Herinneringen van een sandwichkind

Jamila Channouf is de bezielster van De Gentse Lente, een kleurrijk platform voor ondernemerschap, creativiteit en muziek. Spitse ideeën, daadkracht en een grote mond: die desem zit ook in haar debuut als schrijfster. Haar boek Sandwichkinderen vertrekt vanuit haar jeugd in Borgerhout. Een kort fragment uit dit kleurrijke relaas.

Door: Kif Kif - 20/03/2018 - 15:35
 

"De eerste buurtmoskee bevond zich aan een pleintje waar ook de eerste Marokkaanse bakker en slager zich vestigden. De oudere generatie mannen bezocht de moskee. De jongste generatie mannen vertoefde op het pleintje. Kinderen, ook ik, gingen brood en koriander of munt kopen, zonder al te veel omwegen te maken. Maar vlees mochten we nooit gaan kopen, want daarvoor moest je een kenner zijn. Er zou maar eens iets mis moeten lopen met het avondmaal van zo’n groot gezin als dat waarin ik ben opgegroeid. Dat honger sommige mensen tot agressie aanzet, is een universeel verschijnsel.

In eerste instantie leerde ik van mijn moeder dat moslims in het centrum van Borgerhout recht hadden op de aanwezigheid van een gebedsplaats annex gemeenschapsruimte. Het beeld dat ik ervan overhield, is dat van een plek met vochtige muren en een schreeuwerige kakofonie door de keuze van het tapijt en de tegels. Maar ook dat ze veel drukker bezocht werd dan de kerk die leegstond naast het klooster.

Pas toen ik met vrienden thuiskwam, werd mijn moeder meer geconfronteerd met andere culturen dan de Marokkaanse. Wie waren de Belgen in mijn moeders ogen? Waren het die met hun gekleurde regenboogvlaggen die mei 68 met glans overleefden en Afrikaanse dansende konten als emancipatorisch beschouwden? Waren het de verplegers die liefdevol met mij omgingen? De mensen van Pax Christi die haar bijstonden in haar gevecht om met behulp van javel de schimmels op de muren van haar woning weg te krijgen? De lieve overburen Maria en Jean naar wie ze elke dag zwaaide? De homo’s met pluimen die dansend de straten veroverden om meer rechten te bekomen? Soms verwarde ze dat met carnaval.

Moeder zocht aarzelend naar normen in onze nieuwe samenleving.

Uiteraard kon zij dit complexe wereldbeeld niet vatten. Ze had nog maar net ontdekt dat javel goedkoper was in België, na een gesprek met een tante uit Nederland en een andere uit Frankrijk. Tijdens een van de vele andere prijsonderzoeken brachten ze samen een bezoekje aan de pas geopende Zeeman in onze buurt. Nu kon mijn tante mijn moeder niet meer jaloers maken op de exclusieve winkel die alleen zij had in Nederland. Dit waren de belangrijke zaken. Wat wist mijn moeder af van het bestaan van bijvoorbeeld niet-hetero’s?

Ze leek zich toen oprecht te bekommeren over de zwakke Vlaamse minderheid tussen de meerderheid. Senioren zag ze soms afgezet worden in een rusthuis, en kinderen massaal in crèches. Het leek haar dat ze een hondenleven hadden. Net als de aangeschoten veertigers die Carapils dronken op de hoek van de straat.

Moeder zocht aarzelend naar normen in onze nieuwe samenleving. Ze hanteerde daarvoor slechts twee categorieën: halal en haram. Wij, haar kinderen, kregen deze woorden mee als richtlijn en als een kompas voor het leven: halal mag en haram mag niet. Maar waarom was iets halal of haram? De eerste bij wie ik antwoorden op dergelijke vragen probeerde te vinden, was mijn moeder. Al heel snel besefte ik dat ik bij haar geen antwoorden zou vinden. Het enige dat mijn moeder met zekerheid wist, was dat de Koran in het Arabisch geschreven was en dat zij Riffijns sprak, maar het niet kon lezen of schrijven. En dat ze uit Ouled Meriam kwam en voor alle administratie in Ain Zohra moest zijn. Ze wist ook nog dat mannen soms met meerdere vrouwen door het leven konden gaan. Dat leek haar geen goed idee en ze was dankbaar dat haar vader dat niet gedaan heeft. Ze had in haar familie immers al meegemaakt hoe de bijvrouwen soms met elkaar in de clinch gingen.

Wanneer ze ons naar school bracht, zag ze onderweg hoe in café De Vlaamse Leeuw sommige ‘wijven’ functioneerden als wijkmatrassen tijdens braspartijen die tot ’s middags uitliepen. Meestal weerklonken daar songs als ‘Boys Boys Boys’ van Sabrina en ‘Zwarte Lola’ van Annie Heuts, nagecroond door dikke vrouwen verzot op mannen van vreemde afkomst. Soms waren daarbij zelfs de beruchte edele delen vluchtig te aanschouwen. De beste mannen bleven volgens mijn moeder bij hun eigen volk en hun eigen vrouw.

Gelukkig kwamen we ook met lieve, warme Vlaamse mensen in contact die mijn moeders beeld van de Vlamingen lichtjes konden bijsturen, waardoor ze ging beseffen dat die niet allemaal een hondenleven leiden."

 

**

Jamila Channouf, Sandwichkinderen, verscheen in maart 2018 bij uitgeverij EPO - paperback - 160p. - 15 €