Over ‘Het waagstuk van de politiek’ van Hannah Arendt

In een tijd waarin autoritaire leiders overal in de wereld de wind in de zeilen krijgen, krijgt het werk van politiek denker Hannah Arendt opnieuw volop aandacht. Drie nog niet eerder vertaalde teksten werden recent uitgebracht als een bundel. De teksten werpen meer licht op de politieke ideeën van Hannah Arendt.

Recent verscheen een bundel met drie belangrijke, nog niet eerder vertaalde teksten van Hannah Arendt. Dit is geen toeval. Het werk van Hannah Arendt krijgt vernieuwde aandacht in deze tijd waar autoritaire leiders de wind in de zeilen lijken te hebben. In een Duits tv-interview met Günter Gaus, op 28 oktober 1964, blikt Hannah Arendt terug op haar leven als Joodse vluchtelinge uit nazi-Duitsland naar Frankrijk en de Verenigde Staten. De tweede tekst Liegen in de politiek bespreekt de case van de ‘Pentagon Papers’ en verscheen in 1971 in The New York Review of Books. De derde tekst Burgerlijke ongehoorzaamheid verscheen in The New Yorker in 1970. Deze drie teksten worden voorafgegaan door een werkelijk excellente inleiding van de hand van de vertalers Dirk De Schutter en Remi Peeters.

De meest leesbare tekst is het uitgeschreven tv-interview. Hannah Arendt laat zich kennen als een scherpe, verstandige vrouw. Het interview begint met haar protest tegen het label van ‘filosofe’, dat de interviewer op haar kleeft. Ze doet aan ‘politieke theorie’. Later wordt dit nog toegelicht. Ze wil niet als filosofe de wereld beschouwen, ze roept op om in de wereld te handelen. Heel uitdrukkelijk wil ze de vijandigheid tegen het politieke bestrijden. Hannah Arendt heeft in 1933 – ze was toen 26 jaar oud – Duitsland verlaten. Ze was geen lid van zionistische organisaties, maar legde op hun vraag een verzameling van antisemitische uitingen aan, om dit alles te documenteren: citaten uit vaktijdschriften, verenigingen… Uitspraken die in het buitenland niet bekend waren. Toen dit fout liep en ze betrapt werd, moest ze het land verlaten. In Parijs bleef ze zich inzetten voor een zionistische organisatie die probeerde Joodse jongeren door te sluizen naar kibboetsen in Palestina (Israël bestond nog niet). Ze zegt uitdrukkelijk dat ze geen zioniste is, maar dat ze dit werk graag deed (heel praktisch, handen uit de mouwen), een groot contrast met haar academische bezigheden voorheen.

In dit interview zijn er enkele passages die mij persoonlijk treffen:

- Haar beschrijving van wat haar het meeste raakte in die periode: niet zozeer het feit dat Hitler de macht greep, dat lag in de lijn van de verwachtingen, de nazi’s waren de vijand. Maar dat de vrienden van Hannah Arendt zich conformeerden aan het veranderende politieke klimaat.

- In 1943 dringt het nieuws over Auschwitz en de vernietigingskampen door. Hannah Arendt en haar man geloven het aanvankelijk niet. Het is voor hen onvoorstelbaar, en het is iets waarmee ze nog niet in het reine zijn gekomen.

- Arendt vertelt over haar ontroering als ze na de oorlog teruggaat naar Duitsland – zonder enig heimwee. Maar dat iedereen Duits spreekt vindt ze geweldig! Haar Frans en Engels zijn excellent, maar de moedertaal is het wezenlijke dat is gebleven. Ze vertelt dat ze ettelijke Duitse gedichten van buiten kent, wat niet in een tweede taal kan opgebouwd worden.

- Tenslotte gaat het ook uitgebreid over de kritiek die vanuit Joodse hoek geuit werd tegen haar boek over het Eichmann-proces. Daarop antwoordt ze zeer nuchter en lucide.

De tekst Liegen in de politiek behandelt de ‘Pentagon Papers’, de naam die gegeven werd aan het uitgebreide document ‘Geschiedenis van het Amerikaanse beslissingsproces over het beleid rond Vietnambeleid’. Dit document was besteld door de defensieminister Robert McNamara, maar werd in het Pentagon achter slot en grendel bewaard. Hannah Arendt verwondert zich erover dat de president van de Verenigde Staten wellicht de enige persoon is die het slachtoffer is van totale manipulatie. Hij moet zich omringen met adviseurs, de ‘Nationale Veiligheidsmanagers’, die hun macht vooral uitoefenen door de informatie die de president bereikt te filteren. En dan zijn er de professionele probleemoplossers, mensen die uit universiteiten en denktanks werden gehaald om met hun speltheorieën en systeemanalyses een licht te werpen op de problemen van de Vietnamoorlog.

De kern is deze: hoewel de feitelijke verslagen uit Vietnam duidelijk maken dat de situatie desastreus is, wordt het Amerikaanse volk voorgelogen dat alles de goede kant op gaat, en dat de Verenigde Staten de oorlog aan het winnen zijn. Deze situatie uit de late jaren 60 en begin jaren 70 doet denken aan de huidige tijd, waarin fake news voor verwarring zorgt, en de huidige president Trump alle journalisten en nieuwsmedia wegzet als vijanden van het volk. Toen ik deze tekst Liegen in de politiek las, moest ik denken aan de film The Post uit 2017 van Steven Spielberg met Tom Hanks en Meryl Streep in de hoofdrollen. De film brengt het waargebeurde verhaal van de geheime ‘Pentagon Papers’, in 1971 gelekt door één van de professionele probleemoplossers, die de leugenachtige berichtgeving niet langer kon aanzien. The New York Times krijgt een publicatieverbod, maar The Washington Post beslist om te publiceren en gaat de daaropvolgende juridische strijd aan. Uiteindelijk beslist het Hooggerechtshof dat “de pers er is om de geregeerden te dienen en niet de regeerders”. Dit is een verwijzing naar het Amerikaanse First Amendment, en een knipoog naar de recente aanvallen op dit democratische principe door de huidige Amerikaanse president. Dat Spielberg deze film in 2017 draaide is niet toevallig.

Een aspect dat niet in de film maar wel in het artikel van Hannah Arendt wordt besproken is de fundamentele blunder dat oorlogsmiddelen (napalm, bombardementen, uitmoorden van dorpen met Vietnamese burgers) werden ingezet voor een politiek en public relations perspectief: politiek, want het gaat om een herverkiezing van de president; public relations, omdat ook gaat om het beeld van de Verenigde Staten in de wereld. Hannah Arendt wijst op de complete wereldvreemdheid van de vele oorlogsbeslissingen, waarover dan nog gelogen werd tegen het Amerikaanse publiek.

De tekst Burgerlijke ongehoorzaamheid diept een politieke kwestie uit, die samenhangt met het Amerikaanse First Amendment, dat vrije meningsuiting garandeert. Naast de vrije meningsuiting zou ook een vrijheid van handelen moeten beschermd worden, zo bepleit Hannah Arendt. In dit kader refereert Hannah Arendt naar twee beroemde mannen:  Socrates in Athene en Thoreau in Concord. Een belangrijk inzicht in dit artikel is het antwoord van Arendt op de vraag waarom we de wet moeten gehoorzamen. Niet omdat wetten afkomstig zouden zijn van een of andere godheid, maar omdat we instemmen met een wederzijdse belofte. Nieuwkomers (pasgeborenen) stemmen stilzwijgend in met dit contract, in ruil voor een stilzwijgende verwelkoming door de gemeenschap. Hannah Arendt betreurt het dat de oorspronkelijke bewoners van het land (de native Americans), en de zwarte bevolking, na het afschaffen van de slavernij, niet ingesloten worden in dezelfde politieke gemeenschap, bijvoorbeeld door een nieuw amendement gestemd door het Congres, zodat deze groepen ingesloten zouden worden in de Amerikaanse politieke gemeenschap. Dat dit momenteel niet het geval is, creëert een noodsituatie. Burgerlijke ongehoorzaamheid zou, naast vrijheid van meningsuiting, onderdak moeten krijgen in de politieke taal, en het politiek systeem.

De inleiding van de vertalers geeft een indringende duiding bij deze teksten uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Hannah Arendt reflecteert vooral over wat haar, de joodse gemeenschap en de wereld overkwam voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Maar na 1945 is de totalitaire oorlog niet uit de wereld verdwenen. Denk aan de Killing Fields in Cambodja, de genocides in Rwanda en Soedan, de etnische zuiveringen in het voormalige Joegoslavië, de barbaarse, al jarenlang aanslepende verwoesting van Syrië, het diabolische fanatisme van IS…  De vertalers schrijven over de essentie van de filosofie van Hannah Arendt: “Alleen politiek kan de wereld redden, en dat alleen in deze door de politiek gestichte wereld, waar mensen volwaardig mens kunnen zijn en humanitas verwerven.”

Het waagstuk van de politiek zal graag gelezen worden door iedereen die geboeid is door het politieke denken van Hannah Arendt. De inleiding en het interview met Arendt zijn zeer toegankelijk. Meer wordt gevergd van de lezer bij de politiek-thematische teksten, Liegen in de politiek en Burgerlijke ongehoorzaamheid. Maar wie doorbijt, verwerft originele politieke inzichten.

 

‘Het waagstuk van de politiek’, Hannah Arendt, Vertaling: Dirk De Schutter en Remi Peeters, Uitgeverij Klement, Utrecht, 2018, 165 pagina’s