De (mythe van de) Rebelse Stad

Dit is geen stemoproep. Nu dit is uitgeklaard kunt U rustig verder lezen. Want het kan niet de bedoeling zijn bestaande mythes te verstoren. Belangrijker is de vraag wat Gent nu precies het etiket geeft van linkse burcht en Rebelse Stad?
De (mythe van de) Rebelse Stad

Het idee dat het goed is voor de democratie dat een bestuur zijn eigen (soms kritische) oppositie subsidieert werd gestaag vervangen door het idee dat het middenveld een loyale gepacificeerde partner is in verantwoordelijke beleidsvoering.

 

Dit is geen stemoproep. Nu dit is uitgeklaard kunt U rustig verder lezen. Want het kan niet de bedoeling zijn bestaande mythes te verstoren. “Gent is een rebelse stad”: de laatste linkse burcht in Vlaanderen als het ware. Gent is van een grauwe industriestad een dynamische cultuurstad geworden, waar actieve middenvelders de publieke ruimte innemen, jongeren zich verliezen in het lokale speelweefsel, waar toeristen en de meerwaardezoekers rondwaren, en studenten hun tweede thuis vinden. Bij de Guardian Travel Awards, bekend als de Oscars van de toerisme-industrie, werd Gent zelfs tot “the hipster capital” benoemd. Terwijl Antwerpen ongetwijfeld een Vlaams-nationalistische kapitein aan het roer krijgt , is er een grote kans dat het SP-a-Groen kartel (eventueel met een 3de partner) deze linkse burcht zal beheren. Daarmee zal Gent ook na de verkiezingen enkel zijn eigen progressieve mythe versterken. Toch kunnen we het niet nalaten enkele vragen te stellen bij die progressieve mythe. En, kritisch debat behoort tot het Gentse rebelse stadsproject. We hebben drie bezorgdheden die met elkaar verbonden zijn: het Sp-a-Groen kartelprogramma en de 3de partner, de autonomie van het Gentse middenveld en de noodzaak aan een linkse oppositie.

De twee progressieve partners van het kartel vinden elkaar uiteraard op veel vlakken en zo lijkt het kartel ‘natuurlijk’. Dit is niet zo vanzelfsprekend. Onder het perfecte wateroppervlak gesymboliseerd door het kartelprogramma is er wel wat deining. Er is namelijk een verrechtsing in de SP-a ontstaan, waardoor de flinkse discours van Patrick Janssens -en Monica De Coninck- ook in de Gentse SP-a aanwezig zijn . We verwijzen naar de standpunten over migratie en dakloosheid (bvb. de Roma in Gentse kraakpanden, het toenemend aantal mensen op straat of op ‘de Blaarmeersencamping’, de weigering om mensen zonder papieren toegang laten vinden op Nederlandse taallessen), activering (waar een sterk “Paars” beleid werd gevoerd en collectieve emancipatorische projecten werden afgevoerd) en stadsontwikkelingsprojecten (gestut door de ideologie van “sociale mix” en de gestage gentrificatie van de volkswijken) die bezwaarlijk zomaar links' te noemen zijn, om maar te zwijgen van het flinkse discours omtrent de GAS boetes die jongeren en armere groepen raken, het woonbeleid (geen enkele bijkomende sociale woning, het grote tekort aan noodwoningen of het antikraakbeleid), participatie (herinnert U zich nog de omgang met de buurtgroep “Buitensporig” of andere niet-door-de-stad-geregisseerde actiegroepen?), het gevoerde mobiliteitsbeleid op een dubbel spoor van meer auto's en parkings én fietsruimte. Maar toegegeven, wat op papier staat van het SP-a-Groen kartel oogt werkelijk indrukwekkend. Dat doet menig progressieve Gentenaar zien dat de SP-a in dit kartel naar links is opgeschoven op alle bovenstaande thema’s.

Echter, iedereen weet dat een 3de partner zal nodig zijn. Interne peilingen geven het SP-a-Groen kartel een uitslag van 45% , dus onvoldoende om Gent als meerderheid te besturen. Dat zal dus de VLD zijn hoogstwaarschijnlijk. Een voorakkoord tussen SP-a -(Groen) en VLD is niet uitgesloten, al was het maar om de vertrouwensbreuk die de oprichting van het kartel bij de VLD heeft teweeggebracht te herstellen. SP-a zal best wel wat toegevingen moeten doen aan VLD. Ziet U de VLD ooit een stedelijk energiebedrijf, een stap-voor-stap beleid voor grote vastgoedprojecten of een buurtontwikkelingsfonds goedkeuren? Maar wat het kartel kan verwezenlijken zal natuurlijk ook afhangen van de sterkte van de NVA oppositie binnen de gemeenteraad. Als de NVA sterk staat betekent dit een versterking van de rechterflank binnen het kartel. Het bestuur zal dan geneigd zijn om de meest linkse of progressieve voorstellen af te zwakken en/of af te voeren precies om NVA geen extra munitie te geven. Anders gezegd, bij gebrek aan linkse oppositie, zal het tegenwerk tegen het bestuur enkel van rechts komen met alle gevolgen van dien. Kortom, het kartelprogramma valt niet samen met het toekomstig beleidsakkoord en al helemaal niet met de beleidsuitvoering.

Belangrijker is de vraag wat Gent nu precies het etiket geeft van linkse burcht en Rebelse Stad? Een progressief bestuur, zelfs onder 'Paars', was zeker een van de locomotieven om de grauwe industriestad terug op de sporen te zetten. Maar meer dan het citymarketingdiscours en de stedelijke zelfpromotie was een linkse oppositie onontbeerlijk in dat progressieve project. Daarmee bedoelen we zowel de oppositie buiten als binnen de gemeenteraad. Meer zelfs, er waren veel momenten dat Groen (ervoor als AGALEV) een groot deel van het middenveld links voorbij stak. Dat middenveld verloor veel van zijn historische autonomie en beruchte rebellie (bij gebrek aan een betere term) gedurende de jaren '90 wanneer veel van de middelen (VFIA, VFIK, SIF,...) naar een linkse bredere oppositie gingen ter bestrijding van het Vlaams Blok. En deze afhankelijkheid werd alleen maar versterkt de laatste tien jaar door striktere convenanten vanuit het bestuur waarbij het middenveld in het keurslijf van uitvoerder werd geduwd. Dat was ongetwijfeld met het doel een "progressief beleid" op de sporen te zetten. Echter, zonder veel linkse oppositie heeft dat het middenveld ook niet alleen financieel maar ook mentaal afhankelijk gemaakt zowel door de partijpolitieke disciplinering als door de zelfdisciplinering het middenveld. Het idee dat het goed is voor de democratie dat een bestuur zijn eigen (soms kritische) oppositie subsidieert werd gestaag vervangen door het idee dat het middenveld een loyale gepacificeerde partner is in verantwoordelijke beleidsvoering.

In Gent heeft Groen mede het middenveld scherp gehouden, op momenten dat ze haar zelfkritische, autonome en strijdvaardige positie door die afhankelijkheid was aangetast. Met dit kartel, en zonder linkse oppositie, dreigt het Gentse middenveld verder in die afhankelijke rol weg te zakken. Dat werd ook duidelijk tijdens de Gentse feesten-debatten georganiseerd door Democratie 2000 en TiensTiens, waar een amalgaam van critici en wetenschappers vragen hadden bij de mythe van het actieve linkse middenveld in Gent. De bakens worden ongetwijfeld wijd open gezet vanuit het progressieve bestuur, maar weinigen durven echt in conflict gaan (ideologisch en door hun handelen). De recente bezetting van het stadhuis op vrijdag 28 september door enkele middenveldorganisaties naar aanleiding van het toenemend aantal daklozen en de erbarmelijke woontoestand is eerder uitzondering dan regel. Er lijkt een soort rode lijn te bestaan. Groen brak die bakens soms open. We kunnen alleen maar hopen dat de progressieve Gentenaar naast het belang van een progressief bestuur, ook de noodzaak van een progressieve oppositie erkent. Meer zelfs, zo'n linkse oppositie zou - wanneer zowel kartel als oppositie het goed spelen - eigenlijk een versterking voor het kartel moeten zijn, in die zin dat met een linkse oppositie het kartel het wel eens makkelijker zou kunnen hebben om een deel van haar programma door te voeren. Een oppositiestem is dus ongetwijfeld nuttig. Alleen de Partij Van de Arbeid (PVDA) is “groot genoeg” om een zetel te halen. Toch zal de sprong van een goeie 1500 stemmen in 2006 naar 5000 hard labeur vragen.

We hebben nood aan mythes om ergens in te geloven. Ze belichamen de dromen van een betere toekomst en richten het politieke handelen. Maar willen we dat de mythe van het progressieve Gent de rol speelt van emancipatiemachine, dan is er nood aan ruimte voor "dissensus" en ideologische onenigheid. Dat wil niet zeggen dat er geen samenwerking of steun mogelijk is voor het Spa-Groen kartel, maar wel erkend wordt dat de rijke ideologische oppositie en concrete sociale strijd belangrijke factoren zijn in de verwezenlijking van een progressief Gent.

Debruyne Pascal (Ugent)
Dominique Willaert (Victoria Deluxe)
Ludo De Brabander (VZW VREDE)
Karim Zahidi (UA)
Lut Vael (Coördinator Samenlevingsopbouw Gent)