Sankara Thomas, een nog steeds relevant voorbeeld van leiderschap

De populariteit van Thomas Sankara blijft nog altijd springlevend en zijn idealen worden nog altijd nagestreefd op de meest diverse manieren door vele generaties jonge Afrikanen. Hij is meer dan een held.
Door: Omar Ba - 15/10/2016 - 16:58
Sankara Thomas, een nog steeds relevant voorbeeld van l

Tot op vandaag blijft hij relevant, deels omdat hij een martelaar is geweest van zijn idealen en ook vooral omdat vele problemen die hij aankaartte nog steeds levendig zijn.

 

De populariteit van Thomas Sankara blijft nog altijd springlevend en zijn idealen worden nog altijd nagestreefd op de meest diverse manieren door vele generaties jonge Afrikanen. Hij is meer dan een held. Zijn toespraken - en vooral zijn daden - leven nog steeds in het Afrikaanse collectieve geheugen omdat hij als eerste begreep dat een politieke visie niet genoeg was om verandering tot stand te brengen. Buiten de aula’s van de Afrikaanse intelligentsia in de sporen van Jerry Rawlings (die al in Ghana aan de macht was gekomen) heeft hij een verschil gemaakt waar het belangrijk was, bij het volk. Hij heeft een zaad geplant die ondertussen een baobab is geworden.

De Burkinese bevolking heeft recent bewezen dat de geest van Thomas Sankara en wat hem dreef nog steeds zeer levendig is.

Toen Kif Kif mij vroeg om mijn mening over de documentaire Capitaine Thomas Sankara (2014) te formuleren stemde ik toe, omdat ik altijd een bewonderaar van Sankara ben geweest. Ik dacht: ‘Ik ga er snel iets over schrijven’, maar met alles wat ik over Thomas Sankara geleerd heb in de voorbije twee decennia, werd het niet gemakkelijk om snel mijn gedachten neer te pennen over deze zeer persoonlijke documentaire.

Als ik in mijn geheugen graaf en terug in de tijd kijk, denk ik dat mijn beeld en visie van Afrika zeer hard beïnvloed is geweest door Thomas Sankara. Ook de visie van vele generatiegenoten. “De hand die geeft ligt altijd bovenop de hand die krijgt”, zei hij over ontwikkelingshulp. Ousmane Sembene heeft deze gedachten kunnen framen in zijn boek Gelawaar, dat later verfilmd werd. De film Gelawaar is een metafoor voor de uiterste afhankelijkheid van het leeuwendeel van de Afrikaanse landen, geplaatst in een klein dorp in een Afrikaans land, Senegal. De centrale boodschap van die film was dat ontwikkeling nooit plaats kan vinden waar afhankelijkheid geworteld is. Dat gegijzeld door armoede en afhankelijkheid, zonder de waardigheid om aan de eigen behoefte te voldoen, men nooit de vrijheid kan winnen om een eigen koers te varen.

Thomas Sankara had van deze gedachte het fundament van zijn beleid gemaakt en voor vele Afrikanen was hij het symbool van ware koloniale onafhankelijkheid. Hij was overtuigd dat de eerste muren die gesloopt moesten worden de mentale barrières waren bij Afrikanen zelf. Wij moesten zelf overtuigd worden dat wij het konden en eerst beginnen met ons eigen tekortkomingen. Hij bestreed corruptie, ongelijkheid tussen man en vrouw, oneerlijke verrijking, privileges, het zelf in stand gehouden minderwaardigheidscomplex, misbruik van macht etc. En daar lag het verschil tussen hem en al zijn collega-presidenten in het hele continent.

Hij voerde uit wat velen in boeken hadden geschreven in het hoogtij van de onafhankelijkheidsbeweging –en gedachtengoed in de jaren ’50, ‘60 tot en met de jaren ’70.

Amilcar Cabral, de intellectueel en antikoloniale leider in Guinee-Bissau en Cabo Verde. Kwame Nkrumah, Ghanese vader van het panafrikanisme en mentor van velen. Julius Nyerere, Tanzaniaanse leider die zo charismatisch was en wiens boodschap ver reikte. Patrice Emmery Lumumba, Nelson Mandela: Thomas Sankara was op zijn eigen een verpersoonlijking van al deze leiders en hij heeft ook effectief de tijd gehad om resultaten te boeken die hem nog steeds als symbool versterken.

Hij was in staat om radicale onafhankelijkheid te promoten en hield elke buitenlandse bemoeienis op afstand. Maar hij was niet tegen samenwerking zolang het gelijkwaardigheidsprincipe kon gelden, los van elke paternalisme of infantilisme.

Tot op vandaag blijft hij relevant, deels omdat hij een martelaar is geweest van zijn idealen en ook vooral omdat vele problemen die hij aankaartte nog steeds levendig zijn.

Hij zag ook zowel Nkrumah, Haile Selassie en Nyerere als anderen die destijds beschouwd werden als meer pro-Westerse leiders, zoals Leopold Sedhar Senghor dat de oude diaspora ook een rol te spelen had in Afrika en dat bruggen gebouwd moesten worden in die richting. Zo hield hij speeches in Harlem, altijd trouw aan zijn overtuigingen.

Een van zijn kenmerken was dat hij niet schuwde om leiders van grootmachten in hun bijzijn te confronteren met oneerlijke partnerschappen. Niet toen hij uitgenodigd werd door de president van Frankrijk, François Mitterrand, noch toen die op zijn beurt naar Burkina Faso kwam om te zeggen wat hij belangrijke achtte over de machtsverhoudingen tussen ex-koloniën en ex-koloniale machten. Een houding die zijn persoonlijkheid toen al veel aanzien gaf bij de Afrikaanse jeugd en nu nog steeds.

Een van zijn populaire uitspraken in die zin was dat hij het weigerde om een schuld te betalen die hem opgelegd werd en die elke economische ontwikkeling in de weg stond. Een schuld die nog steeds een vorm van kolonialisme is, die landen verplichten om aanbevelingen te volgen die vaak niet in het alemeen belang zijn en verplicht aanvaard moeten worden. Die kwestie van de schuld werd later in de jaren 2000 door U2’s Bono bekendgemaakt aan de wereld met een campagne om de schulden van vooral Afrikaanse landen kwijt te schelden.

Zoals vele oude gedienden van het Panafrikanisme heeft Moscow gepoogd om antikoloniale /neokoloniale gevoelens te gebruiken in een wereld, destijds opgedeeld in twee blokken, waar werd beschouwd dat als jij niet voor die ene bent, jij zeker voor die andere bent. Kapitalisme versus communisme is een van die voorbeelden. Vele Afrikaanse leiders zoals Nkrumah, Sekou Toure (in de eerste fase van zijn ambt voordat hij zeer autocratisch werd), Lumumba, Julius Nyerere , Modibo Keita en zelfs Mandela werden ervan beschuldigd agenten te zijn van Moskou en zo heeft men getracht om ze in diskrediet te brengen, wat gelukt is bij onder andere Nkrumah, Modibo Keita en Lumumba.

Wat velen vergeten zijn is dat veel van die leiders zich aangesloten hadden bij de niet-geallieerden, zoals destijds ook figuren zoals Gamal Abdel Nasser van Egypte en Neru van Pakistan. Een beweging die zich niet bij het kapitalisme of het communisme wilde identificeren maar die onafhankelijkheid en zelfdeterminatie nastreefde en zijn eigen koers wilde varen. Deze niet-bindende organisatie bestaat nog steeds.

Thomas Sankara, die zich in zijn studententijd weliswaar duidelijk profileerde als marxist, probeerde zich later te ontdoen van elke vorm van invloed, van zowel de communistische als de kapitalistische sfeer. Hij bekritiseerde zowel de houding van Parijs als die van Moskou en was zich ervan bewust dat de toekomst van het continent zich moest losrukken van elke vorm van invloed en moest putten uit zijn rijke culturele arsenaal om zichzelf ideologisch en economisch te heropbouwen.

Hij hield toch diplomatisch relaties met Parijs en Moskou en promootte transfers van technologieën in plaats van het louter importeren van materiaal. Hij wilde dat Afrika haar eigen industrie ontwikkelde om aan haar behoeften in te vullen. Om kracht bij zijn woorden te leggen liet hij bijna 700km treinrails met de hand plaatsen en alle Burkinezen moesten hieraan bijdragen, hij zelf werkte hier ook aan. Hij deed hetzelfde om ontbossing te stoppen. Dit om te tonen aan de wereld dat hij met de beschikbare middelen de intentie had om zijn land te ontwikkelen.

Zulke symbolische daden onder zijn bewind zijn ontelbaar. Fouten maken deed hij ook en hij schuwde niet om dit toe te geven in het openbaar. Sommige beslissingen vonden Burkinezen niet nodig, maar al lachend voerde hij die toch uit, zoals het afschaffen van privé-discotheken met dure dranken, die hij als vluchtoord voor geprivilegieerden beschouwde. Hij zette in het hele land volksdiscotheken die gratis en toegankelijk waren voor iedereen. Drank moest een arme landbouwer ook kunnen betalen. Iedereen had het recht om van concerten en van goede muziek te genieten, daar moest het gelijkheidsprincipe ook gelden.

Taboes rond gender en de loonkloof tussen vrouw en man schafte hij af. Hij bouwde sociale woningen, deed sensibilisatie rond bepaalde gebruiken die hij niet nodig achtte en verbood bijvoorbeeld genitale verminking.

Thomas Sankara was een levende legende omwille van zijn persoonlijkheid, daden, rechtvaardigheid en bescheidenheid. Zijn bezittingen beperkte zich tot een huis en twee gitaren.

Hij was door zijn aanwezigheid en aura een last voor Afrikaanse presidenten en andere tijdsgenoten, omdat hij in een zeer arm land zoals Burkina Faso bewees dat als je echt ten dienste stond van het volk, bepaalde toestanden verbeterd konden worden. Tijdens bijeenkomsten van de toenmalige Organisatie van de Afrikaanse Unie (nu de Afrikaanse Unie ) schuwde hij geen controverse door het beleid van vele presidenten die hij grote broers noemde (hij was slechts 33 jaar oud toen hij president en werd vijf jaar later vermoord), te bekritiseren.

Houphouet Boigny, toen president van Ivoorkust en een van de oudste gedienden van Frankrijk in het continent - die ook de eerste zwart-Afrikaanse minister werd in een Franse regering tijdens de kolonisatie - heeft Thomas Sankara aangemaand om zich gedeisd te houden en niet altijd de confrontatie aan te gaan als hij lang aan de macht wilde blijven. Aanleiding was het bezoek van François Mitterrand in Burkina Faso: alom bekend voor zijn koelte, werd François Mitterrand toen zo kwaad dat hij Sankara op zijn jeugd en naïviteit wees. François Mitterrand zou later aan rechtse Franse parlementariërs verklaren dat hij bewondering had voor de energie van Thomas Sankara, zelfs als hij niet de ideale gesprekpartner was. Dit zei hij omdat sommigen vonden dat Sankara, in tegenstelling tot zijn andere Afrikaanse collega’s weinig respect had voor Frankrijk en niet op zulke manier de Franse president moest aanspreken.

Thomas Sankara was in zijn tijd het symbool van een sterke vorm van leiderschap in een continent waar vele landen geknaagd werden door het IMF, de Wereldbank, allerlei politieke conflicten en oorlogen, een quasi onbestaande economie, armoede, hongersnood etc.  Hij was een verademing. Hij was de ontsteker van een beweging die verschillende vormen aanneemt: van Afrikanen die hun continent op het spoor van positieve perspectieven zetten, van het idee dat sommige kwalen die met Afrika geassocieerd worden binnenkort in verleden tijd vervoegd zullen worden.

Afrika wacht niet op een nieuwe Sankara, wij zullen op ons eigen manier allemaal Sankaras zijn. Sankaras in een continent dat alle mogelijkheden heeft om de plek te worden waar de toekomst gemaakt wordt voor de hele wereld. Deze keer niet als onderdrukte, gekoloniseerde, als minderwaardig beschouwd, maar als leiders van ons eigen lot. Dit zullen wij ook doen zonder wraakgevoelens: wij zullen bijdragen aan een wereld die humaniseert en niet gaat voor het dehumaniseren van de anderen en zwakkeren.

Mooie documentaire die het kijken waard is.

Capitaine Thomas Sankara (2014), een film van Christophe Cupelin. Op 15.10 te zien @ Cinema Nova, BXL. Meer info: http://www.nova-cinema.org/prog/2016/156-war-is-over/histoire/#article-17226