BRAK: iedereen vluchteling

In BRAK zien we een Europa dat ten onder is gegaan. De oorzaak: vluchtelingen. Het idee dat deze afterwereld een soort van apocalyptische voorstelling is van de gevolgen van een migratietoevloed, is, om het zacht uit te drukken, pijnlijk. Beledigend, zelfs.
BRAK: iedereen vluchteling

Daar moeten we naar luisteren, zeggen politici, naar die doemfantasieën, om vervolgens de ‘ontelbare anderen’ te laten sterven op zee

 

Stel je voor: het is morgen aan ons om te migreren. Geen origineel idee alleszins, met The Day After Tomorrow stelde zelfs de ongeïnspireerde Roland Emmerich de bombastische Hollywood-versie van deze stelling, met Amerikanen die ineens massaal de grens met México wilden oversteken.

De survivor van dienst wordt deze keer gespeeld door de ervaren Tibo Vandenborre, een zwijgzame man met één idee in zijn hoofd: naar ‘het noorden’ vluchten. Ondertussen zien we door zijn ogen hoe Europa ten onder is gegaan. Heel België lijkt een informeel vluchtelingenkamp te zijn geworden, waar de wet van de sterkste geldt.

BRAK, een film van Laurent Van Lancker, slaagt er in om een dystopie te creëren in een van de rijkste en meest ordelijke regio’s ter wereld. En dat is te danken aan de opnames in de jungle van Calais en in ghost town Doel. Maar eerder dan een gemakkelijke voorstelling van een wereld waarin het nu aan de blanke man is om eens in de schoenen van de ander te staan, zitten we allemaal in dezelfde schuit. Logischerwijze zijn sommigen beter voorbereid dan anderen, in hoeverre je voorbereid kan zijn om alles achter te laten. “Migreren…” zegt een van de personages uit BRAK, “de eerste keer is de moeilijkste. Je moet dat leren.” En dan spreekt hij over de vele mensen met migratieachtergrond die we op het scherm zien: “Zij kunnen het al, wij moeten het nog leren.”

BRAK is een sfeervolle film. Met een minimum aan resources steekt Van Lancker een bevreemdende vertelling in elkaar. Bij momenten doet BRAK denken aan Children of Men, het apocalyptische meesterwerk van Alfonso Cuarón. Het is namelijk een wereld waarin tederheid niet meer is toegelaten. Een wereld waarin liefde, vertrouwen of zelfs solidariteit een zwakte zijn geworden. En op dat vlak is BRAK een zeer geloofwaardige weergave van een mogelijke (gebrek aan) toekomst voor Europa.

Bij momenten wordt de film zo hard dat we een man zien die de donkerste bladzijden van zijn culturele erfenis herhaalt. Alleen egoïsme en lafheid komen naar boven gedreven. Vandenborre wordt vergezeld door een even zwijgzame vrouw, gespeeld door een imposante en mysterieuze Aurora Marion, een Belgische actrice met Grieks-Rwandese roots. Marion werd al eens gezien in La Folie Almayer, de laatste film van Chantal Akerman, gebaseerd op het gelijknamige boek van Joseph Conrad. Ze slaagt er in om een beetje menselijkheid en schoonheid te injecteren in een anders té somber verhaal.

Waar Europa aan ten onder is gegaan wordt in de film niet geëxpliciteerd, maar uit De ontelbaren, het boek van co-scenarist Elvis Peeters waar de film op is gebaseerd, leiden we af wat er met ons is gebeurd: geen virus, geen zombies, geen oorlog, geen plotse onvruchtbaarheid, het gaat over “een samenleving die belaagd wordt door ontelbare anderen”. Het idee dat deze Mad Max-achtige afterwereld een soort van apocalyptische voorstelling is van de gevolgen van een migratietoevloed, is, om het zacht uit te drukken, pijnlijk. Beledigend, zelfs. Maar ja, dat zijn de angsten van Europeaan. Daar moeten we naar luisteren, zeggen politici, naar die doemfantasieën, om vervolgens de ‘ontelbare anderen’ te laten sterven op zee, gerustgesteld door het gevoel dat we een grotere ramp (de verdwijning van de Westerse beschaving! Quelle horreur!) proberen te vermijden.

We zijn daar volop mee bezig: deze week alleen werden 9 van de 11 (tijdelijke) opvangcentra van het Rode Kruis opgedoekt. Alsof er plots minder mensen in de wereld waren die hulp nodig hebben. Dat dit door mensen als goed nieuws wordt ervaren is het ware verdriet van onze tijd. Allemaal mede dankzij het Houellebeecqse idee dat verhalen zoals BRAK of Soumission ‘realistisch’ zijn, terwijl Europa maar een fractie van de asielzoekers uit de wereld ontvangt en maar een fractie van de inwoners van Europa een vluchteling is.

Toch is BRAK ook een poging om te laten zien dat het iedereen kan overkomen. Dat migreren niks anders is dan een menselijke behoefte. En dat de omstandigheden waarin dat gebeurt zullen bepalen hoeveel van je principes onderweg zullen moeten sneuvelen. En dat het aan ons is om die omstandigheden gunstig te maken of niet, afhankelijk van hoe hard we ons laten afschrikken door dystopische verhaaltjes van filmmakers, politici, filosofen of romanciers.

Dat BRAK oorspronkelijk bedoeld was een kortfilm te worden kan je amper merken en dat een langspeelfilm gemaakt wordt met het budget van een kortfilm is altijd bewonderenswaardig. Van Lancker verricht een kleine wonder met deze verfilming. Jammer dat het verhaal op zich zo verkeerd in elkaar zit.

BRAK, een film van Laurent Van Lancker. Vanaf 14.09 in de bioscoop.