Waarom ik trauma bij racisme wil onderzoeken

Racismetrauma is een probleem dat veel meer aandacht verdient. Een trauma (veroorzaakt door een schokkende gebeurtenis zoals een racistische aanval, of door meerdere microagressies) kan immers leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.

EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) kwam voor het eerst in mijn vizier na de aanslagen in Brussel op 22 maart. In een reportage van Koppen volgden twee medewerkers van de luchthaven op vraag van het tv-programma EMDR bij een psychotherapeut. Allebei werkten ze op Brussels Airport op het moment van de aanslagen en beiden hadden dus een ernstig traumatische ervaring meegemaakt. Al na één sessie hadden ze een andere manier gevonden om naar de gebeurtenissen te kijken, en – belangrijker – voelden ze zich minder schuldig dan voor de EMDR.

Maanden later krijg ik een bericht: of ik interesse heb in een EMDR-sessie, bedoeld voor wie in aanraking is gekomen met racisme. De sessie is een initiatief van een kunstenares uit mijn vriendenkring en wordt door een psychologe gegeven aan een kleine groep. Ik schrijf me in. Omdat ik nooit eerder luidop heb uitgesproken dat het werkelijk traumatisch voelt als ik geconfronteerd word met racisme. Omdat het me telkens raakt in mijn kern. Omdat eindelijk gezegd moet worden dat racisme voor diepe littekens zorgt en dat het een welzijnsprobleem is. Eén op grote schaal.


Trauma bij racisme

Ik spreek uit eigen ervaring als ik zeg dat het schering en inslag om te horen – wanneer je reageert op racisme – dat je overgevoelig bent, van alles een probleem maakt, niet zo serieus moet zijn, of – echt waar – te veel meningen hebt.

Daar sta je dan als vrouw van kleur. Mondig opgevoed, maar monddood gemaakt. Woedend omdat het onrecht dat je herkent je kwaad maakt, maar met een starre glimlach naar je agressor. Want je wil the bigger person zijn. Maar het houdt niet op. Je hoort de constante opmerkingen, de misplaatste grappen. Handtassen worden verplaatst naar een 'veilige' plek als je in een bijna lege treinwagon plaatsneemt. Of je krijgt te horen je een anomalie bent: ja, maar jij bent ànders, jij bent meer zoals wijHet appartement dat al weken te huur staat is nét verhuurd, sorry hoorAls het weken later nog op de website staat, bel je hoopvol terug, om alweer te horen dat het nét weg is.

Je zwijgt steeds vaker als je weer een wansmakelijke grap hoort. Het lachen vergaat je. Je wordt onzeker over je job – ben ik een excuus-allochtoon of heb ik deze job gekregen naar verdienste? Je wordt steeds ontkend. Elke opmerking voelt als een afwijzing: je bent er nog niet, je hebt nog wat te bewijzen. Je durft je mening – je hebt er nochtans veel – niet meer te delen in publieke teksten of op sociale media. Je ontwikkelt een gevoel dat neigt naar zelfhaat. Je walgt van jezelf, omdat je niet meer weet wie je bent: waarom lachte ik mee met die grap? waarom heb ik die persoon niet op zijn plaats gezet? Je krijgt een angstaanval. En nog een. Tot je kan voorspellen wanneer ze komen. Meestal komen ze ’s nachts.

Dat is wat racisme met mij deed. Ondertussen heb ik mijn stem teruggevonden. Maar ik weet dat er veel gelijkaardige en ergere verhalen zijn. Ik wil trauma bij racisme onderzoeken om het onder de aandacht te brengen. Om het bespreekbaar te maken en te weten wat de gevolgen zijn als het niet wordt gestopt. En vooral: om te leren hoe je er aan kan ontsnappen. 

 

Volgende keer:

Interview met psychologe Birsen Taspinar over racismetrauma en wat ik van de EMDR vond.