Het proces van dehumanisering achter de aanslag in Nieuw-Zeeland

Als verklaring voor de aanslag in Christchurch verwijzen velen naar de bredere voedingsbodem van racisme en islamofobie. Maar hoe leidt zo’n voedingsbodem precies tot geweld en moord? Marlies Moerkens herbekijkt de opeenvolgende fasen van dehumanisering die historici in verschillende gruweldaden aan het werk zien. Ze gebruikt deze als een spiegel voor de hedendaagse beeldvorming.

In de hedendaagse beeldvorming rond moslims kunnen we op regelmatige basis expliciete voorbeelden van de verschillende dehumaniseringsfasen aan het werk zien.

 

Enkele weken geleden bezocht ik de Kazerne Dossin. De aanslag in Nieuw-Zeeland plaatsten dit bezoek in een ander licht.

Doorheen het museum ontdek je hoe de systematische racistische voorstelling van joden kon uitmonden in de Holocaust. Jarenlang werden joden karikaturaal afgebeeld en werden ze met een resem negatieve eigenschappen geassocieerd. Deze beeldvorming werd gaandeweg genormaliseerd en als evident beschouwd. Daardoor kon het uitmonden in de gekende gruwelen.

In een interview voor het Magazine van deMens.nu verduidelijkte Christophe Busch, de directeur van Kazerne Dossin, dat ooit op een zeer gevatte manier:

“In het begin wordt er gesproken over ‘anderen’, vervolgens worden die anderen als toch wat minderwaardige groepen afgeschilderd. ‘Zij’ zijn inferieur en ‘wij’ zijn superieur. Dat kan dan verder afglijden tot vergelijkingen - ook visuele - met uit te roeien diersoorten, zoals kakkerlakken of ratten. In het eindstadium van dehumanisatie wordt het menselijke etiket volledig weggenomen. In Auschwitz spraken daders over stuks, vracht, cargo ... die verwerkt moest worden. Wanneer slachtoffers geen menselijke eigenschappen meer worden toegeschreven, dan is het makkelijker om empathische, morele remmingen te laten varen en het gewelddadige gedrag jegens hen te rechtvaardigen. Dehumanisatie is één van de patronen die je bij collectief geweld bijna altijd terugvindt.”

Zo’n beschrijving doet vandaag gemakkelijk denken aan de dagelijkse beeldvorming rond moslims. Daarenboven maken de toenemende cijfers van geweld jegens moslims duidelijk dat er op dit vlak bijzonder problematische evoluties merkbaar zijn. En dat is niet alleen zo in Australië en Nieuw-Zeeland. Ook in België kunnen we op regelmatige basis expliciete voorbeelden van de verschillende dehumaniseringsfasen aan het werk zien.

De ‘anderen’

Zoals Busch aangeeft, ontstaat in de eerste fase van dehumanisering een beeldvorming die een scherp onderscheid maakt tussen een ‘wij’-groep en een ‘zij’-groep. Dat wij-zij-discours is ondertussen een gevestigd onderdeel van ons maatschappelijke debat. Het komt zeker niet louter uit de mond van ‘de man in de straat’ die wat onwennig wordt van de groeiende culturele diversiteit om zich heen. Het komt in grote mate van georganiseerde politieke partijen en gevestigde beleidsmakers.

Zo zit nog vers in ons geheugen hoe de grootste partij van Vlaanderen in december 2018 een communicatiecampagne startte naar aanleiding van het VN-migratiepact. Eén van de foto’s toonde gesluierde vrouwen. De bijhorende tekst luidde “VN-migratiepact = focus op behoud eigen cultuur van de migrant.” De ‘zij’-groep was dus niet alleen ‘anders’ maar ook ‘onveranderlijk’.

Na veel protest nam de N-VA de campagne terug. Vlaams Belang nam ze prompt over. Met dezelfde beelden en slogans probeerden zij het discours verder te zetten. Dat hoeft niet te verwonderen. Enkele maanden eerder lanceerden ze de verkiezingsslogan “Eerst onze mensen”. Ook die slogan moest duidelijk maken dat een belangrijk deel van de bevolking voor hen geen deel is van de ‘wij’-groep.

Dat wij-zij-discours komt niet louter uit de mond van ‘de man in de straat’. Het komt in grote mate van georganiseerde politieke partijen en gevestigde beleidsmakers.

De reactie van Vlaams Belang boegbeeld Filip Dewinter op de aanslag hoeft dan ook niet te verwonderen. “Nieuw-Zeeland toont net aan dat the clash of civilisations volop bezig is.” Stelde hij. Met andere woorden, het ‘wij tegen zij’ vormt voor hem dus de norm van onze geglobaliseerde samenleving.

Naast dergelijke recente voorbeelden van expliciet wij-zij denken, zouden we natuurlijk nog een hele reeks andere voorbeelden kunnen geven uit eerdere jaren. Slechts één daarvan is de bekende uitspraak van toenmalig minister van Binnenlandse zaken Jan Jambon (NV-A) die in maart 2016 zonder feitelijke ondersteuning beweerde dat “een significant deel van de moslimgemeenschap heeft gedanst naar aanleiding van de aanslagen.” Deze is hier opnieuw op zijn plaats. Want wat zou hij gedacht hebben indien de Nieuw-Zeelandse minister van Binnenlandse Zaken zonder bewijzen beweerde dat een significant deel van de witte, rechtse Nieuw-Zeelanders na de aanslag luid had gejuicht?

Minderwaardig en inferieur

In een volgende fase van het dehumaniseringsproces zien we dat de ‘anderen’ als minderwaardig bestempeld worden. De ‘wij’ wordt als superieur gezien, ‘zij’ worden als inferieur afgedaan. De ‘wij’-groep heeft de juiste waarden, normen en kennis, de ‘zij’-groep is primitief en gevaarlijk.

Zo’n idee werd ooit bijzonder rechtuit verwoord door Open-VLD voorzitster Gwendolyn Rutten toen ze stelde dat “onze manier van leven superieur is aan alle andere.” En dat is zeker geen geïsoleerd geval. Opnieuw kunnen we naar meerdere uitspraken verwijzen van verschillende figuren die veel ruimte gegeven worden in het maatschappelijk debat.

Ongeveer een week na de Christchurch aanslag, bijvoorbeeld, sloot iemand als Maarten Boudry zich graag aan bij de retoriek van Vlaams Belang: “Zowat de enige die durft te zeggen dat de Koran een haatdragend boek is, is Filip Dewinter,” stelde hij onomwonden.

In de tweede fase van het dehumaniserings-proces zien we dat de ‘anderen’ als minderwaardig bestempeld worden.

En in februari reageerde Filip Deforche, een gemeenteraadslid van Vlaams Belang, op de komst van een halalsupermarkt in Roeselare met de woorden: “Moslims zullen zich ook nooit integreren.”

Ook dit soort retoriek is geenszins recent. De laatstgenoemde uitspraak, lijkt immers behoorlijk sterk op die van Zuhal Demir uit 2016: “Bij momenten heb ik zoiets van: moslims gaan zich toch niet kunnen aanpassen aan onze waarden en normen.” Eveneens uit 2016 stamt de uitspraak van Demirs partijgenoot Darya Safai: “Wie ervoor kiest om een hijab te dragen, kiest voor een leven als tweederangsburger en alle vernederingen die daarbij horen.” En ook toen lieten publieke filosofen zich gelijkaardige uitspraken ontvallen. In De Afspraak kon men immers het volgende horen: “Je moet weten, de Afghanen en de Pakistanen, die… van… het standpunt van… moslims… zijn dat de meest achterlijke die je kunt indenken.” Het was een overtuiging van wijlen Etienne Vermeersch, die steevast omschreven werd als Vlaanderens belangrijkste intellectueel.

Dehumaniserende vergelijkingen

In de 3de fase van een dehumaniseringsproces wordt de zij-groep ontmenselijkt door vergelijkingen met diersoorten of voorwerpen. Christophe Busch voegt daaraan toe dat dergelijke vergelijkingen vaak gevisualiseerd worden, bijvoorbeeld met foto’s en afbeeldingen.

Overduidelijk racistische afbeeldingen worden geminimaliseerd tot ‘memes’ en ‘komedie’.

Zoiets doet natuurlijk gemakkelijk denken aan de Pano-reportage van Schild en vrienden. In die groep werden overduidelijk racistische afbeeldingen geminimaliseerd tot ‘memes’ en ‘komedie’. Verschillende afbeeldingen waren sterk islamofoob van aard. Maar daar bleef het geenszins bij. In deze fase van de dehumanisering wordt het net van de dehumanisering immers breder geworpen. Niet enkel moslims zijn kop van jut, maar al wie een andere kleur heeft, een andere godsdienst belijdt of een ander geboorteland heeft. Een vergaand antisemitisch voorbeeld daarvan was de afbeelding van assen die worden opgeschept met daarboven de tekst: “How to pick up jewish chicks.”

We kunnen op dit vlak evengoed verwijzen naar de voorzitter van Forza Ninove, Guy D’haeseleer. In 2017 publiceerde hij op Facebook een foto van een groep Afrikaanse kinderen die in water ondergedompeld zitten met daarbij het onderschrift “vroeg op om chocomousse te maken voor ons Breughelfestijn en het is niet van 't paksken zenne.

En ook hiervan kunnen we in het verleden verschillende voorbeelden geven. Eén van de meest expliciete komt opnieuw van Vlaams Belang boegbeeld Filip Dewinter die in 2012 beweerde dat: “heel wat van die vreemdelingen met het mes tussen de pampers geboren worden.”

Eindfase: volledige ontmenselijking

In het eindstadium van de dehumanisatie worden de ‘anderen’ niet langer als mensen gezien. Men ziet de ‘zij’-groep louter als een gevaar en wil dat gevaar zo snel mogelijk uitroeien.

De terrorist die de aanslag pleegde in Christchurch schreef een manifest waarin je zinnen kan lezen als “Ik ga aanslagen plegen tegen de indringers” en “zolang de blanke man leeft, zullen ze onze gebieden nooit veroveren en onze mensen nooit vervangen.” Hij verwijst ook expliciet naar moslimimmigranten als “de meest verachte groep van indringers in het Westen.”

In dergelijke uitspraken zie je alle vorige fasen expliciet aan het werk. Maar hij zette ook de laatste stap. Hij ontmenselijkte de vermeende ‘indringers’ volledig. Zo noemt hij zich in zijn manifest een “Kebab Removalist” (“Kebab verwijderaar”). Dat verwees naar een internetmeme die zich baseert op een Servisch lied dat de genocide van Bosnische moslims bejubelt. De titel van die meme (Remove Kebab) stond ook op één van zijn wapens naast andere racistische slogans. De ‘ander’ was voor hem immers niets dan vlees dat hij zou ‘verwijderen’.

Dehumanisering is ook bij ons helemaal geen ondenkbare ver-van-ons-bed-show.

In het licht van dat alles was het frappant hoe er in België gereageerd werd op de verkiezingszege van Thierry Baudet. Onze rechtste politici struikelden haast over elkaar heen om zich met hem te vergelijken. Nochtans is Thierry Baudet iemand die zonder veel scrupules berichten retweet van figuren die er bekend om staan uitspraken te posten zoals: “Wanneer gaat onze #Politie eindelijk eens preventief op #moslims schieten?” en “Bommetje op alle moskeeen en kogel in reet van biddende moslims.”

Een logisch gevolg

De verschillende fasen van dehumanisering worden meestal in de context van de Holocaust besproken. Dat zorgt er echter voor dat we ze zelden in het debat betrekken omdat vergelijkingen met het nazisme veelal een dooddoener zijn voor verder gesprek. Men wordt dan beticht van een ‘reductio ad hitlerum’, zoals dat heet. Met het voorgaande wil ik de aanslag in Christchurch echter niet met de Holocaust vergelijken. Hoe gruwelijk ook, één aanslag op een moskee is niet te vergelijken met de systematische uitroeiing van zes miljoen joden. Wel wil ik wijzen op het feit dat we zonder twijfel verschillende facetten van dehumanisering kunnen opmerken in de hedendaagse beeldvorming rond moslims en dat een aanslag zoals die van Christchurch daarvan een logisch gevolg kunnen zijn. 

Zoals de vele voorbeelden aangeven (en dit was maar een klein tipje van een gigantische ijsberg) is dehumanisering ook bij ons helemaal geen ondenkbare ver-van-ons-bed-show. Er bestaat niet zoiets als ‘onschuldig’ racisme. Demoniserend, stigmatiserend en dehumaniserend wij-zij denken zijn altijd onderdeel van een breder proces. Fysiek geweld, moord en aanslagen vormen daar enkel het meest rauwe, veruitwendigde eindpunt van.