Onderzoek wijst uit dat het opvoeden van kinderen in een meertalige omgeving goed en voordelig is voor de ontwikkeling van een kind.
Tine Dessein, projectcoördinator van ‘Moeders zonder Grenzen’ en educatief medewerkster van de Federatie van Mondiale Democratische Organisaties (FMDO), vertelt over de opzet, het verloop en de uitdagingen van dit interessante initiatief.
In het kort over ‘Moeders zonder Grenzen’
Dertien vrouwen met tien verschillende nationaliteiten volgden de voorbije maanden vormingen over opvoeding en onderwijs in Oostende. Ze deden dit voor het FMDO-project ‘Moeders Zonder Grenzen’. Het Oostendse project biedt toegankelijke informatie aan ouders met een migratieachtergrond zodat hun kinderen met gelijke kansen opgroeien.
De vrouwen kregen informatie in het Nederlands over het onderwijssysteem in Vlaanderen, de werking van een CLB, een oudercontact, het belang van voorlezen, opvoedingstips... Zo werden ze klaargestoomd tot ambassadrices van het project. In februari geven zij hun opgedane kennis door aan ouders die dezelfde taal spreken. FMDO organiseert een Nepalese, Koerdische, Tibetaanse, Spaanse, Russische, Albanese, Arabische en Franse dialoogtafel waar de ambassadrices het woord nemen.
‘Moeders zonder grenzen’ klinkt wel interessant, vooral in een land waar diversiteit zo kleurrijk is. Kun je toelichten hoe het project ontstaan is en hoe de naam gekozen werd?
In 2012 hebben we het project ‘Sterke Vrouwen’ georganiseerd naar aanleiding van het gelijknamige project dat o.a. de thema’s opvoeding en tewerkstelling ter discussie stelde. We merkten dat er veel vragen over opvoeding en onderwijs aan bod kwamen, vooral onder de vrouwen. Meestal werken we met vrouwen omdat er minder vrouwen betrokken waren in verenigingen en ook minder vrouwen leiding gaven aan activiteiten in de verenigingen. Daarom wilden we hen bereiken, engageren en de kans geven om zich te empoweren. Maar niet alleen moeders ook andere vrouwen.
Via onze kennismaking en gedachtenuitwisseling ontdekten we dat veel vrouwen vragen over informatie met betrekking tot opvoeding en onderwijs hadden, niet wisten waar ze terecht konden, enzovoort. Daarom dachten we dat indien de informatie vertaald kon worden door de taalmachtige sprekers zelf, dergelijke informatie meer moeders kon bereiken. Ze fungeren als ‘brugfiguren’ voor hun eigen landgenoten. Waarom ‘zonder grenzen’? Omdat wij vrouwen van verschillende nationaliteiten bereiken en engageren om vormingen over opvoeding en onderwijs te volgen en daarna zelf ‘onderwijsambassadrices’ te worden om de informatie door te geven aan andere vrouwen.
Er zijn ook Vlamingen betrokken bij het project. Hoe komt dat?
We hebben twee actieve Vlaamse vrouwen die betrokken zijn en zelf mensen met een andere afkomst kennen. Zij kunnen de informatie aan hen doorgegeven.
Welke activiteiten werden in het kader van ‘Moeders zonder Grenzen’ georganiseerd?
We hebben vormingen georganiseerd over opvoeding en onderwijs voor moeders met diverse culturele achtergronden. We zochten vrouwen die na het volgen van een vormingstraject ambassadrice kunnen worden en hun aangeleerde kennis kunnen doorgeven aan andere moeders. Naast de vormingen organiseerden we ook leuke activiteiten en uitstappen voor ouder en kind naar cultuurcentrum De Grote Post. Andere voorbeelden zijn een tentoonstelling over dit thema in de bibliotheek en het lanceren van een voorleessessie.
Wat betreft het vormingstraject hebben we vormingen over inschrijving op school, de rol van het CLB, over het oudercontact, het onderwijssysteem in Oostende en in Vlaanderen, genderbewust opvoeden, grenzen stellen in opvoeding, het belang van voorlezen, en over kleuterparticipatie. Anderstalige ouders kunnen zich bijvoorbeeld informeren over de verschillende keuzerichtingen na het secundair onderwijs enzovoort. Het project wordt gesteund door het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid, en krijgt inhoudelijke steun van de verschillende partners zoals de Wegwijzer, de Christelijke Mutualiteit, VormingPlus, Inloopteam De Viertorre, en Thuiszorg Bond Moyson.
We willen ook enkele mythes over opvoeding doorbreken zoals meertalig opvoeden en gendergerelateerde stereotiepe toekomstige jobs. Bijvoorbeeld, het is niet waar dat moeders hun moedertaal niet meer moeten spreken met hun kinderen. Ze zouden, in vergelijking met hun Nederlandstalige klasgenoten, een achterstand op school hebben. Onderzoek wijst uit dat het opvoeden van kinderen in een meertalige omgeving goed en voordelig is voor de ontwikkeling van een kind. Daarnaast willen we ook genderstereotypen doorbreken. Een meisje kan bijvoorbeeld ook automechanica volgen en een jongen kan ook model of ontwerper worden.
Wat is het verschil tussen ‘Sterke Vrouwen’ en ‘Moeders zonder Grenzen’?
Het project ‘Sterke Vrouwen’ keek binnen een korte periode naar verschillende problematische thema’s waaronder tewerkstelling, opvoeding, onderwijs en discriminatie. We zijn gekomen tot ‘Moeders zonder Grenzen’ naar aanleiding van de meest gestelde vragen. We dachten dat het beter was om ons te concentreren op twee belangrijke thema’s opvoeding en onderwijs. Dus in mei 2013 gingen we aan de slag met de organisatie en planning van het project, subsidiedossier indienen en publiciteit maken.
Zijn er nog andere partners betrokken bij de realisatie van het project?
Het is een project van FMDO. Jaarlijks werken wij met het educatieve team verschillende projecten uit. Een dergelijk project kan je als organisatie niet alleen doen. Je hebt partnerorganisaties nodig. Het was ook belangrijk om samen te werken met verschillende organisaties zoals het CLB, de Wegwijzer, brugfiguren en de medewerkers van het Minderhedenforum om te polsen welke soort vragen het meeste gesteld worden en de knelpunten van de problemen.
Het doel is uiteindelijk onze ambassadrices vertrouwd te maken met de verschillende partners bij wie ze terecht kunnen. Door de gedeelde ervaringen werden de vormingssessies leerrijker, wat in het voordeel van de cursist was.
Met VormingPlus bijvoorbeeld hebben we samengewerkt om verhalen en sprookjes uit verschillende landen in het het Nederlands te brengen tijdens een voorleessessie en tentoonstelling in de bibliotheek. We werken dus eigenlijk niet in isolatie. We werken, als een team, inhoudelijk en op ondersteunende wijze nauw samen.
Het project is bijna afgerond met de langverwachte ambassadricesessie volgende week in Westdiep. Wat waren de grootste uitdagingen tijdens het verloop van het project?
Ik denk dat we de vormingen eigenlijk over een langere tijd moesten spreiden. Uit de praktijk blijkt dat de vormingen te kort na elkaar gepland waren waardoor de informatie misschien niet genoeg doorgedrongen is. Misschien hadden de cursisten nood aan wat meer tijd om de informatie zelf te verwerken. Het vraagt veel engagement van de vrouwen. Iedereen werkt ook en heeft een eigen gezin. Daardoor was het een beetje moeilijk omdat sommige vrouwen niet alle vormingen konden volgen, maar alleen een deel van de reeks. Daardoor moesten we ook verschillende individuele sessies organiseren om de vrouwen te helpen bij het inhalen van de gemiste vormingen. Een ander probleem is dat wij geen ambassadrices van Afghaanse origine kennen die de Afghaanse gemeenschap kunnen bereiken, hoewel ze in vergelijking met de andere bevolkingsgroepen in grote getale in Oostende aanwezig zijn.
Wat zijn de plannen na het afsluiten van dit project? Komt er een vervolg of een tweede editie?
Er waren nog andere opvoedings- en onderwijsthema’s die niet besproken werden. Ideaal zou zijn om het project uit te breiden en onze bestaande ambassadrices verder op te leiden. Zo krijgen ze meer informatie over andere thema’s en kunnen ze ook meer landgenoten bereiken. We hopen dat deze ambassadrices verder versterkt kunnen worden om zelf informatie door te geven aan anderen. Misschien kunnen we op bezoek gaan bij verschillende diensten zodat ze die beter leren kennen en ermee vertrouwd raken, een praatgroep organiseren en eventueel ook vaders bereiken.
Bedankt Tine, voor je tijd en dit leuke en informatieve gesprek. Ik wens jullie succes met de Ambassadricesessies.
*Dit artikel is geschreven met dank aan de 'Basis workshop Journalistiek' van Kif Kif en begeleid door de ervaren journaliste, Débora Votquenne, werkzaam als Freelancer en in dienst bij Headline NFP.
[Artikel verbeterd door Julie Praet / redactie: Sayira Maruf]