin langs voor een gesprek
Benjamin De Cleen (VUB) over zijn retorische analyse va

Ik denk zelfs dat een Bart De Wever zich misschien nog explicieter positioneert binnen dat conservatieve discours dan een Filip De Winter.

 

Benjamin De Cleen (VUB) onderzocht in zijn doctoraat de belangrijkste elementen van de retoriek van het Vlaams Belang. De vier belangrijkste bouwstenen blijken nationalisme, conservatisme, populisme en autoritarisme te zijn. In drie case studies –de strijd om het Vlaams Nationaal Zangfeest, de strijd met de Vlaamse stadstheaters, en de 0110 concerten– zocht De Cleen uit hoe die retorische elementen met elkaar zijn verbonden, hoe ze zijn geëvolueerd en hoe ze zich hebben ontwikkeld in relatie tot de felle kritiek op de partij. Kif Kif ging bij Benjamin langs voor een gesprek:

Kif Kif: Wat heb je precies onderzocht in je doctoraat?

Benjamin De Cleen: Het is een analyse geworden van de retoriek van Vlaams Belang in een context van discursieve strijd. Mijn analyse loopt tot en met 2006, het moment dat het hoogtepunt van het Vlaams Belang eigenlijk voorbij is. Ik heb drie momenten van sterke strijd onderzocht waarin artiesten en culturele instellingen een belangrijke rol spelen. Dat is niet de meest evidente keuze wanneer je naar het Vlaams Belang kijkt. Je zou eerder denken: we nemen de momenten rond het hoofddoekendebat of dergelijke. Dat had ook interessant kunnen zijn. Maar ik heb gekozen voor die specifieke culturele momenten, omdat ik merkte dat daar de discussie een beetje los komt van de discussie tussen de ene partij versus de andere. Bovendien lieten ook andere actoren zoals artiesten, culturele instellingen en het middenveld zich sterk horen. Ik heb dus bij elk van mijn drie momenten de stemmen die zich lieten horen in die case geanalyseerd. Het Vlaams Belang was hierbij een van de stemmen, maar de tegenstanders zoals meer progressieve stemmen, of afwijkende stemmen binnen de Vlaamse beweging zelf kwamen ook aan bod. Je kunt de retoriek van het Vlaams Belang eigenlijk alleen echt begrijpen als je hem bestudeert in relatie tot de stemmen die zich er tegen verzetten. Je mag dat allemaal niet bekijken in een vacuüm.

Kif Kif: Wat zijn de voordelen van het gebruiken van een discursief perspectief ten opzicht van een pure inhoudelijke analyse?

Benjamin De Cleen: Een discoursanalyse focust op hoe politieke identiteiten worden geconstrueerd en gecontesteerd met taal. Zo een analyse laat toe om op een gestructureerde manier te kijken naar hoe stemmen niet alleen van elkaar verschillen, maar ook veel gelijkenissen vertonen. Vaak gaat er namelijk in het spreken over het Vlaams Belang vooral aandacht naar wat hen onderscheidt van andere partijen. Door dan op een iets abstracter niveau te focussen op de belangrijkste bouwstenen van hun retoriek, en op hoe tegenstemmen zich verhouden tot die bouwstenen, wordt het ook duidelijk dat het Vlaams Belang veel meer gemeenschappelijk heeft met andere stemmen dan op het eerste gezicht lijkt. Het is dus zo dat politieke partijen discursief veel dingen delen. Ze baseren zich vaak op dezelfde grond. Doordat het Vlaams Belang bijvoorbeeld steeds meer stemmen haalde op een bepaald moment, werd er ook steeds gepraat over de dingen waar het Vlaams Belang voor stond.

Daardoor werden de categorieën die het Vlaams Belang gebruikte op een gegeven moment gewoon common sense in politieke gesprekken. Bijvoorbeeld, zelfs als mensen faliekant reageerden tegen de retoriek van het Vlaams Belang, bijvoorbeeld tegen hun beleid rond de vreemdelingen, dan bevestigden ze daardoor net wel dat er een categorie van vreemdelingen bestaat, waar er een beleid rond moet zijn. Wat ik dus wil zeggen is dat zelfs de mensen die radicaal tegen het Vlaams Belang zijn, soms de categorieën van het Vlaams Belang reproduceren. Je kunt als progressief politicus wel zeggen dat we tolerant moeten zijn, maar daardoor bevestig je ook in één klap het bestaan van twee groepen die elkaar moeten dogen. Dus net door te reageren tegen iets stap je soms onbewust mee in de logica waartegen je reageert. De retoriek van tolerantie bevestigt in die zin eigenlijk het bestaan van een verschil tussen wij en zij waar de retoriek van het Vlaams Belang op steunt. En dat is op lange termijn niet zonder problemen. Dat is wat een discursief perspectief met zijn focus op de diepere structuur van retoriek kan blootleggen.

Kif Kif: Is er een invloed van de retoriek van het Vlaams Belang op de retoriek die vandaag gehanteerd wordt door N-VA?

Benjamin De Cleen: De N-VA is natuurlijk om te beginnen ook een Vlaams nationalistische partij, en heeft dus veel gemeenschappelijk met het Vlaams Belang. Maar het gaat verder dan dat. Ik denk eigenlijk dat vandaag de meeste partijen in Vlaanderen nationalistische partijen zijn. In die zin dat ze bijna allemaal spreken over Vlaanderen, en bijna allemaal ijveren voor verdere Vlaamse autonomie. Je ziet dus dat er veel van dat “Vlaamse” denken doorheen de partijen aanwezig is. Dan is het natuurlijk maar de vraag: hoe extreem is dat of hoe genuanceerd is dat? En daar zitten de verschillen tussen de partijen. Bij het nationalisme worden zowel door Vlaams Belang als door N-VA gelijkaardige manieren van denken en spreken gehanteerd. De N-VA is wel minder radicaal, dus in die zin ook minder problematisch, maar tegelijk net daardoor ook moeilijker om tegenin te gaan. Maar het blijft wel een erg nationalistische partij. Conservatisme delen ze ook. Ik denk zelfs dat een Bart De Wever zich misschien nog explicieter positioneert binnen dat conservatieve discours dan een Filip De Winter. Populisme delen de twee partijen tot op zekere hoogte ook. Denk maar aan de manier waarop zowel het Vlaams Belang als de N-VA kritiek vanuit de culturele wereld afdoet als kritiek van een soort wereldvreemde politiek correcte elite. In dat populisme is het Vlaams Belang radicaler, met een zeer sterke wij-tegen-iedereen retoriek die de N-VA toch minder heeft. De N-VA profileert zich minder als “de enige echte vertegenwoordiger van het gewone volk”. Kijk maar hoe ze het klaar spelen om in de Vlaamse regering te zitten, en zich nog steeds te profileren als een soort buitenstaander. Je ziet dus wel dezelfde elementen terugkomen, hoewel ze minder radicaal worden ingevuld.

Kif Kif: Je vermeldt nationalisme als belangrijke retorische bouwsteen van de retoriek van Vlaams Belang. Gaat hierbij enkel over een Vlaamse identiteit, of ook een agressieve toon tegen vreemdelingen?

Benjamin De Cleen: Het klopt dat er vaak een onderscheid wordt gemaakt tussen nationalisme en racisme, niet in het minste door mensen die eigenlijk het nationalisme willen vrijwaren van racistische stromingen, of het nationalisme willen behoeden voor een slechte naam. Maar bij Vlaams Belang ligt dit erg dicht bij elkaar. Binnen haar retoriek zijn vreemdelingen en Franstalige Belgen eigenlijk de twee buitenkanten waartegen het Vlaamse volk wordt gedefinieerd, de ‘others’ als het ware. Zonder het onderscheid met de Franstaligen in België enerzijds zou er geen sprake kunnen zijn van ‘de Vlamingen’. Anderzijds, is de logica voor de vreemdelingen hetzelfde. De eisen die hieruit volgen zijn natuurlijk helemaal anders: een onafhankelijk Vlaanderen, of iedereen het vliegtuig op en terug naar Marokko, zoals dat in het begin van de jaren negentig letterlijk werd gezegd. Maar ja, racisme en nationalisme liggen erg dicht bij elkaar voor hen.

Kif Kif: Je definieert conservatisme op een nogal specifieke manier. Waarom is dat?

Benjamin De Cleen: Het idee bij conservatisme is dat er een continuïteit tussen verleden, heden en toekomst moet zijn. Vaak wordt de term conservatisme gebruikt om te verwijzen naar het opkomen voor zogenaamde familiewaarden zoals geen seks voor het huwelijk, en bijvoorbeeld de autoriteit van de vader. Maar wat ik doe, is eigenlijk die specifieke waarden uit de definitie halen. Dus bij conservatisme gaat het voor mij niet over wát er precies moet worden bewaard, maar gewoon over het idee dát er iets moet worden bewaard omdat continuïteit tussen verleden, heden en toekomst een goede zaak zou zijn. Dat helpt om naar het Vlaams Belang te kijken. Op een bepaald moment gaan ze namelijk liberale waarden verdedigen tegen de islam, zoals de verlichtingswaarden en de democratie, zelfs de gelijkheid van man en vrouw en homorechten in bepaalde gevallen. Dan zou je kunnen denken: “wat gebeurt er nu met dat conservatisme?”. Maar mijn definitie van conservatisme laat je dan toe te zien dat dat eigenlijk ook conservatief is. Die vrouwenrechten bijvoorbeeld (in de discussie tegen de islam, nvdr.) zouden volgens het Vlaams Belang dan moeten worden beschermd voor de toekomst, omdat ze eigen zouden zijn aan het Westen. Ze maken van die liberale waarden dus een soort van inherente Europese waarde, terwijl ze diezelfde liberale eisen in een vroegere periode – en soms nog – beschouwden als een gevaar voor de Westerse samenleving. Je ziet daar dus dat je dezelfde retorische strategieën kunt gebruiken om tegenovergestelde dingen te verdedigen. Natuurlijk zit dat vol contradicties, maar dat conservatieve blijft er wel in zitten. Door conservatisme anders te zien, zie je dus eigenlijk continuïteit in de Vlaams Belang retoriek waar er op het eerste zicht contradicties lijken te zijn.

Kif Kif: Heeft Vlaams Belang meegewerkt aan, of gereageerd op je onderzoek?

Benjamin De Cleen: Tot mijn lichte verbazing hebben ze wel hun medewerking verleend, ja. Iedereen die ik heb gecontacteerd heeft mij een interview toegestaan, en vaak waren dat lange interviews. Ik heb in het archief mogen zoeken en kopiëren. Ik heb veel materiaal gekregen. Ja, dat was wel een verrassing voor mij. Maar ik ben gaan kijken naar verkiezingsprogramma’s, propagandamateriaal en dergelijke. Dus zaken die sowieso wel publiek waren, en die ik via een andere weg ook wel had kunnen vinden. Ik heb niet gekeken naar jaarrekeningen of dergelijke zaken die ze eigenlijk liever niet publiek willen maken. Maar over de uiteindelijke resultaten van de analyse heb ik niet met hen gesproken. Ik denk ook niet dat ze daar echt heel bang voor zijn. Het Vlaams Belang heeft al zoveel naar zijn hoofd gekregen dat de partij niet wakker ligt van een academische analyse van haar retoriek, denk ik.

>>>

Benjamin De Cleen doctoreerde in 2012 aan de vakgroep communicatiewetenschappen van de VUB en werkt ondertussen als onderzoeker bij de Master Journalistiek van de VUB/Erasmushogeschool Brussel, als coördinator van het Brussels Platform voor Journalistiek (journalismplatform.be) en als vervangend docent aan de ULB. Meer info en enkele interessante publicaties van zijn hand leest u hier