Boekrecensie | ‘De Schelp’ werpt een persoonlijke blik op de folteringen in Syrische gevangenissen

In 2022 voerde de Syrische president Bashar al-Assad een nieuwe wet in tegen marteling. Ironisch, aangezien deze man en zijn vader verantwoordelijk zijn voor gruwelijkheden die nog steeds plaatsvinden in Syrische gevangenissen. Zo bracht Amnesty International onlangs een rapport uit waarin er gesproken werd over een ‘uitroeiingsbeleid’ in Syrische gevangenissen, zoals de Saydnaya-gevangenis. Auteur Mustafa Khalifa was persoonlijk getuige van deze gruwelijkheden, en beschreef ze in dagboekvorm in zijn novelle 'De Schelp'.

In zijn eerste novelle, 'De Schelp', vertelt Mustafa Khalifa het verhaal van Musa, een in Parijs opgeleide filmmaker die zijn familie hoopt te bezoeken in Syrië. In plaats daarvan wordt hij abrupt gearresteerd in de luchthaven, veroordeeld voor lidmaatschap van het Moslimbroederschap en voor communisme. Hij komt meer dan tien jaar lang achter de tralies te zitten, zonder eerlijk proces. Ook wordt hij jarenlang gefolterd in verschillende beruchte Syrische gevangenissen. 

Dit verhaal kan op geen andere manier dan in dagboekvorm gedeeld worden. Die simpele vertelstijl brengt het verhaal tot leven, en dwingt je na te denken over de levensomstandigheden van de Syrische bevolking

Via het personage Musa deelt auteur Khalifa zijn eigen verhaal. Zo zat hijzelf vijftien jaar lang vast in Syrische gevangenissen, waaronder de beruchte Tadmoer-gevangenis. Na zijn vrijlating kreeg hij een reisverbod, en pas na een aantal jaar kon hij eindelijk het land verlaten, maar deze gebeurtenissen blijven hem achtervolgen. In zijn hartverscheurende novelle vermengt hij zijn persoonlijke verhaal met dat van alle andere geïnterneerden. Hij beschrijft de dagelijkse werking binnen de gevangenis, en maakt daarbij ook ruimte vrij voor ironie. Elke dag maken ze gruwelijkheden mee, met geplande executies op dinsdag en donderdag. De Syrische dictatuur werd nog nooit eerder zo blootgelegd.

Verblijf in de hel

Musa verblijft na zijn arrestatie in een barak met honderden geïnterneerden, een kleine ruimte waar iedereen dicht op elkaar zit. Je moet niet veel weten over het hoofdpersonage om meegenomen te worden naar de plek waar hij jarenlang verbleef. Je voelt de spanning waarin Musa continu leeft, niet wetende of hij de dag zal overleven. De gruwelijkheden die Musa en zijn lotgenoten elke dag meemaken worden eenvoudig en bijna klinisch beschreven, en laten je niet onberoerd. Dit verhaal kan op geen andere manier dan in dagboekvorm gedeeld worden. De simpele vertelstijl brengt het verhaal tot leven, en dwingt je na te denken over de levensomstandigheden van de Syrische bevolking. Het voelt niet aan als een ver-van-mijn-bedshow, ook al horen we in de media zelden verhalen over de corruptie binnen het Syrische regime. Toch haalt Khalifa daarnaast ook thema’s aan die aanwezig zijn in het dagelijks leven van ons allemaal, zoals eenzaamheid en hulpeloosheid. 

De eenzaamheid verandert in een trouwe vriend, die Musa niet meer kan loslaten. Maar ondanks de verschillende beschuldigingen die naar zijn hoofd gesmeten worden, houdt hij voet bij stuk: hij is onschuldig

Musa vindt weinig begrip bij de andere geïnterneerden die hem met argwaan behandelen, dit omdat hij ongelovig is. Toch vindt hij uiteindelijk een vriend in Nasiem, een collega-kunstenaar. ‘In het begin van onze relatie was ik slechts gericht op één ding: dat ik iemand had om mee te praten.’ Het risico voor verdere verstoting van de groep geïnterneerden stijgt, omdat Musa en Nasiem enkel Frans spreken met elkaar. Toch is dat het risico waard voor Musa, om te kunnen ontsnappen aan de eeuwige stilte en eenzaamheid. Nasiem trekt Musa uit zijn schelp, maar trekt zich zelf uiteindelijk juist terug in zijn eigen schelp, onbereikbaar voor zelfs zijn beste vriend. Het verlies dat Musa daarbij voelt, is groot, en zijn eenzaamheid keert terug alsof die nooit weg was.   

Jaren gaan voorbij, folteringen zijn dagelijkse kost en Musa weet nog steeds niet waarom hij in de gevangenis zit. De eenzaamheid verandert in een trouwe vriend, die Musa niet meer kan loslaten. Maar ondanks de verschillende beschuldigingen die naar zijn hoofd gesmeten worden, houdt hij voet bij stuk: hij is onschuldig. 

Hij weigert de vage feiten die hem worden verweten te bekennen, en houdt vast aan het enige wat hem al die tijd boven water hield: zijn onschuld. Hij weet dat hij niets meer te verliezen heeft, en kent intussen zijn eigen uithoudingsvermogen. Zijn reactie toont wat er gebeurt wanneer je een persoon tot het uiterste pusht: je creëert iemand die elke kans grijpt om verandering teweeg te brengen. 

Het verhaal van Musa eindigt niet bij zijn vrijlating. Het is geen roman met een happy end. Dit is het verhaal van duizenden, honderdduizenden, misschien zelfs miljoenen levens, die alles wat hun identiteit vervolledigde, achterlieten tussen vier grimmige muren. De leegte die Musa beschrijft, achtervolgt je ook nadat je de laatste pagina omslaat. Musa, Nasiem en al de andere geïnterneerden lieten iets van zichzelf achter in die barak, iets dat ze nooit terug zullen krijgen. 

‘Kun je dan nog zeggen dat ik daadwerkelijk uit de gevangenis ben gekomen? Ik denk het niet’. 
 



Over de auteur:

Aicha Sidki is studente Meertalige Communicatie en opvoeder-begeleider van opleiding. Daarnaast heeft ze Marokkaanse roots en is ze gepassioneerd door de onrechtvaardigheden die ze ziet in haar omgeving.