Meet and Greet tussen hoogopgeleide anderstaligen en de Vlaamse uitzendsector

‘Ben je een hoogopgeleide anderstalige? Ben je op zoek naar werk of zoek je een andere job? Dan nodigen we je graag uit op onze Meet & Greets’ , zo stond te lezen op de website van Pro-Talent, Orlando Verde nam de proef op de som.
Meet and Greet tussen hoogopgeleide anderstaligen en de

Een vrouw met een Master in Rechten wordt gevraagd of zij ervaring heeft in de zorgsector. Ondertussen vinden twee werkzoekenden, beiden te lang in de ogen van de twijfelende consulent gekeken, elkaar en verlaten samen de tafel.

 

‘Ben je een hoogopgeleide anderstalige? Ben je op zoek naar werk of zoek je een andere job? Dan nodigen we je graag uit op onze Meet & Greets’ , zo stond te lezen op de website van Pro-Talent, een talenten-databank met cv’s waarin werkgevers op zoek kunnen gaan naar de ‘missing link’ in hun bedrijf. Een nobel initiatief van het Antwerps Minderhedencentrum de8 in samenwerking met de uitzendsector, met als doel de Hoog Opgeleide Anderstaligen (HOA) van een betere positie op de arbeidsmarkt te voorzien. Orlando Verde ging voor Kif Kif een kijkje nemen op 18 oktober in de lokalen van UNIZO Antwerpen.

Meer dan zestig mensen zitten in de zaal. Allemaal hoog opgeleid. Allemaal buitenlanders. Echte buitenlanders: mensen die tot relatief kort geleden elders woonden. De organisatie had zo’n hoge opkomst niet verwacht en daarom is de ruimte een beetje klein voor een Meet and Greet met uitzendkantoren, maar iedereen kan zijn plan een beetje trekken.

Voor heel veel mensen is dit het eerste contact met De8, een organisatie die al lang de tekortkomingen van het beleid qua begeleiding van nieuwkomers probeert te bestrijden. Voor de vertegenwoordigers van de uitzendkantoren is het ook de eerste keer. Je voelt de spanning der algemene verwachtingen in de lucht hangen. Je hoort de hoop in de stem van de net gelande migranten, maar ook de scepsis van de langdurige werklozen. Een ding hebben zij allemaal gemeen: ze willen werken.

De meesten werken al, dat besef je snel als de uitzendconsulenten vragen naar hun ervaring. In hun thuisland hebben zij wetenschappelijk onderzoek gedaan, zelfs genetisch onderzoek. In hun thuisland waren zij marketing managers, economen, advocaten, ingenieurs. Maar als zij over hun ervaring in België moeten spreken gaat het meestal over arbeiders- en vrijwilligerswerk, ze hebben letterlijk alles gedaan. “Polyvalente werknemers”, zeggen zij zelf met een glimlach. “I just don’t want to clean hotels”, zegt een elegante en mooie jonge Oost-Europese dame. Zij spreekt zes talen en dat is het minst indrukwekkende aan haar CV. “Buiten Antwerpen, binnen Antwerpen, liefst binnen mijn domein, maar ik heb ook veel andere ‘skills’: op vlak van communicatie, taalvaardigheden, …”, zegt een andere jonge dame. Moeilijk doen zij in ieder geval niet.

Elke uitzendkantoor heeft een tafel kunnen bemachtigen. En elke keer doet een nieuwe groep migranten een ronde verhalen aan tafel. Noord-Afrikanen, Oost-Europeanen, Subsahariaanse Afrikanen, Latijns-Amerikanen, mensen uit het Midden-Oosten of Aziaten, allemaal met een verzorgd uiterlijk, elegant en hoffelijk net zoals jij of ik. Een aantal van hen zijn ook veel grappiger en charmanter dan jij of ik. De meesten onder hen horen bij de elite van hun landen van herkomst, dat zie je ook direct.

De feedback van de uitzendkantoren is heel uiteenlopend: aan de ene tafel horen zij dat foutloos Nederlands, Frans en Engels spreken en schrijven vereist wordt, aan de andere worden hun talenten zorgvuldig opgesomd en correct genoteerd, nog een andere tafel biedt speculatieve vooruitzichten die volgens mij niemand ooit kan waarmaken.

De feedback kan ook soms hartverscheurend zijn. Een vrouw met een Master in Rechten wordt gevraagd of zij ervaring heeft in de zorgsector (Verpleegster? Passen op zieke kinderen?). Een andere vrouw stelt zich voor in heel correct Nederlands: zij doet een lange uitleg over wat ze kan en wat ze gedaan heeft, wat voor haar de ideale job zou zijn. Ze vertelt hoe zij hier de laatste jaren van haar opleiding gevolgd heeft en toch luidt het antwoord: “En hoe is het met jouw Nederlands?” Daar zit ze dan, met haar mond vol tanden. Je ziet haar ongewapend paf staan.

Zo een stompzinnige vraag kan ik enkel toeschrijven aan het gebrek aan ervaring. Begrijpelijk, uiteraard. De eerste keer is vanzelfsprekend moeilijk, ja. Precies daarom, ongeacht het feit dat dit soort initiatieven ongetwijfeld positief zijn, is het voor mij altijd een beetje moeilijk te aanvaarden dat de eerste keer dat zo’n ontmoeting plaats vindt zo laat komt, in 2012.  Na  jaren waarin het beeld van de migrant als luie analfabeet werd gekoesterd, de migrant op zoek naar het land met het beste sociale vangnet. Na jaren van gestructureerde en algemeen aanvaarde discriminatiepraktijken.

In de kamer hangen posters met kleurrijke en glimlachende gezichten naast vaakvoorkomende logo’s. Flyers worden uitgedeeld met het geluk van mensen die een job konden krijgen dankzij een of ander uitzendkantoor. En de consulenten zijn wel redelijk enthousiast over wat zij gezien hebben. Zij zijn ervan overtuigd dat een zeker percentage onder hen aan een job kan geraken. En zij weten dat meer en meer bedrijven gebruik maken van een interimperiode als proefperiode voor eventuele vaste contracten, iets dat mooie vooruitzichten biedt. Zij hadden graag wel meer tijd gehad om rustig met iedereen in meer detail te mogen spreken.

Ondertussen vinden twee werkzoekenden, beiden te lang in de ogen van de twijfelende consulent gekeken, elkaar en verlaten samen de tafel.  "How can I contact you? We have the skills, I’m sure we can do something together." Misschien is dat het hoopvolle begin van een verhaal, van een film, zelfs.

Een langdurige werkzoekende kan je vaak identificeren omwille van een verslagen zelfcensuur, van het gevoel dat hij het al op voorhand weet. En hoewel hij alles begrijpt van een consulent die zijn kempisch accent niet eens moet aanpassen, hoewel hij heel zijn verhaal in het Nederlands doet, met een accentje weliswaar, zegt hij zelf dat zijn Nederlands niet goed genoeg is.

Er zijn heel veel jobs op zijn niveau, de taalverschillen zijn zeker en vast overbrugbaar, maar hij krijgt steevast de vraag: "Kan je foutloos schrijven?".

"Neen, natuurlijk niet."

Ik ook niet, trouwens.

 


Op 23 Oktober is de eerste vertoning van “Naamloze Vennootschap”. Een langspeelfilm die gemaakt werd door studenten van het Atelier film- en videokunst van de Antwerpse Academie voor de Schone Kunsten (KASKA-DKO). De film exploreert de wereld van hogeropgeleide migranten in het kader van een discriminerend arbeidsmarkt. “Naamloze Vennootschap” wordt getoond ihkv MAF (Mestizo Arts Festival – www.mestizoartsfestival.be) ism het Latijns-Amerikaanse Film Festival van Vlaanderen (www.latinofilmfestival.be)