Het deurbeleid van de stad Rotterdam houdt in dat horecazaken duidelijk de regels en kledingvoorschriften, die gerespecteerd dienen te worden in hun zaak, uithangen aan de deur. Die maatregel tracht discussie te vermijden over de weigering van iemands toegang tot een zaak.
Op 16 november vond de netwerkdag ‘Aan de slag rond racisme in je gemeente’ plaats in Mechelen. Deze netwerkdag werd georganiseerd door ORBIT vzw, Hand in Hand tegen racisme vzw, Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw, Kif Kif en het Minderhedenforum. Tal van verenigingen en medewerkers van gemeentelijke administraties kwamen er luisteren naar inspirerende sprekers van zowel binnen- als buitenland die zich bogen over de vraag:‘Hoe kan je als gemeente of lokale organisatie op een effectieve manier racisme bestrijden’?
Genk en ECCAR
Bij aanvang van de dag werd toegelicht hoe twee steden hun deelname aan het ECCAR-netwerk (The European Coalition of Cities Against Racism) invullen. Eén van hen was Yasemin Yilmaz, stafmedewerker Diversiteit van de stad Genk, vertelde over de moeilijkheden waar de stedelijke administratie in het verleden mee te kampen kreeg op het gebied van werkloosheid en diversiteit. Doorheen de geschiedenis heeft de stad Genk een reeks migratiegolven gekend van arbeiders die in de Genkse mijnen kwamen werken. Toen de mijnen plots gesloten werden stond de stad voor een enorme uitdaging: werkgelegenheid creëren voor een bijzonder grote populatie van migranten. Ondanks die moeilijkheden wist de stad zichzelf steeds op een innovatieve manier heruit te vinden. Zo zorgen ze o.a. voor een pro-actief beleid inzake het aanwervingsbeleid. Potentiële kandidaten met diverse achtergronden worden voorbereid op de sollicitaties in de hoop dat er minder uitval zou zijn doorheen de aanwervingprocedures.
Racisme op de huisvestingsmarkt
Een belangrijk thema dat aan bod kwam, was racisme op de huisvestingsmarkt. Pieter-Paul Verhaeghe, professor Sociologie, gaf uitleg over zijn boek Liever Sandra dan Samira? waarin hij praktijktesten, mystery shopping en discriminatie onder de loep neemt. Zo leerden we bij dat racisme op de huisvestingsmarkt volgens Verhaege zich op drie manieren uit. De eerste vorm is de aversieve discriminatie. Hieronder vallen verbitterde makelaars die discrimineren omdat ze eenvoudigweg weigeren te verhuren aan een persoon met een migratieachtergrond zonder dat ze daar een reden toe hebben. Tegen deze diehard racisten zoals hij ze noemt, dient er krachtdadig opgetreden te worden. Dat kan alleen maar als er een sterk handhavingsbeleid van kracht is. De tweede vorm van racisme is de risicovermijdende discriminatie. Tot die groep behoren de makelaars die discrimineren uit angst dat er problemen zullen ontstaan met verhuurders als ze van niet-westerse origine zijn. De derde vorm van racisme is de onbewuste discriminatie waarbij makelaars discrimineren zonder dat ze zich daar bewust van zijn. De tweede en derde vorm van racisme kan men terugdringen door te sensibiliseren. Aan de hand van beklijvende verhalen en getuigenissen schetste Verhaege de pijnlijke realiteit van deze problematiek.
Rotterdam als voorbeeld
In de namiddag konden de deelnemers verschillende werkwinkels kiezen. Ik koos zelf voor de werkwinkel van Ronald Derks, beleidsadviseur integratie van de stad Rotterdam,en zijn collega Corrie Wolfs, beleidsadviseur discriminatiebestrijding. Samen lichtten ze toe hoe hun stad het racisme in het uitgaansleven en op de arbeidsmarkt aanpakt. Zo vertelden ze dat de stad een samenwerking is aangegaan met verschillende horecapartners die zich er vrijwillig toe verbinden om het deurbeleid te respecteren. Het deurbeleid van de stad Rotterdam houdt in dat horecazaken duidelijk de regels en kledingvoorschriften, die gerespecteerd dienen te worden in hun zaak, uithangen aan de deur. Die maatregel tracht discussie te vermijden over de weigering van iemands toegang tot een zaak. Indien mensen van niet-westerse origine voordien de toegang geweigerd werden zonder een geldige reden, is dit niet langer mogelijk vanwege dit beleid. Als er toch sprake is van onenigheid, dan bemiddelt de stad tussen de horecapartner en de cliënt. Wolf vermeldde dat inmiddels talrijke horecapartners in Rotterdam zich aan dit beleid houden en dat het een positieve impact heeft gehad in de strijd tegen racisme in het uitgaansleven. Ook Vlaamse steden zouden zeker met zo’n deurbeleid aan de slag kunnen.
Conclusie
Kortom de netwerkdag was een leerrijke dag waarbij er verschillende interessante ideeën werden uitgewisseld tussen de aanwezigen die op zoek waren naar concrete handvaten om ook in hun eigen gemeenten of steden de strijd tegen racisme aan te kunnen gaan of te verbeteren.