‘Herkennen jongeren zich in de manier waarop er over hen gesproken wordt?’

Media spelen een grote rol in de manier waarop we tegenover bepaalde onderwerpen en bevolkingsgroepen komen te staan, waaronder kinderen. Kinderen zijn vaak het onderwerp van nieuwsberichten zonder dat ze hier enige inspraak in hebben.
‘Herkennen jongeren zich in de manier waarop er over

Het in beeld brengen van jongeren kan gevolgen hebben op lange termijn op het gebied van school, tewerkstelling of de directe omgeving.

 

‘Detecteren, signaleren en adviseren’, dat is het motto van het Kinderrechtencommissariaat. De presentatie van hun jaarverslag geeft het Kinderrechtencommissariaat de kans om deze leuze in de praktijk uit te dragen. De kinderrechtencommissaris sprak een volle zaal toe in het Europees parlement. De grootte van de opkomst is niet verwonderlijk. Steeds meer worden we geconfronteerd met nieuwe situaties waarin kinderen en hun rechten zich in een hachelijke positie bevinden. Denk maar aan kinderen die deelnemen aan een sociaal experiment op televisie, kinderen die aanspoelen aan de Europese kusten, het neerschieten van een jongere met rubberen kogels. Elk jaar zal nieuwe uitdagingen voortbrengen. De titel van het jaarverslag is dan ook zeer passend: ‘Voorbij de grenzen van het onbekende’. Zoals de kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen schrijft in het jaarverslag draait het om een ‘dynamiek’: ‘Die dynamiek doet ons nadenken over wie en wat kinderen zijn, wat een beperking is, wie of wat het vreemde is, welke antwoorden we kunnen geven op maatschappelijke kwetsbaarheid, en wat we vandaag verwachten van kinderen en jongeren’[1]. De toespraak van de kinderrechtencommissaris bracht enkele heikele situaties naar voren waar jongeren mee te maken krijgen, gaande van uitsluiting op school op basis van een beperking tot woonwagenbewoners die steeds van her naar der worden gestuurd door een gebrek aan legale staanplaatsen, waardoor hun kinderen te vaak van school moeten wisselen.

Het jaarverslag belicht het belang van dialoog: dialoog tussen jongeren en het Kinderrechtencommissariaat, tussen het Kinderrechtencommissariaat en beleidsmakers, maar ook dialoog in de samenleving. Dit is cruciaal om meer bewustwording te creëren en om zo verder te kijken dan onze eigen leefomgeving. Media spelen een grote rol in de manier waarop we tegenover bepaalde onderwerpen en bevolkingsgroepen komen te staan, waaronder kinderen. Kinderen zijn vaak het onderwerp van nieuwsberichten zonder dat ze hier enige inspraak in hebben. In welke mate is de beeldvorming rond kinderen problematisch? Chris Vleugels, ombudsman en adviseur bij de klachtenlijn van het Kinderrechtencommissariaat, nam na de voorstelling van het jaarverslag de tijd om vanuit zijn ervaring een licht te schijnen op het kind en de media.

Klachten

De klachtenlijn is een essentieel onderdeel van het Kinderrechtencommissariaat. Hier kunnen jongeren, ouders en andere betrokken partijen terecht wanneer kinderrechten geschonden worden. Ook op het vlak van media komen er soms klachten binnen. Chris Vleugels geeft aan dat zulke klachten gering zijn, al zijn er elk jaar minstens een paar zorgwekkende situaties waar het Kinderrechtencommissariaat zich over buigt. Chris Vleugels geeft een illustratie van de soorten klachten die binnenkomen over kinderen en media:

Chris Vleugels: ‘Dat gaat meestal over jongeren die zich oneerlijk behandeld voelen of jongeren die heel goed behandeld zijn door journalisten, maar niet tevreden zijn met de manier waarop ze in beeld zijn gebracht. In het eerste geval gaat het over jongeren die niet tevreden zijn met het feit dat volwassenen, meestal ouders, hen vernoemen in de media zonder hun toestemming. In het tweede geval gaat het bijvoorbeeld over jongeren die onder een maatregel staan van een jeugdrechter. In het strafwetboek staat dat jongeren die onder die maatregel vallen niet identificeerbaar in beeld mogen worden gebracht. Dat is om deze jongeren te beschermen. Dat is heel belangrijk omdat het in beeld brengen van deze jongeren gevolgen kan hebben op lange termijn in verband met school, tewerkstelling of de directe omgeving. De wetgeving maakt alleen geen onderscheid tussen jongeren die een als misdrijf omschreven feiten pleegden en jongeren die omwille van hun omgeving, bijvoorbeeld door problemen thuis, geplaatst zijn door jeugdrechters. Beide mogen niet herkenbaar in beeld komen. We krijgen soms signalen van deze tweede groep jongeren. Soms werken zulke jongeren bijvoorbeeld mee aan een reportage waarbij ze een goede begeleiding kregen en hun verhaal konden doen. In die reportage wordt de jongere dan met een ‘blur’ over het gezicht of met een vervormde stem weergegeven, zodat de jongere niet identificeerbaar is. Jongeren geven aan dat ze zich hierdoor als een ‘crimineel’ behandeld voelen.

Een ander voorval dat in het jaarverslag staat, gaat over een programma op VRT waar een sociaal experiment werd uitgevoerd met jongeren. Als dat goed begeleid wordt, is dat geen probleem. Zowel bescherming als participatie is heel belangrijk. Dit was ongelofelijk goed voorbereid met de ouders, leerkrachten en leerlingen. Alleen zagen we dat iedereen deze reportage op voorhand had kunnen bekijken, inclusief externe organisaties. Men heeft het alleen niet op voorhand bekeken met de jongeren om te peilen naar hun mening en om te vragen of er iets was waar ze mogelijks een probleem mee hadden. Dat is jammer. Als je ze als volwaardige persoon wil betrekken, als actor, in jouw media, behandel ze dan volledig zo.’

Bewustwording en mediawijsheid

Leren stil te staan bij onderwerpen die ver van ons bed lijken, mediawijsheid, besef doen groeien rond de manier waarop bepaalde bevolkingsgroepen systematisch worden benadeeld. Dit zijn allemaal essentiële stappen om te ondernemen bij het cultiveren van een kritische houding ten opzichte van de maatschappij.

In het Kinderrechtencommissariaat is er zeker ook aandacht voor. Wanneer we het hebben over het onderwijs, geeft Chris Vleugels aan dat uitsluiting vooral kansarme jongeren en jongeren van een andere etnisch-culturele achtergrond treft. Hij pleit er dan ook voor om hier bewust mee om te gaan en na te denken in welke mate jongeren worden uitgesloten op basis van hun achtergrond in de eigen omgeving, of dit nu op school, de werkplek of bij de sportclub is. Hij wijst er op dat eens deze bewustwording er is, er gemakkelijker concrete stappen kunnen worden genomen.

Chris Vleugels: ‘Mediawijsheid is een ongelofelijk belangrijk thema en dat kan op veel manieren bereikt worden. Ik denk dat het best een combinatie kan zijn van het consumeren, het produceren en het reflecteren. Elk moment aangrijpen, zoveel mogelijk kansen aangrijpen om jongeren daar bewust mee te laten omgaan door hen opdrachten te geven en hen daarin te begeleiden. Ouders hebben daar een taak in, maar ook scholen. Afschermen is zeker niet de oplossing. Het is een belangrijke vaardigheid voor de komende decennia. Praten over media is belangrijk, zo ontstaat er uitwisseling. Het is belangrijk om  daar echt mee aan de slag te gaan en zoveel mogelijk kansen aan te grijpen om mediawijsheid bij te brengen.’

Beeldvorming

De representatie van kinderen en jongeren in de media kan problematisch zijn. Vaak verdrinken de stemmen van jongeren in een grootschalig mediageruis. Verder is er het gevaar voor een stereotype beeldvorming waarbij jongeren gereduceerd worden tot hun huidskleur, beperking, gender enzovoort. Chris Vleugels geeft aan dat het gebrek aan inspraak van jongeren in media mee een aandeel heeft in negatieve beeldvorming.

Chris Vleugels: ‘Er wordt heel veel over jongeren gezegd. Een samenleving die veel over jongeren praat in de media, maar hen daar amper in betrekt, dat is zeker problematisch. Herkennen jongeren zich in de manier waarop er over hen gesproken wordt? Ik denk dat als je nu naar Molenbeek zou gaan en aan jongeren over de presentatie van Molenbeekse jongeren in het nieuws zou vragen, ik denk dat je ongelofelijk veel boosheid zou horen.’

Media en diversiteit

Onderzoeksresultaten wezen uit dat het journalistenkorps bestaat uit 32% vrouwelijke journalisten en 4% journalisten die geboren zijn in het buitenland. Dit toont dat het Vlaamse medialandschap nog een lange weg te gaan heeft op het vlak van diversiteit.

Chris Vleugels bevestigt dit: ‘Als je kijkt naar de verhouding in de samenleving, dan is dat een zware ondervertegenwoordiging, vooral wat journalisten met een andere etnische origine betreft. Traditionele media, kranten, televisie, tijdschriften, zijn heel autochtoon. Er zijn ook heel veel online platformen die journalistiek bieden, Mvslim.com bijvoorbeeld, die niet in zulk onderzoek worden opgenomen. Het is ook een uitdaging voor onderzoek om daarop vat te krijgen.’

Bij het nadenken over een oplossing, legt Chris Vleugels voornamelijk de nadruk op het belang van participatie van jongeren. ‘Als Kinderrechtencommissariaat vinden wij het heel belangrijk dat jongeren zelf actief aan het woord komen, in beeld komen en zelf aan de slag gaan met media. Er bestaan eigenlijk heel weinig organisaties waar jongeren zelf media kunnen maken. Dat is ongelofelijk belangrijk. We moeten zulke initiatieven versterken. Stampmedia is daar een mooi voorbeeld van. Dit zijn ook een heel diverse groep journalisten. Zo’n initiatieven moeten absoluut versterkt worden, moeten blijven bestaan en alle kansen krijgen.’

Bewustwording, dialoog, kritische vaardigheden zijn allemaal belangrijk bij het omgaan met verschillende soorten media. Zeker wat jongeren betreft, moet er voldoende aandacht worden besteed aan manieren waarop media hun kijk op de wereld kan beïnvloeden. Verder moet er worden ingezet op platformen waar jongeren hun stem kunnen laten horen.

 

 



[1] Vanobbergen, Bruno. ‘Luister naar de kinderen van het Kinderrechtencommissariaat.’ Jaarverslag 2014-2015: Voorbij de grenzen van het bekende. Drukkerij Artoos, 2015: 2-3. Ook online te bekijken op: www.kinderrechtencommissariaat.be