Mobiliteit als mensenrecht

Burgemeester Leoluca Orlando wil vanuit zijn stad Palermo de wereld overtuigen dat mobiliteit - migratie, zeg maar - een mensenrecht is. Een gedurfde visie die ons uitdaagt om beter na te denken over asiel, over Europa, over de toekomst en over onszelf.
Mobiliteit als mensenrecht

Orlando is een uiterst interessante figuur nu men op politiek vlak zo vaak een verondersteld ‘gebrek aan draagvlak’ inroept om noodzakelijke maatregelen in de kiem te smoren en antidemocratisch beleid te rechtvaardigen.

 

Op 30.10.2016 zond de Nederlandse VPRO Italiaanse lente uit. Deze reportage behandelt een aantal aspecten van de huidige asielcrisis. Dat is ongeveer negen maanden geleden – een eeuwigheid als het over vluchtelingen gaat aangezien de realiteit op dat vlak elke dag verandert. En toch blijven de ideeën uit de reportage uitermate relevant.

Italiaanse lente volgt Leoluca Orlando, de burgemeester van de Siciliaanse stad Palermo. De keuze voor Orlando als onderwerp lijkt de correcte manier om verschillende aspecten van de huidige asielcrisis te belichten. De burgemeester moet zich namelijk inlaten met de komst van nieuwe bewoners in zijn stad en met de gevolgen van die volksverhuizing. Maar niet alleen deze praktische bezwaren worden in de reportage besproken. Leoluca Orlando is immers een man met een gedurfde visie die ons uitdaagt om beter na te denken over asiel, over Europa, over de toekomst en over onszelf.

In een wereld waar het vraagje “je wil toch niet gewoon open grenzen?” een dooddoener is voor elke conversatie over asiel en migratie, die men gebruikt om zich zowel te verantwoorden als distantiëren, onderzoekt Orlando de mogelijkheid van een wereld waarin we mobiliteit - migratie, zeg maar - als een mensenrecht zien.

Zoals hij het zelf in de documentaire zegt: "Wat betekent globalisering? Mobiliteit. Mobiliteit van dingen, van informatie, van nieuws en van geld. Is het dan mogelijk om je een globalisering voor te stellen als de tijd van mobiliteit zonder de mobiliteit van mensen? De mensen geven een menselijk gezicht aan de globalisering."

Zijn ideeën werden gebald verwoord in de het Charter van Palermo, maar uiteindelijk zie je ze vooral in de praktijk toegepast in zijn gemeente.

Orlando pleit voor de afschaffing van de visumplicht. Al beseft hij dat de wereld daar niet warm voor loopt, toch mag overal ter wereld over zijn visie spreken. Onder andere omdat hij ook praktische oplossingen ziet voor de heel reële bekommernissen die gepaard komen met het idee dat sommige bewoners van een stad geen burgers mogen zijn, omdat ze niet beschikken over een wettige verblijfstitel.

In een wereld waarin de natiestaat meer en meer een hindernis vormt om te antwoorden op de uitdagingen van vandaag (zoals politicoloog Hendrik Vos zegt), gelooft Orlando in een stad die op een autonome manier een ‘identiteit’ mag verlenen aan haar bewoners, al was het maar op een tijdelijke basis.

In dat alles is ‘identiteit’ een belangrijk begrip voor Orlando. Hij heeft de gewoonte om vluchtelingen ‘Palermitan’ te noemen – Palermitaan, inwoner van Palermo – omdat ze, eens aangekomen, geen ‘Ghanezen’ meer zijn, bij wijze van voorbeeld en bij wijze van spreken. Dat zou natuurlijk een positieve beweging kunnen zijn, een gebaar van aanvaarding van mensen die anders generaties lang te horen krijgen dat ze ‘anderen’ zijn. Dat zou kunnen leiden tot een nodig gevoel van ‘ownership’ van de stad. De vraag of het verstandig is om mensen te reduceren tot hun nieuwe identiteit, al is het maar op een discursieve manier, is uiteraard relevant. Maar ook in de andere richting ziet Orlando een onvermijdelijke identitaire metamorfose: volgens hem wordt Europa, net zoals Palermo, een mozaïek. En daar is hij niet bang voor.

In de reportage is het duidelijk dat beeldvorming een van de grootste struikelblokken is om tot een correct asielbeleid te komen. Orlando moet dag in dag uit vechten tegen de culturalisering van problemen, tegen het idee dat migratie de ondergang vormt van Europa, dat migratie gelijk staat aan botsing van normen en waarden, aan terrorisme. Orlando verzet zich tegen het idee dat Europa de huidige migratiegolf niet aankan. Het probleem zit volgens hem in het egoïstische antwoord van politici toen mensen zoals Merkel en Orlando Europa aanmaanden om samen te reageren op de uitdaging. Een redelijke spreiding van vluchtelingen over sommige van de rijkste landen op aarde was misschien toch niet te veel gevraagd. En net zoals de uitbreiding van Europa niet zorgde voor een overvloed aan Oost-Europeanen, wordt misschien het beruchte ‘aanzuigeffect’ van een soepeler migratiebeleid toch overschat. Bottom line: vandaag laten we niet alleen vluchtelingen verdrinken in de Middellandse zee we laten zelfs landen zoals Italië en Griekenland in de steek.

Voor Orlando zijn ‘economische migranten’ daarenboven niet minder legitiem dan ‘vluchtelingen’. Het zijn immers ook mensen die moeten ontsnappen aan moeilijke omstandigheden. Honger, terrorisme, droogte, bedreigingen, de nood om familie te helpen, dat zijn even legitieme redenen om te ‘vluchten’ als oorlog. Orlando zou dan ook het prototypisch beeld kunnen zijn van de ‘gutmensch’ die tegenwoordig al te graag gedemoniseerd wordt door veel van onze vertegenwoordigers. Maar als we hem horen spreken klinkt een ‘gutmensch’ eigenlijk niet zo onredelijk, naïef of absurd.

Orlando is bijgevolg een uiterst interessante figuur nu men op politiek vlak zo vaak een verondersteld ‘gebrek aan draagvlak’ inroept om noodzakelijke maatregelen in de kiem te smoren en antidemocratisch beleid te rechtvaardigen. Draagvlak is natuurlijk iets waar elke leider mee worstelt en ware vooruitgang zal altijd moeten boksen met weerstand. Maar er is niets zo conservatief en gemakzuchtig als wachten tot er ‘draagvlak’ bestaat alvorens iets te ondernemen.

**

Deze reportage, die je nog volledig kan bekijken op de site van VPRO, werd besproken op 11.07 in een evenement georganiseerd door Atopia, ism Kif Kif.