Men besteedt al te vaak geen prioriteiten aan gettowijken, maar door de optreden van deze moedige handelaars komt er hopelijk verandering. Of hoe ondernemen mensen en gemeenschappen naar elkaar doet groeien.
De Turkse bakker met zijn lekkere brood, de Pakistaanse nachtwinkel waar je je sigaretten haalt, de Marokkaanse kruidenier... Het zijn evenzoveel allochtone ondernemers die een heel hindernissenparcours aflegden en enorm geïnvesteerd hebben in hun etalages voor ze je hun koopwaar konden aanbieden. Wat hun verenigt, is hun straat, hun wijk, kortom: Antwerpen.
De allochtone middenstand manifesteert zich vooral in concentratiebuurten. De Handelstraat, Abdijstraat, Brederodestraat en Turnhoutsebaan om maar een paar te noemen. Een historisch gegroeid fenomeen en ook een logisch gevolg van het aanbieden van diensten en producten aan de eigen groep. Vele allochtone ondernemers hebben zich in eenzelfde niche van horeca en detailhandel geboord. Hun geografische keuze draagt dan ook gevolgen mee op vlak van veiligheid en de gezelligheid in deze buurten. Moeten we hun dan in de steek laten? Neen. Zij staan in de frontlinie als het gaat over onze strijd als samenleving voor een “buurtverheffing” en de inwoners van de “getto” uit hun marginaliteit te halen, allochtone handelaars creëren ook kansen in buurten waar de verzuring en afgunst heersen, het is dankzij hun dat wijken als ’t Kiel en Offerandestraat terug herleven. Een opmerking van een buurtbewoonster vat het mooi samen: "dat zijn weeral een paar mensen die niet werkloos zijn."
Ook tijdens de kerstperiode waren de Handelstraat en Kort Zavelstraat voor het eerst in jaren terug versierd met mooie verlichting, dankzij moslimhandelaars in samenwerking met UNIZO. Ze gaven daarmee het signaal dat diversiteit hand in hand kan gaan met het vieren van de tradities. Een signaal dat goed werd ontvangen door de buurtbewoners: eindelijk is de trots van hun straat terug tot leven gebracht. En door wie ...
Uiteraard zijn allochtone ondernemers in de eerste plaats ondernemers die ook meedenken aan de veiligheid van hun straat en voor een aangename buurt streven. Maar ongewild dragen ze ook een missie mee: ondernemerschap verenigt de bevolkingsgroepen in onze samenleving.
Stadsbestuur, politie, ondernemers, straathoekwerkers en buurtbewoners zijn allen partners in het streven naar een zo veilig mogelijk winkel- en uitgaansgebied in buurten als Seefhoek. Informatie over de veiligheid is daarbij van groot belang. Daarom waren we vanuit UNIZO Antwerpen vragende partij voor een buurt informatie netwerk (BIN). Dit heeft inmiddels plaatsgevonden. Maar helaas moeten we al te vaak vaststellen dat de politiediensten geconfronteerd worden met een prangende probleem die om structurele oplossingen schreeuwt: namelijk de problematiek van drugshandelaars zonder verblijfsvergunning.
We zijn ervan bewust dat de oplossing niet alleen op de schouders van de stadsdiensten rust, maar bij hogere overheden, men moet harder en sneller ingrijpen: illegalen die criminele feiten plegen, moeten worden ondergebracht in gesloten centra, met als enige optie de terugkeer naar hun land van herkomst, en de strafmaat voor drugsmisdrijven moet worden opgetrokken. Daarop besparen is voor ons geen optie, op veiligheid van mensen bespaar je niet.
Allochtone ondernemers in Antwerpen overstijgen stilaan maar zeker het groepsdenken dat onze samenleving verziekt. We hebben hen zien strijden met autochtone buurtbewoners voor meer veiligheid en een leefbare wijk, en ze krijgen steun van alle Antwerpenaars, ongeachte religie, afkomst of huidskleur. Jammer genoeg ligt het stadsbestuur met zijn verkeerde aanpak nog in zijn ziek bedje van vooroordelen, segregatie en tribalisme: men besteedt al te vaak geen prioriteiten aan gettowijken, maar door de optreden van deze moedige handelaars komt er hopelijk verandering. Of hoe ondernemen mensen en gemeenschappen naar elkaar doet groeien.
Nico Volckeryck Is voorzitter van UNIZO Antwerpen Stad en werkt in deze functie nauw samen met de ondernemers van de Seefhoek en Turnhoutsebaan in strijd tegen de overlast in de getroffen wijken.