Charlotte Vandycke: “Constructief samenwerken om de rechtspositie van asielzoekers te verdedigen”

“Ondanks het vaak onheilspellende discours rond de vluchtelingenproblematiek mochten we de laatste maanden rekenen op de solidariteit van een groeiend publiek.”
Charlotte Vandycke: “Constructief samenwerken om de r

“Ondanks het vaak onheilspellende discours rond de vluchtelingenproblematiek mochten we de laatste maanden rekenen op de solidariteit van een groeiend publiek.”

 

Eind april gaf Els Keytsman als diensthoofd van Vluchtelingenwerk Vlaanderen de fakkel door aan Charlotte Vandycke en Rein Antonissen. Met de directiewissel blijft de missie voor de komende jaren onveranderd: optreden als spreekbuis en steunpunt van het brede Vlaamse en Brusselse vluchtelingenwerk én onverdroten de rechten verdedigen van diegenen die op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en vervolging. “Zowel tijdens de opvang als het integratieproces stellen we vast dat de rechtspositie van asielzoekers vaak precair is”, stelt Charlotte Vandycke.

Beide directieleden zijn gepokt en gemazeld in de sociale sector: Antonissen werkt sinds zijn vijftiende met mensen met een migratieachtergrond en kwam na functies in tal van sociale bewegingen in 2007 bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen terecht. Vandycke was de laatste jaren dan weer diensthoofd opvang en bescherming en groeit nu dus door naar de hogere regionen van de organisatie.

“Dat de dagelijkse honneurs voortaan in duo worden waargenomen, is een weloverwogen keuze geweest. Rein is verantwoordelijk voor het opstarten van campagnes, partnerschappen en fondsenwerving, terwijl ik als woordvoerster van onze ngo de communicatie naar het middenveld en het beleid verzorg”, steekt Charlotte Vandycke van wal. “Uiteraard treden wij als ngo nog altijd op als spreekbuis en steunpunt van het brede Vlaamse en Brusselse vluchtelingenwerk, maar daarnaast vinden we het cruciaal dat de stem van onze beweging ook bij onze beleidsmakers gehoord wordt.”

Basisrechten asielzoekers

Vluchtelingenwerk Vlaanderen heeft als voornaamste missie de burger en het beleid te sensibiliseren rond de basisrechten van asielzoekers. “Reeds bij de opvang merken we dat die basisrechten in het gedrang komen”, geeft Vandycke aan.

Een en ander heeft te maken met de wet van het getal: in het najaar van vorig jaar kreeg België immers zeer veel asielverzoeken te verwerken op het moment dat de opvangcapaciteit drastisch was afgebouwd. Een verdubbeling van het aantal opvangbedden kon niet verhinderen dat er gekozen werd voor een systeem van pré-opvang. Door de hoge toestroom van asielzoekers besliste de staat immers om maximaal 250 asielzoekers per dag te registreren. Niet-geregistreerden werden opgevangen in het WTC III-gebouw.

“Nochtans heeft elke persoon die vlucht voor oorlog, geweld of vervolging meteen recht op het opstarten van een asielprocedure. Zodra de asielprocedure start, heeft die persoon recht op opvang. Nu wordt die asielprocedure uitgesteld en werkt men met een soort van wachtkamer waar de rechten van asielzoekers zeer vaag zijn”, legt Charlotte Vandycke uit. “Het verontrust ons dat die pré-opvang nu nog altijd bestaat, ook al daalde het aantal asielverzoeken de laatste maanden.”

Constructief samenwerken

Het beleid op een constructieve manier bewustmaken van dergelijke problematieken, blijft ook in de toekomst de core business van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Ook op het gebied van opvang: waar de overheid zweert bij een collectieve opvang in opvangcentra, ziet Vluchtelingenwerk meer heil in een snelle doorstroom naar individuele opvang.

“Sinds 1999 zijn wij pleitbezorger van individuele opvang via onze lokale opvanginitiatieven”, verduidelijkt Vandycke. “Uiteraard hebben de collectieve opvangcentra in tijden van hoge instroom al meer dan hun nut bewezen. Toch menen wij als beweging dat een te lang collectief verblijf een individu onder druk zet. Bovendien scherpt het het wij-zij-gevoel verder aan, in die zin dat het integratieproces in de maatschappij nog even on hold staat. Wij willen asielzoekers de tools aanreiken om zo snel mogelijk op eigen benen te staan”.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen blijft scherp voor het uitbesteden van de opvang aan privé-bedrijven, zoals G4S dat het vluchtelingenponton in de Gentse haven uitbaat. “Vaak hebben dergelijke bedrijven geen sociaal oogmerk in hun DNA zitten. Bovendien zijn de overheidstools om audits af te dwingen nog in volle ontwikkeling, waardoor de controle in gebreke blijft”, stelt Vandycke kritisch.

Huisvestingsprobleem

Uiteindelijk zal elke asielzoeker die als vluchteling erkend wordt op zoek moeten naar een eigen woonst. Dat is niet altijd even evident: op de private huurmarkt krijgen asielzoekers nog al te vaak te maken met discriminatie, terwijl op de sociale woonmarkt schaarste eerder regel dan uitzondering is.

Het creëren van voorranglijsten voor asielzoekers brengt daarbij geen zoden aan de dijk, vindt Vandycke. “Het is van primordiaal belang dat het woonaanbod voor álle kwetsbare groepen wordt uitgebreid. Een overkoepelende, structurerende aanpak met aandacht voor de uitbreiding van het huurwaarborgfonds, het wegwerken van de leegstand en het verhogen van het huuraanbod dringt zich op”.

Onheilspellend discours

Het mag ondertussen duidelijk geworden zijn dat Vluchtelingenwerk Vlaanderen zich onverdroten zal blijven inzetten om de rechten van asielzoekers te verdedigen. In een debat waar de toon steeds hoger oploopt, wil de beweging zich verder als constructieve criticus laten gelden.

“Tot onze ontsteltenis stellen we vast dat het nationaal en Europees discours rond vluchtelingen zich al te vaak focust op angst. Angst voor vluchtelingen als massa zonder gezicht die een bedreiging voor onze maatschappij vormt. Tegenover dit steeds uitgesprokener polariserend discours zien wij echter ook dat steeds meer mensen zich engageren. Dat bewijst de vertienvoudiging aan giften die we op één jaar tijd mochten ontvangen. Dat sterkt ons in de overtuiging dat nog steeds heel wat mensen zich solidair wensen op te stellen ten aanzien van mensen op de vlucht”, sluit Vandycke hoopvol af.

© 2016 – C.H.I.P.S. StampMedia – Niels D’Haene