Ondanks de grote groep van Marokkaanse Berbers in Nederland en België moest je tot voor kort literatuur van Berberauteurs in Frankrijk halen en in het Arabisch of het Frans lezen
Uitgeverij Atheneum maakt met de reeks ‘De Berberbibliotheek’ verborgen wereldliteratuur beschikbaar voor een Nederlandstalig publiek, zo bleek bij deBuren.
“Daar was nood aan”, aldus literair vertaalster Hester Tollenaar tijdens een ontmoetingsavond bij de partner van het project, het Vlaams-Nederlands Huis deBuren. “Ondanks de grote groep van Marokkaanse Berbers in Nederland en België moest je tot voor kort literatuur van Berberauteurs in Frankrijk halen en in het Arabisch of het Frans lezen. Daar willen we met deze reeks vertalingen naar het Nederlands iets aan veranderen.”
De eerste auteur in een reeks van een tiental romans, is Mohammed Khaïr-Eddine. Deze Marokkaan met Berberachtergrond ging in de jaren ’60 vrijwillig in ballingschap in Frankrijk en publiceerde daar in 1984 zijn meest representatieve roman, ‘Leven en legende van Agoun’chich’. Daarin verweeft Khaïr-Eddine zijn eigen terugkeer naar zijn geboortestreek in Zuid-Marokko, na 20 jaar ballingschap, met de legende van Agoun’chich, een gewelddadige versie van Don Quichote. Het werd een ode aan de orale Berberse verteltradities, maar ook een schets van een Marokko in verandering.
Schrijfster Rachida Lamrabet, zelf Belgisch-Marokkaanse met Berberachtergrond, herkent de gelaagde strijd die Khaïr-Eddine in zijn roman voert. “Hij voert net als het personage Agoun’chich een strijd tegen de moderniteit, tegen het verdwijnen van zijn wereld en tegen de Franse kolonisator. Centraal is de strijd voor vrijheid, maar ook de strijd tegen zichzelf. Agoun’chich vraagt zich af of hij als een soort Don Quichote tegen windmolens moet blijven vechten of als een gewone man door het leven moet.”
“Schrijven is een wapen,” zei de in 1995 overleden Khaïr-Eddine zelf en dat citaat tekent meteen deze notoir opvliegende schrijver die vandaag nog altijd even actueel is. “Hij had een groot onrechtvaardigheidgevoel,” vertelt Rachida Lamrabet en ze verbindt het engagement van Khaïr-Eddine en andere Berberse auteurs met de Arabische Lente die de voorbije maanden de Maghreb in beweging zette.
“Vandaag zijn de Noord-Afrikaanse jongeren ook onverzettelijk in hun protest tegen de autocratische overheden. Ze willen het juk van zich afwerpen, ze willen net als Khaïr-Eddine meer vrijheid. Vluchten is geen optie. In Marokko is de situatie misschien minder uitgesproken, maar voor Berbers toch penibel.” Hester Tollenaar, die het land ondertussen ook goed kent, treedt haar in die nuancering bij: “In Marokko speelt het koningshuis een verbindende rol”. Daardoor zijn volgens Lamrabet en Tollenaar de protesten – die er zeker zijn – minder wrang en lopen ze minder uit de hand.
Ondanks de actuele en universele thematiek van ‘Leven en legende van Agoun’chich’ was het vertalen ervan, zelfs uit het Frans, geen gemakkelijke klus. Hester Tollenaar: “Eerst moest de klassieke Franse schrijfstijl die we in het Nederlands niet gewoon zijn, weggepoetst worden. Maar de grote moeilijkheid zat in de voortdurende toonwisseling, van lieflijk over bijtend, tot heel humoristisch, met vaak raadselachtige passages. Om de schrijfstijl van Khaïr-Eddine helemaal te kunnen vatten, heb ik me dan ook ondergedompeld in zijn volledige oeuvre.”
Dit artikel verscheen eerder op Knack Boekenburen, de boekensite van Knack.be