Zowat een jaar geleden sloeg de paniek toe. Corona had definitief voet aan grond gekregen in België. Niemand wist op dat moment hoe en in welke mate het virus om zich heen zou grijpen. Een nieuwe versie van de pest? Met miljoenen doden? Of niet meer dan een stevige griep waar al te hysterisch werd over gedaan? Er was weinig om op voort te bouwen. We kenden de beelden en verhalen uit het Chinese Wuhan, waar in allerijl een nieuw ziekenhuis gebouwd werd, met bijzonder draconische vormen van lockdowns en quarantaines. En toen bereikten ons de beelden uit Italiaanse ziekenhuizen waarin patiënten op de grond lagen of werden ondergebracht in snel geïmproviseerde veldhospitalen.
Het onvermijdelijke gebeurde. België ging in lockdown. Op 12 maart besloot de nationale veiligheidsraad over te gaan tot de sluiting van scholen, horeca en alle publieke evenementen af te gelasten. Enkele dagen daarna werd ook de sluiting van niet-essentiële winkels bevolen en werden niet-essentiële verplaatsingen verboden. Stadscentra lagen er spookachtig verlaten bij, het constante achtergrondlawaai van auto’s verdween nagenoeg, voor supermarkten vormden zich lange rijen en ondertussen stroomden de patiënten de ziekenhuizen binnen.
Naarmate de frustratie en uitzichtloosheid in deze gezondheids- en maatschappelijke crisis groeide, wonnen verschillende vormen en varianten van wantrouwen ten aanzien van het wetenschappelijk bedrijf terrein
Aanvankelijk leek er sprake van grote unanimiteit. Wie in februari en begin maart nog enigszins lacherig kon doen moest zijn of haar standpunt ijlings herzien. Er werd geapplaudisseerd voor het zorgpersoneel en het klonk dat we even – er werd toen gesproken over enkele weken, misschien maanden – op onze tanden moesten bijten. Maar het draaide anders uit. Nadat de eerste piek achter ons lag, weerklonk een aanvankelijk aarzelende maar dan steeds luider wordende roep om versoepelingen. Die kwamen er tegen de zomer, tot de cijfers weer toenamen in sommige steden, waarop nieuwe strengere maatregelen volgden zoals de mondmaskerplicht of de avondklok. Dit jojo-effect is zich blijven herhalen en het maatschappelijk debat surfde mee op de golven van de curve: voorstanders van versoepeling kregen wind in de zeilen wanneer besmettingen en ziekenhuisopnames daalden en die terreinwinst moesten ze afgeven wanneer de cijfers weer stegen. Tot op heden is het maatschappelijke debat niet uit dat irritante binaire stramien geraakt.
Gezonde achterdocht versus pseudowetenschap
Naarmate de frustratie en uitzichtloosheid in deze gezondheids- en maatschappelijke crisis groeide, wonnen verschillende vormen en varianten van wantrouwen ten aanzien van het wetenschappelijk bedrijf terrein. Valse profeten, dikwijls met academische titels, trokken de expertise van collega-wetenschappers in vraag, zaaiden twijfel over de ernst en ware omvang van de pandemie en predikten dat de remedie zoveel erger was dan de kwaal van zodra de herinnering aan de kwaal ietwat vervaagde. Hierbij werd vaak een grijze zone betreden waarin terechte kritiek steeds minder te onderscheiden viel van pseudowetenschap en erger. Mede door deze verschuiving konden de meest fantastische complottheorieën worden verspreid.
Sommige alternatieve, kritische media die aan de basis lagen van #BeterNaCorona kwamen door deze toename aan coronascepticisme soms in een lastig parket. Enerzijds erkennen alle in #BeterNaCorona verenigde media de deugd van een zekere achterdocht, van een kritische ingesteldheid waarin niks zomaar kan aangenomen worden, van een twijfel die het liefs zo lang en zo breed mogelijk wordt opgerekt. Anderzijds moesten we het voorbije jaar soms vaststellen dat een twijfel die zichzelf niet langer betwijfelt kan uitmonden in het tegendeel van kritiek, dat achterdocht een opstap kan zijn naar paranoïde waanvoorstellingen over allerhande elites met duistere plannen. Misschien is het vandaag wel de taak bij uitstek om van kritische media om niet enkel kritisch te zijn tegenover de macht maar ook om grenswachter te spelen op het terrein waar kritiek en complot elkaar ontmoeten.
Het probleem met verschillende varianten van complotdenken en pseudowetenschap is niet alleen de onverzoenbaarheid met journalistieke principes. Vanuit de opzet van #BeterNaCorona stuit het vooral tegen de borst dat door het veralgemeende scepticisme de essentiële politieke en maatschappelijke vragen waar deze crisis ons toe brengt, naar de achtergrond verdwijnen door bepaalde groepen te essentialiseren. Zoals in de vele verschillende bijdragen die het voorbije jaar onder de hashtag #BeterNaCorona zijn verschenen, willen we opnieuw benadrukken dat:
1. De globale pandemie niet kan losgekoppeld worden van ecologische roofbouw. Dat Covid-19 kon overslaan van dieren naar mensen, heeft alles te maken met het feit dat de mens steeds dieper doordringt in ecosystemen die voorheen geïsoleerd waren. Wetenschappers waarschuwen reeds lang dat toenemende ontbossing en uitbreiding van industriële landbouw de kans op pandemieën verder zal doen toenemen. Toekomstige pandemieën vermijden, veronderstelt een drastische ommezwaai in hoe we met natuurlijke rijkdommen omgaan. De noodmaatregelen die naar aanleiding van Covid-19 genomen werden, bieden hiervoor een mogelijke opportuniteit. De massale introductie van telewerk laat ons bijvoorbeeld toe om na te denken over hoe we ons in de toekomst willen verhouden tot mobiliteit. Of de beperking van het niet-essentiële internationale verkeer schept mogelijkheden voor meer duurzame en lokale vormen van toerisme. Het komt erop aan om dit soort mogelijkheden vast te grijpen, te onderzoeken en als basis te nemen voor een meer duurzame maatschappelijke organisatie.
Zonder het sociale vangnet dat we op dit moment hebben, zou het sociale drama niet te overzien geweest zijn
2. De sanitaire maatregelen die naar aanleiding van Covid-19 werden genomen hebben duidelijk gemaakt wie en wat werkelijk essentieel is in de economie. Bij aanvang van de lockdown werd de lof gezongen over ‘essentiële werkers’ – de mensen die de rekken vullen, de treinen, trams en bussen besturen, de zieken verzorgen, de bevoorrading voorzien en dergelijke meer – maar die lofzang verstomde vrij snel. Al wie essentieel werk verricht mocht dat werk uiteindelijk gewoon weer verder doen onder dezelfde (precaire) voorwaarden als voorheen, maar met het gevaar op besmetting erbovenop. Corona heeft bestaande sociale ongelijkheden en tegenstellingen op tal van manieren verder uitvergroot. Het debat over die ongelijkheid en de sociale strijd die nodig is om ze tegen te gaan, dienen meer dan ooit opnieuw op de voorgrond geplaatst te worden.
3. Corona heeft het belang van een sociale zekerheid aangetoond. Zonder het sociale vangnet dat we op dit moment hebben, zou het sociale drama niet te overzien geweest zijn. Maar tegelijk moet goed beseft worden dat de sociale impact van de coronamaatregelen zich op vertraagde wijze doorzet en dat de ware tol van de sociale crisis pas de komende jaren zal duidelijk worden. Daarom moet nu, meer dan ooit, ingezet worden op een versteviging en verdere uitbouw van de sociale zekerheid en publieke diensten. Bijzondere aandacht moet daarbij gegeven worden aan de zorg.
De vaccinatiepolitiek toont aan dat deze wereld nog steeds vormgegeven wordt door achterhaalde structuren
4. De vaccinatiepolitiek toont aan dat deze wereld nog steeds vormgegeven wordt door achterhaalde structuren. De snelle ontwikkeling van vaccins kwam er door massale publieke financiering, goed samenwerkende onderzoekers en universitaire laboratoria, en prefinanciering van bestellingen. Toch slagen de grote farmabedrijven er niet in hun beloofde productie aan te leveren. Dat wordt nog verscherpt door de koloniale structuren. Rijke landen in, doorgaans, het noordelijk halfrond zijn de eerste afnemers van het vaccin, de meeste landen in het zuidelijk halfrond hebben weinig tot geen zicht op wanneer ze toegang zullen hebben tot vaccins. In dat verband dient ook opgemerkt dat uit cijfers uit de UK en de VS blijkt dat disproportioneel veel mensen van kleur overleden zijn aan het coronavirus. Dat heeft alles te maken met woon- en werkomstandigheden in combinatie met gebrekkige toegang tot zorg. Coronabesmettingen vermijden kan niet zonder ook kolonialisme, racisme en sociale ongelijkheid aan te pakken.
5. Corona heeft bewezen dat een performante en krachtdadige overheid noodzakelijk is om te kunnen omgaan met een crisissituatie. Maar wat het voorbije jaar ook heeft duidelijk gemaakt is dat er voldoende geld en middelen moeten vrij gemaakt worden zodat de overheid de belangrijkste taken terdege kan vervullen. Zo niet, dan krijg je een overheid die kwakkelt, verkeerde inschattingen maakt of beloftes niet kan nakomen en zo het algemene wantrouwen verder aanwakkert. Hieraan moet ook toegevoegd worden dat een blijvende waakzaamheid geboden is tegenover een overheid die haar onderpresteren op sommige vlakken wil overcompenseren door middel van repressie en controle. Het voorbije jaar zijn we getuige geweest van een enorme machtstoename van politiediensten en schrijnende gevallen van (dodelijk) politiegeweld. Een sanitaire noodtoestand kan geen vrijgeleide zijn om politiediensten vrij spel te geven en vormen van draconisch toezicht verder te normaliseren.
Ondertekend door:
Aktief
Apache
DeWereldMorgen
Kif Kif
Lava
MO*
Oikos
Samenleving & Politiek
Over de auteur:
#BeterNaCorona werd opgestart door elf media en denktanks: Aktief, Apache, DeWereldMorgen, De Gids op Maatschappelijk Gebied, Furia, Kif Kif, Lava, Minerva, MO*, Oikos, Sampol. De website beternacorona.be is een initiatief van RISO Vlaams-Brabant.