BEELDBREKERS: Anti-racisme en politiek

Mevrouw Aouragh vindt het zeer frustrerend om het altijd eerst over de term te hebben: “Racisme is een systeem van generalisaties tegenover een groep mensen met gemeenschappelijke eigenschappen. (...). De generalisaties zijn in het geval van racisme negatief van aard en leiden tot uitsluiting.”
BEELDBREKERS: Anti-racisme en politiek

Ondertussen kunnen we volgens Miriyam spreken van een evolutie van zwartracisme naar Islamofobie.

 


In de reeks beeldbrekers vond op 28 februari de lezing ‘Antiracisme en politiek’ plaats in de Pianofabriek te Brussel. Beeldbrekers bestaat uit een reeks filosofische lezingen die maandelijks georganiseerd worden. De lezingen zijn een poging om stil te staan bij vragen waar we mee geconfronteerd worden in onze huidige multiculturele samenleving.
Op 28 februari kwamen Miriyam Aouragh en Jef Verschueren hun ervaringen delen met het publiek over het onderwerp: Anti-racisme en politiek.

SITUATIE IN NEDERLAND

Miriyam is een Nederlandse antropologe. Ze omschrijft zichzelf naast antropologe ook als activiste in de strijd tegen racisme. Ze is actief lid van de ‘Internationale Socialisten in Nederland’.

Miriyam begint de avond met een uiteenzetting over de term ‘racisme’. Nederland kent een zwakke geschiedenis in de strijd tegen racisme in tegenstelling tot de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk. De bewegingen tegen racisme in de jaren 80 waren voornamelijk gericht tegen het bestrijden van zwartracisme.

Ook in Nederland ontstonden destijds enkele gelijkaardige moralistische bewegingen zoals de antiapartheid beweging. Vandaag de dag krijgt de term racisme nog steeds betekenis in de zin van blank tegen over zwart. Mevrouw Aouragh vindt het zeer frustrerend om tijdens maatschappelijke debatten het altijd eerst over de term te hebben waarbij er nauwelijks tijd overblijft om het over de inhoud te hebben. Een juiste definitie volgens haar is de volgende: “Racisme is een systeem van generalisaties tegenover een groep mensen met gemeenschappelijke eigenschappen. Deze gemeenschappelijkheden zijn zeer uiteenlopend, naast ras kunnen deze ook etnisch of religieus zijn. De generalisaties zijn in het geval van racisme negatief van aard en leiden tot uitsluiting.” Bijvoorbeeld bij sollicitaties worden vaak associaties gemaakt die bewust of onbewust een kandidaat op voorhand uitsluiten.

Ondertussen kunnen we volgens Miriyam spreken van een evolutie van zwartracisme naar Islamofobie. Het is een internationaal fenomeen dat door zogenaamde intellectuelen op gang werd getrokken. Religiekritiek werd zodanig niet erkend als racisme. De ‘war on terror’ creëerde een te liquideren vijandsbeeld namelijk de islam. Deze dynamiek kwam op internationaal vlak uitdrukkelijk in beeld na 9/11 maar bestond in feite al sinds de Golfoorlog in 1990.

Islamofobie manifesteert zich op verschillende niveaus. Voor het jaar 2000 was de politieke weerslag minder expliciet. Tussen 2000 en 2005 begon men in politieke kringen de term Eurabië te hanteren. Eurabië is de absurde angst dat moslims Europa gaan overnemen. Dit beeld kent een hoogte punt in 2005 met de gemediatiseerde Ayaan Hirsie Ali. Uiteindelijk sprak men over een groep migranten die zich in een erbarmelijke sociaal-economische situatie bevinden. Waarom wordt dit angstbeeld gecreëerd?

Miriyam maakte ook de vergelijking hoe politiek Nederland op hetzelfde moment omging met antisemitisme. Ze stelt de vraag waarom de politieke wereld uitsluiting van de ene bevolkingsgroep wel serieus neemt en uitsluiting van een andere bevolkingsgroep electoraal gebruikt.

Wat mevrouw Aouragh het meest verontruste was de afwezigheid van linkse kritiek bij racisme en de verschuiving naar een centrumrechts neoliberalisme in het algemeen. Een poging van linkse partijen om electoraat terug te winnen van extreemrechts. Ondertussen is er in feite geen duidelijke opdeling tussen links en rechts waar dit wel het geval was in de jaren 80 en 90.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is de essay van Paul Scheffer in 2000: ‘Het multiculturele drama’. Hij wou naar eigen zeggen taboes doorbreken en problemen durven aankaarten. Als bekend links figuur in Nederland bracht hij migratie clichématig in beeld. Volgens Miriyam Aouragh maakten figuren als Paul Scheffer Pim Fortuyn groot. Na de dood van Pim Fortuyn door extreem links, was links Nederland volledig verlamd. Het was het genadeschot voor links. Niemand durfde nog uitspraken of het programma van rechts in vraag stellen. Het is wel belangrijk op te merken, volgens Miriyam, dat links zoals eerder vermeld veel eerder een inhoudelijke verschuiving maakte naar rechts.

De volgende politieke moord in Nederland was de moord op Theo Van Gogh. Ditmaal door een moslim. Na deze moord werden er gedurende twee weken de meeste aanslagen ooit op moslims (scholen, moskeeën en burgers) in Nederland gepleegd. Op hetzelfde moment namen moslimorganisaties uit angst een eerder defensieve houdin gaan door bijvoorbeeld bizarre initiatieven ter ere van Theo Van Gogh te organiseren. De absurditeit kon niet groter. De man in kwestie was de uitvinder van de woorden ‘geitenneuker’ en ‘kutmarokkaan’. Daarnaast gebeurde dit in een periode dat de moslimgemeenschap geconfronteerd werd met wraakacties voor een daad van een individu.

In het geval van Mohamed B. ging het volgens de meerderheid om een moslim, punt. De moslimgemeenschap nam een defensieve houding aan in plaats van offensief. Dit vonden Miriyam en de actiegroep ‘Internationale Socialisten in Nederland’ een spijtige zaak. Zelf organiseerde ze na de gebeurtenissen de actie ‘Stop de hetze’. Ze ondernamen pogingen om linkse partijen erbij te betrekken. Links en zeker de oude garde wou zich niet achter de actie scharen. Desondanks was de actie een licht succes te noemen. Jonge mensen met verschillende achtergrond konden zich wel herkennen in de actie.

Nu zien we volgens Miriyam Aouragh veel meer bewuste jonge Nederlandse moslims. De jonge generatie is veel meer bezig met actief burgerschap: we zijn wie we zijn en maken deel uit van de maatschappij. Tegelijkertijd neigt de houding van jonge moslims naar gewenning van racisme. Aouragh haalde het voorbeeld aan van haar jongere broertje die preventieve fouillering op basis van afkomst als de normale gang van zaken zag.

Miriyam Aouragh eindigde haar uiteenzetting met de positie van PVV in het huidig politieke landschap in Nederland. Ze vertelde hoe Wilders als coalitiepartner ultieme macht heeft over de regering. Het is hij die bepaalt of de regering valt of er staat. De regering is machteloos en kiest ervoor om inhoudelijk in te gaan op de wensen van Wilders om zijn eigen ondergang te vermijden.

Miriyam had het ook over prominente Nederlandse Joden die zich keren tegen de PVV. Ze maken de vergelijking met de jaren dertig: Hoe één man in tijden van economische crisis een bevolkingsgroep uitsluit en haat zaait onder de mensen. Een vergelijking die je als moslim zelf absoluut niet mag maken of je wordt in een hoekje van extremisme geduwd.

Uiteindelijk zijn antisemitisme en Islamofobie beiden vormen van onversneden racisme. Aouragh vertelt over de actie van tv-producent Harry de Winter: hij gebruikte een uitspraak van Wilders en verving 'moslim' door 'jood' en plaatste dat in een advertentie. Meteen regende het reacties van verontwaardiging omwille van de vergelijking.

SITUATIE IN BELGIË

De tweede spreker van de avond was Jef Verschueren, linguïst aan de Universiteit van Antwerpen. Hij is gekend van zijn publicaties ‘Het migrantendebat’ en ‘Debating Diversity’.

Jef Verschueren pikt in op Miriyam's uiteenzetting. België kent veel gelijkenissen met de situatie in Nederland betreft anti-racisme en politiek. Althans in Vlaanderen. Verschueren geeft meteen aan zich tot Vlaanderen te beperken in zijn uiteenzetting.

In Vlaanderen kenden we de start van het migrantendebat in 1992 na het electoraal succes van het toenmalige Vlaams Blok. De eerste Zwarte Zondag. Sindsdien werd de politieke agenda door extreemrechts bepaald. Ook in Vlaanderen hebben linkse partijen naar extreemrechts neigende standpunten overgenomen in plaats van zelf met een duidelijke inhoudelijke boodschap te komen.

Het cordon sanitair werd gelanceerd tegen het Vlaams Blok omwille van het ondemocratische karakter van de partij. Tegelijkertijd namen andere partijen standpunten over van het VB en voerden deze uit om electoraat terug te winnen. Het cordon sanitair zorgde zo voor een schijndemocratie. Want alles wat geen VB was, was democratisch. De grote politieke families stopten met het denken over het concept democratie. Het basisprincipe van democratie dat iedereen kan zijn wie hij of zij wil zijn werd opzij geschoven.

Er ontstond een beweging van homogenisering. Dit uitte zich in de praktijk in discriminatie. Een voorbeeld hiervan volgens Professor Verschueren is het hoofddoekverbod aan loketten door de stad Antwerpen. Zonder enige vorm van dialoog met de betrokkenen worden er islamofobe maatregelen getroffen verpakt in valse legitimaties.

Het hoofddoekverbod werd gelegitimeerd onder het mom van laïcisme (scheiding tussen kerk en staat). Maar in feite ging het erom de zichtbaarheid van de islam te elimineren. Zo zagen we tijdens het domino effect dat het hoofddoekverbod aan loketten teweegbracht, dat ziekenhuizen moslima’s wel toelieten om speciale ziekenhuiskapjes te dragen in plaats van een hoofddoek. Dit illustreert zeer duidelijk dat het in feite ging om het elimineren van een zichtbaar islamitische praktijk.

Links voerde met zulke maatregelen het beleid van rechts uit onder valse politiek correcte legitimaties zoals laïcisme en gelijkheid van man en vrouw. Politiek correct handelen zou moeten betekenen dat minderheden worden beschermd en gerespecteerd. De realiteit was echter dat de maatregelen telkens over de hoofden van minderheden heen genomen werden (en worden) door de politiek.

Jef Verschueren haalde ook aan dat het huidig racisme een strijd is geworden tegen de lagere sociale klassen binnen de maatschappij. Zo bevinden veel moslims en Roma’s zich in de lagere sociale klassen en dat zijn de twee groepen die momenteel het meest aangevallen worden.

Professor Verschueren wees er ook op dat politici vandaag de dag te veel bezig zijn met electoraat, de essentie van politiek gaat verloren. De politiek denkt en handelt op metaniveau, wat kenmerkend is voor het neoliberalisme. Hij heeft weinig hoop dat de politiek op korte termijn van enige betekenis kan zijn in de strijd tegen racisme. We mogen meer verwachten van een degelijk educatief proces in het onderwijs. Jongeren zouden tijdens hun scholing moeten leren en ervaren wat de essentie van democratie is.

Tenslotte had Jef Verschueren het over de taalobsessie die er in Vlaanderen heerst. In Vlaanderen spreken één op de zes gezinnen een andere taal. In de politiek bestaat die meertaligheid niet. Bijgevolg is er een grote afstand tussen politiek en de mensen waaruit de samenleving is opgebouwd. We zien Vlaamse politici taal hanteren als uitsluitingsmiddel om te komen tot de éénvormigheid waarmee zij vertrouwd zijn. Zo moet men om toegang te krijgen tot een sociale woning de Nederlandse taal kennen of bestuderen.

Wat opviel is dat beide sprekers de strijd tegen racisme vandaag de dag zagen als een strijd tegen Islamofobie. Ook hadden ze het beiden uitgebreid over het aandeel van linkse politieke partijen in de totstandkoming van een gelegitimeerd sfeertje rond moslimbashing. Opvallend was ook de actie van Harry De Winter waar Miriyam Aouragh verslag over deed. Dat de actie niet gesmaakt werd en veel reacties teweeg bracht toont wederom de dubbele moraal waarmee we in West-Europa op het moment mee af te rekenen hebben.

Laat één ding duidelijk zijn: de wetten om antisemitisme te bestrijden mogen op geen enkele wijze in vraag worden gesteld. Ze kennen een gruwelijke geschiedenis die eraan vooraf is gegaan. En ja, antisemitisme is de wereld nog niet uit. Ik denk hierbij aan de anti-joodse leuzen die afgelopen dertig jaar tegenover Ajax (wordt gezien als een jodenclub) gescandeerd werden. Dergelijk gedrag kan niet en wordt terecht bestraft. Ik zie echter geen politieke motieven in het gedrag van de hooligans en toch zie ik politici dit gedrag terecht aanpakken. Mooi.

Twee dagen nadat ik de lezing heb bijgewoond lees ik in de krant: antisemitisme wordt prioriteit. De ministers van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) en Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD), hebben heel wat maatregelen bedacht zoals een referentiemagistraat voor antisemitisme bij justitie en referentie-agenten bij de politie, alsook bijzondere aandacht rond antisemitisme tijdens de opleiding van politieagenten. Mooi.

Gaan we het in één ruk verder hebben over de positie van moslims in West-Europa gedurende de afgelopen dertig jaar, dan bevinden we ons op glad ijs. Om één of ander bizarre reden mag dat niet. De islam werd wel systematisch door de politiek aangevallen. We zien het populisme van voor de Tweede Wereldoorlog zich herhalen maar ditmaal tegenover een andere bevolkingsgroep. Overal in West-Europa duiken er extreemrechtse figuren op die electoraal winst boeken door het veralgemeniseren van ideeën over één gehele bevolkingsgroep nl. ‘de moslim’. Alsof dat zou kunnen bestaan ‘de moslim’. Alsof dat zou kunnen bestaan ‘de jood’. Ik mis wel in het publieke debat een stem in Vlaanderen zoals Nederland die wel kent. Ik heb het dan over de actiegroep ‘Een Ander Joods Geluid’ waar Harry De Winter deel van uitmaakt.


Ook opmerkelijk vond ik de vaststelling van Jef Verschueren dat racisme een strijd is geworden tegen de lagere sociale klassen. Volgens onderzoek van Centrum OASeS (Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad) leeft 55 procent van de Belgen van Marokkaanse herkomst en 59 procent van de Turkse Belgen onder de armoederisicogrens. Autochtonen hebben een armoederisico van 12%. Het is een feit dat armoede in België gekleurd is. De onderzoekers van OASeS noemen het armoedeniveau van migranten hallucinant.

Waar blijven prioritaire aanpakken van de ministers om bestaande uitsluitingmechanismen op de arbeidsmarkt, de huizenmarkt en in het onderwijs weg te werken voor minderheden?

Want vergis u niet mijnheren en mevrouwen van de politiek, uw ogen sluiten - en ik ga zelf een stap verder -  het in de hand werken van die uitsluitingsmechanismen die minderheden in de armoede duwt, is racisme.

Zoals Professor Verschueren aanhaalde is het politiek correct handelen het beschermen en respecteren van minderheden, is het basisprincipe van democratie dat iedereen kan zijn wie hij of zij wil zijn zolang dit niet indruist tegen de mensenrechten. Laïcisme kan enkel invulling krijgen volgens de mensenrechten. Godsdienstvrijheid is een mensenrecht. Stop de valse debatten en maatregelen zoals die rond het ritueel slachten en het hoofddoekverbod. Zet in op gelijkwaardige participatie van minderheden op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en op de woonmarkt. Arbeid, onderwijs en wonen zijn mensenrechten. Bestrijden van elke vorm van discriminatie is dit ook. Anti-racisme en politiek, nog een lange weg af te leggen.

Bronnen:
- http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120301_261
- http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=*OASES
- http://eajg.nl/