Jonas Slaats over moderniteit, islam, conflict en beeldvorming

In maart bracht Kif Kif'er Jonas Slaats zijn boek "Fast Food Fatwa's" uit. Het werd een stevig werk over moderniteit, islam, conflict en beeldvorming. Enis Odaci, eindredacteur van Nieuwwij ging met hem in gesprek.
Jonas Slaats over moderniteit, islam, conflict en beeld

Debatten over de vraag of islam en democratie samengaan, zijn rechtstreeks verbonden met Westerse invasies in die landen ‘om er democratie te brengen’

 
In maart bracht Kif Kif'er Jonas Slaats zijn boek "Fast Food Fatwa's" uit. Het werd een stevig werk over over salafi’s en petro-islam, over offerfeesten en boerka’s, over soefi’s en politieke mystiek, over kromzwaarden en Killing Fields, over rede en geloof. En over de manier waarop al die thema’s kampen met foute perceptie. Vanuit zowel sociologische, politieke, psychologische als theologische analyses laat het boek zien hoe nauw de relaties zijn tussen de fatwa’s van de fundi’s en de fast food van Wall Street. 
 
Enis Odaci, eindredacteur van Nieuwwij, ging met Jonas in gesprek.
 
Gefeliciteerd met de publicatie van Fast Food Fatwa’s. Waarom heb je dit boek geschreven?
 
“In mijn schrijfwerk word ik in grote mate gedreven door een drang naar rechtvaardigheid. Met dit boek was dat niet anders. In de eerste plaats wil ik onrecht aanklagen en begrip oproepen voor diegenen die het hardst getroffen worden door dat onrecht. Daarnaast tracht ik ook de hedendaagse vicieuze cirkel van geweld te doorprikken. Dat doe ik niet alleen door een hele reeks vastgeroeste ideeën te ontkrachten, maar ook door enkele nieuwe concepten in het debat binnen te brengen. Die concepten kunnen ons toelaten om een nieuwe ‘taal’ te ontwikkelen. Want die taal is nodig om de hedendaagse bulldozer van agressieve, zwart-wit wereldbeelden van antwoord te dienen.”
 
Naast een nieuwe taal ontwikkelen, wil je ook bestaande mythes ontkrachten.
 
“De conflicten waar we ons vandaag mee geconfronteerd weten, worden voortgestuwd door een specifieke beeldvorming. En die beeldvorming baseert zich niet enkel op moderne framing door de media. Het gaat ook over eeuwenoude denkbeelden. Het gaat over sterke mythes, die bij velen in hun onderbewuste gegrift zijn. En die moeten inderdaad ontkracht worden vooraleer we zo’n nieuwe taal kunnen ontwikkelen.”
 
Kun je daar concrete voorbeelden van geven?
 
“Eén van die mythes is het idee dat religie de grootste boeman is die door de geschiedenis heen de meeste doden veroorzaakte. Vertel dat maar aan de slachtoffers van Hiroshima of de Holocaust. Een ander voorbeeld is de mythe dat het seculiere, democratische Westen alleen maar ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’ en ‘broederlijkheid’ in de wereld verspreidde. Vertel dat maar aan de Libische bevolking die in absolute chaos leeft na de Europese ‘humanitaire interventie’. Nog zo’n mythe is de veronderstelling dat de islam een louter agressieve en ‘mannelijke’ religie zou zijn. Vertel dat maar aan de honderden miljoenen moslims die zich in hun dagelijkse leven door mystieke en meer ‘vrouwelijke’ vormen van islam laten inspireren.
 
Doorheen het boek ontmasker ik daarenboven ook een hele resem ‘kleinere mythen’ die nauw verbonden zijn met deze ‘grotere mythen’. Ik toon bijvoorbeeld aan dat heksenvervolgingen niet een fenomeen zijn van ‘de donkere middeleeuwen’ maar wel van de vroege moderniteit, dat geloof en wetenschap helemaal niet met elkaar ‘in conflict zijn’, dat het salafisme geenszins normatief is voor de islam, maar veeleer een niet-traditioneel en typisch modern verschijnsel, dat religies vroeger een veel vloeibaarder waren dan we meestal veronderstellen.”
 
Zou je kunnen spreken van een aanklacht tegen het gangbare seculiere, modernistische mens- en wereldbeeld?
 
“Wat ik vooral aankaart is het feit dat ons moderne mens- en wereldbeeld helemaal niet zo ‘neutraal’ is als we graag denken. Bewust of onbewust, het wordt sterk gedragen door heel wat niet-rationele veronderstellingen, aannames en intuïties. Ons wereldbeeld beweert van zichzelf dat het niet meer ‘mythologisch’ is, maar dat doet het grappig genoeg enkel omwille van een andere onderliggende mythe: het idee dat het zichzelf heldhaftig bevrijd heeft van alle ‘geloof’. Het doet zichzelf voor als de enige rationele, intelligente en objectieve manier van denken, maar door dat te doen blijft het totaal blind voor de eigen schaduwzijden – waarvan de wereldwijde destructie van ecologische en culturele diversiteit slechts twee voorbeelden zijn.”
 
Het zogenaamde islamdebat woedt al meer dan 15 jaar. Wat vind je dat er bereikt is met dit debat?
 
“Aangezien dat debat zo intens woedt, kwamen niet alleen zeer problematische, maar ook zeer interessante stemmen bovendrijven. Verschillende geleerden, artiesten, academici en activisten maakten bijzonder diepgaande maatschappelijke analyses die wel degelijk openingen bieden om de selffulfilling prophecy van de zogeheten ‘clash of cultures’ een halt toe te roepen. In zekere zin probeerde ik in mijn boek ook een hoop van die ideeën samen te brengen. Ik wou laten zien hoe krachtig ze kunnen zijn wanneer men ze samenbalt.
 
Maar uiteindelijk worden de inzichten van deze vernieuwende geesten al te vaak naar de zijlijn geduwd. Als we eerlijk zijn, kunnen we alleen maar vaststellen dat we, globaal gesproken, steeds dieper in dezelfde spiraal gezogen werden van een strijdlustige dynamiek die zichzelf steeds opnieuw herhaalt. Het onbegrip, het wantrouwen en de agressie zijn stelselmatig toegenomen.”
 
FFW front cover Als religie niet leidt tot het meeste geweld, waarom dan zoveel aandacht voor de islam? 
 
“De constante demonisering van de islam is in mijn ogen een soort psychologische ‘coping strategie’ van de hele samenleving. Het is een manier om vragen over het eigen geweld uit de weg te gaan."
 
Velen zullen daar al snel op antwoorden dat islamitische terreur toch een bijzonder reëel fenomeen is dat we niet zomaar ‘uitvinden’.
 
“Ja, islamitische terreur is een probleem, maar het definieert de islam niet meer dan de Shoah de Duitse cultuur definieert, dan de Spaanse inquisitie het christendom definieert of dan de invasie in Irak de ‘American way of life’ definieert. Van de Kruistochten over de Ku Klux Klan tot de Christelijke fanatici die bommen leggen in abortusklinieken, de christelijke wereld heeft altijd geweld en terreur gekend. En dat geldt evengoed voor elke seculiere ideologie die ooit macht verwierf.
 
Maar demoniseren we het atheïsme omdat Stalin miljoenen mensen heeft vermoord? Zeggen we dat democratie inherent gewelddadig is omdat het enige land dat ooit het lef had om twee atoombommen te gebruiken een democratie was? In het geval van de islam wordt deze vrij opzichtige redeneerfout nochtans geregeld toegepast in zowel de media, de politiek als het algemene maatschappelijke debat. Men bekijkt het hedendaagse geweld als een inherent, fundamenteel en onvermijdelijk aspect van deze eeuwenoude en multidimensionale traditie.”
 
Wordt onze kijk op conflicten in landen als Irak en Syrië daar ook door bepaald?
 
“Zelfs de terreur die we vandaag aan het werk zien in landen als Irak, Syrië, Afghanistan, Pakistan of Libië onmogelijk los te koppelen van de terreur die veroorzaakt werd door de politieke, economische en maatschappelijke keuzes van moderne, democratische, seculiere en ‘verlichte’ geesten.
 
Onze maatschappelijke obsessie met de islam is dus niet alleen een kwestie van wat misplaatste vooroordelen. Wat we hier aan het werk zien is een ‘socio-psychologische projectie’ van de angst voor de schaduwzijde in onszelf. Door enkel te focussen op het geweld van de islam, kunnen we onze eigen agressie vlotjes negeren.”
 
Lijkt het debat over de islam in België en Nederland op elkaar? Of zijn er ook verschillen?
 
“Er zijn zeker verschillen. Persoonlijk vond ik het altijd opvallend dat er in Nederland binnen dat debat meer experten aanwezig zijn die expliciet vanuit de islam spreken. De spiritualiteit van sommige protagonisten wordt meer binnengebracht. In België daarentegen wordt het explicieter gevoerd vanuit een meer politicologisch perspectief. Ook wanneer sommige protagonisten moslim zijn, zullen ze vooral gebruik maken van een academisch mensenrechtendiscours. Niettemin, ondanks dat soort verschilletjes wordt het debat in grote mate bijzonder gelijklopend gevoerd. Dat hoeft ook niet te verwonderen, het gaat uiteindelijk om dynamieken die onze kleine landjes sterk overstijgen.
 
Elk nieuw debat rond een facet van de islam wordt steeds weer gevoerd alsof het om ‘lokale gevoeligheden’ gaat die ‘plotseling’ de kop op steken. Maar het zijn natuurlijk nooit louter lokale kwesties. De typische ‘verontwaardigde debatten’ die te pas en te onpas gelanceerd worden, kan je niet los denken van de veel grotere geopolitieke processen. Discussies over hoofddoeken op de werkvloer worden in de hoofden van velen bewust of onbewust verbonden met beelden van boerka’s in Afghanistan. Debatten over de vraag of islam en democratie wel samen kunnen gaan, zijn rechtstreeks verbonden met Westerse invasies in islamitische landen ‘om er democratie te brengen’. De lokale debatten zitten telkens opnieuw vervat in het grotere wij-zij kader van een specifieke oorlogsretoriek.”
 
Door jouw expliciete aandacht voor die oorlogsretoriek en de wijze waarop die in onze samenleving wordt aangewakkerd, kunnen sommigen misschien zeggen dat je het geweld in de islamitische wereld negeert en dat je probeert om alle schuld louter bij ‘het Westen’ te leggen.
 
“Ik vind het bijzonder interessant wanneer men mij zoiets voor de voeten werpt. Ik maak immers steeds expliciet duidelijk dat iedereen in de hedendaagse geopolitieke pap te brokkelen heeft. Wanneer ik dus wat meer aandacht vestig op bepaalde vormen van geweld die volgens mij te weinig besproken worden, dan wil ik andere vormen van geweld niet minimaliseren. Elke vorm van geweld is geweld en elk onschuldig slachtoffer is er één te veel.
 
Het valt echter op hoe ongemakkelijk sommigen zich voelen wanneer ze voor een keertje met de schaduwzijden van hun eigen samenleving geconfronteerd worden. Ze voelen zich dan meteen onterecht aangevallen. Ze worden kwaad, gaan in het verweer en proberen zo snel mogelijk alles terug op ‘de ander’ te projecteren. Het zou fijn zijn mochten ze dat gevoel kunnen omzetten in empathie en beseffen hoe moslims zich dan voelen wanneer ze quasi dagelijks gedemoniseerd worden in de media.”
 
In Fast Food Fatwa’s plaats je ook een heel aantal cijfers rond terreur en beladen termen zoals ‘jihad’ of ‘salafisme’ in een bredere context. Welk inzicht geef je de lezer daarmee?
 
“Ik maak een andere analyse dan degene die we gewoonlijk te horen krijgen. Dat is belangrijk. Een verkeerde analyse leidt immers tot verkeerde oplossingen. Zo stel ik bijvoorbeeld dat de problemen in islamitische landen helemaal niets te maken hebben met het feit dat de islamitische wereld ‘nooit gemoderniseerd’ is, zoals sommigen beweren. Ik maak wel duidelijk hoezeer een kluwen van moderne factoren ervoor zorgden er enorme disbalans en militaristische interpretaties ontstonden.
 
De ‘petro-islam’ die al vele decennia vanuit de Golfregio geëxporteerd wordt, is daarvan een perfect voorbeeld. Die staat in vele opzichten totaal haaks op de veel vloeibare en op vrede gerichte vormen van islam die je doorheen de geschiedenis kan aantreffen. De petro-islam verwoest allerhande uitingen van traditionele spiritualiteit en houdt geen rekening met de gelaagdheid van de traditie. Maar omwille van de geopolitiek en het belang van olie daarbinnen, kon ze een zeer grote macht verwerven. Daar werd ze trouwens geregeld in gesteund door Westerse grootmachten.
De serieuzere kritieken daarop vind je zelden in de Westerse pers terug. Die laat zich meestal vangen in een actiefilmachtig wereldbeeld waarin ‘wij’ de goeden zijn en ‘zij’ de slechten. En pas wanneer ‘zij’ zoals ‘ons’ zouden worden, zou er zogezegd beterschap kunnen komen. De echte interessante stemmen tref je daarom aan onder moslims die de bestaande problematieken aankaarten vanuit de islam. In mijn boek maak ik daar overvloedig gebruik van.”
 
Je bent zelf echter in de christelijke traditie geworteld. Vanwaar jouw interesse voor islam?
 
“Die groeide op een heel persoonlijke manier. Toen ik in 2006 voor een jaartje in Istanbul terecht kwam, vond ik het evident om me te verdiepen in de islam. Ik bevond me immers in het hart van een stad die eeuwenlang één van de belangrijkste centra was in de islamitische wereld. Toen ik op dat moment de nieuwsberichten las over de islam – die sinds 9/11 wekelijkse kost werden – trok ik grote ogen. Wat ik las kwam bijzonder weinig overeen met de realiteit die ik rondom me zag. En ik was verbaasd over de wijze waarop het politieke beleid zich steeds meer vastreed in het discours van de botsende beschavingen. Dat discours doorprikken werd van toen af aan één van mijn drijfveren en zorgde ervoor dat ik me steeds meer in verschillende vormen van vredeswerk ging engageren.
 
Dat ik daarnaast ook altijd al bijzonder geïnteresseerd was in de mystieke aspecten van islam, hielp natuurlijk ook. Nu, zoveel jaren later, blijf ik trouwens overtuigd dat de echte uitwegen uit de bestaande spanningen tussen Oost en West te vinden zijn in meer mystieke en spirituele elementen uit verschillende religieuze tradities. Deze zijn trouwens ook veel ‘normatiever’ dan meestal wordt verondersteld.”
 
Welke volgende projecten kunnen we van je verwachten?
 
“Mijn aandacht gaat steeds meer uit naar economie. Je ziet daar immers dezelfde patronen en dynamieken spelen. De economie wordt steevast voorgesteld als een ‘rationele’ en ‘neutrale’ aangelegenheid, maar dat is het helemaal niet. Het is een dimensie van de samenleving die bol staat van de diepgewortelde geloofsovertuigingen, niet-evidente aannames en ideologische invullingen. Onder economen bestaat zelfs geen unanimiteit over een concept als ‘geld’. Daarover bestaan immers uiteenlopende filosofische en ideologische discussies. Of kijk naar de gekende uitdrukking ‘de onzichtbare hand van de markt’ en de overtuiging dat die als vanzelf een betere wereld kan creëren. Hoe theologisch kan een concept zijn?”
 
--
Dit interview verscheen eerst op Nieuwwij.nl