Ceci n’est pas Kortrijk… of toch wel?

De afgelopen negen dagen spendeerde ik op het NEXT-festival in Kortrijk, op zoek naar de meningen van de mensen in de straat over negen taboedoorbrekende beelden in Ceci n’est pas Kortrijk, een reeks installaties van de Nederlandse kunstenaar Dries Verhoeven.
Ceci n’est pas Kortrijk… of toch wel?

Enkele vaak gehoorde reacties waren: “Zwarte Piet is absoluut niet racistisch”, “Er zitten er ook vele goeie tussen de moslims”, “Mensen moeten van geslacht kunnen veranderen” en – een beetje deprimerend – “De toekomst wordt slechter dan het heden”.

 

De afgelopen negen dagen spendeerde ik op het NEXT-festival in Kortrijk, op zoek naar de meningen van de mensen in de straat over negen taboedoorbrekende beelden in Ceci n’est pas Kortrijk, een reeks installaties van de Nederlandse kunstenaar Dries Verhoeven.

In een glazen vitrine in de Lange Steenstraat, de belangrijkste winkelstraat van de stad, werd er iedere dag een tafereel getoond dat de voorbijgangers verwonderd deed opkijken. Of wat te denken van: een fanfaremuzikant die een trommel met hamers kapot sloeg, een hoelahoepende tienermoeder, een man en een kind die in ondergoed op elkaars schoot zaten, een gemaskerd jongertje dat kogelhulzen poetste, een zwarte piet aan een ketting die een acrobatische act opvoerde, een transgender op een schommel, een biddende moslim, een verleidelijk ogend mini-mensje en een naakte oude dame met een masker.

Negen uitzonderingen op de regel, negen beelden die normaal niet te zien zijn in het straatbeeld en onze door perfectie geobsedeerde wereld. Ceci n’est pas Kortrijk dus… maar tegelijk ook weer wel.

Als een socratische vragensteller ging ik met de voorbijgangers in gesprek. Ik probeerde hen – op een gezellige manier – uit hun comfortzone te halen en hen uit te dagen om hun eigen vooroordelen in vraag te stellen. Hierdoor heb ik heb deze week niet alleen mijn West-Vlaams bijgeschaafd, maar evenzeer mijn assertiviteit kunnen oefenen om wildvreemde mensen op straat aan te spreken. Niet zelden leidde dit tot praatjes van een kwartier of langer, waarbij ik samen met de passanten reflecteerde op het tafereel in de zuil, maar evenzeer praatte over de maatschappij of ons persoonlijke leven.

Negen dagen lang sprak ik met tieners en gepensioneerden, huismoeders en schoenhandelaars, vluchtelingen en migranten. In mijn normale vrienden- en kennissenkringen zal de blanke, hoogopgeleide, linkse, artistiek geïnteresseerde medemens gezwind de meerderheid uitmaken, maar hier sprak ik echt met “de man in de straat”: zowel conservatief Vlaanderen als de nieuwe geglobaliseerde Kortrijkzaan. Op een week tijd ging ik in gesprek met mensen uit Syrië, Afghanistan, Iran, Irak, Tsjetjenië, Somalië, Sierra Leone, Litouwen,… terwijl ik anders zelden met mensen met een culturele achtergrond praat.

Wat ik deze week zoal te weten gekomen ben? Dat éénzelfde beeld heel tegenstrijdige reacties kan opleveren. Zo betekende de hoelahoepende tienermoeder volgens de ene “een promotie voor jeugdzwangerschap”, terwijl een ander er net een aanklacht in zag tegen kindjes krijgen op te jonge leeftijd. Vaak zegt een mening dus veel meer over de toeschouwer zelf dan over het beeld in de vitrine. Er waren zelfs enkele toeschouwers die zich bewust aan de zijlijn opstelden om naar de reacties op de gezichten van de anderen te kunnen kijken, want daar speelde het echte theater zich natuurlijk af. Enkele vaak gehoorde reacties waren: “Zwarte Piet is absoluut niet racistisch”, “Er zitten er ook vele goeie tussen de moslims”, “Mensen moeten van geslacht kunnen veranderen” en – een beetje deprimerend – “De toekomst wordt slechter dan het heden”.

Op de eerste dag van het project vonden de aanslagen in Parijs plaats en op de laatste dag werd Brussel lamgelegd door de terreurdreiging. Dit had een grote impact op het project. Plots werden de twee beelden die hieraan gelinkt konden worden, namelijk het kind op kogels en de biddende moslim, als een “mogelijke provocatie” gezien. De waarheid is natuurlijk dat deze beelden al langer gepland stonden (Ceci n’est pas... werd immers al in 2013 gecreëerd), maar ondertussen ingehaald werden door de actualiteit.  

Hoewel het publiek telkens zeer beschaafd reageerde en er weinig tot geen protest ontstond, roken enkele media vuur. Niet toevallig waren dit de enige twee dagen waarop we een journalist aan de zuil zagen. HLN.be kopte “Ophef in Kortrijk” in hun artikel, waardoor er heel wat verontwaardigde reacties over #Cecinestpaskortrijk verschenen van mensen die de installatie zelfs niet eens live gezien hadden. Diezelfde ochtend citeerde Stijn Van de Voorde dit artikel bij Siska Schoeters op Studio Brussel en verkondigde hij er heel wat fouten bij. Erg interessant, maar ook zeer zorgwekkend, om te zien hoe weinig moeite sommige media doen om informatie te checken en om het ook over de inhoud van een beeld te hebben.

Perceptie is alles, zo bleek deze week weer maar eens. Gelukkig was de realiteit heel wat genuanceerder en waren er vele razend interessante reacties van de Kortrijkse toeschouwers. Met mijn kunstkritiekcollectief De Zendelingen capteerden we deze meningen op beeld en verwerkten we ze iedere dag tot een filmpje, hieronder te bekijken. Minder tijd? Check dan zeker dit compilatiefilmpje. Meer weten? Lees dan ook de blogs die ik dagelijks over dit project schreef op www.cecinestpaskortrijk.be