Een 'woordbattle' tussen koning Filip en Leopold II, en andere verboden stadsgedichten

Op 6 december organiseert oud-stadsdichter Seckou Ouologuem in het kader van het project Iedereen Stadsdichter een aantal 'woordbattles' in kunstencentrum Rataplan. Via film, beeld en woord vertaalt hij maatschappelijke thema's op een artistieke manier. Zo legt hij waarheden bloot die in zijn tijd als stadsdichter niet altijd op prijs werden gesteld. Contributor Indra Rypens sprak met Ouologuem over de Antwerpse erfenis van Leopold II, de zoektocht naar een eerlijker geldsysteem en de hypocrisie van onze rechtsstaat.

“Het zijn verboden stadsgedichten. Eigenlijk wilde ik ze graag veel vroeger brengen, maar dat ging niet… de stad houdt niet van kritiek”. Ik ontmoet de voormalige stadsdichter van Antwerpen op een terras in Brussel, nog voor de nieuwe lichting Antwerpse stadsdichters er de brui aan zou geven. Seckou Ouologuem is zijn naam en ook hij is niet mals voor zijn oude werkgever. Omdat Seckou zich tijdens zijn stadsdichterschap tussen 2020-2022 niet genoeg gesteund voelde door het Antwerpse stadsbestuur, besloot hij nu zelf de space te creëren die wel de nodige ruimte bood om de gedichten die hij samen met 'Mon aka Simon Den Haerynck' en Pieter Cools schreef te brengen. Die space bevond zich op verschillende symbolische locaties in het Antwerpse stadscentrum, waar de dichters zich telkens heen verplaatsten, gevolgd door hun publiek. 

De in 'woordbattles' gegoten gedichten legden op ritmische wijze een pijnlijke waarheid bloot.* Alle poëtische interventies draaiden uiteindelijk om één ding: aantonen dat we in een fundamenteel ongelijk systeem leven, en dat decentralisatie van macht en het beëindigen van onderdrukking mogelijk – en nodig – is. 

Leopold II versus Filip

De eerste woordbattle vindt plaats op de laatste zondagmiddag van oktober, aan het Antwerpse Centraal Station. Koning Filip en zijn voorvader Leopold II kruisen daar de degens. Dat Leopold II een misdadig, met bloed doordrenkt verleden heeft zou geen geheim meer mogen zijn. Toch zijn nog te weinig mensen zich bewust van het koloniale verleden dat de architectuur van Antwerpen kleurt. “Vaak kijken we naar Brussel of Oostende, maar Leopold II heeft ook Antwerpen mee groot gemaakt. Het Centraal Station is daar een goed voorbeeld van”, zegt Seckou. “Mensen wandelen er dag in, dag uit door. Sommigen zelfs twee keer per dag. Maar hoeveel mensen hebben zich al afgevraagd wie het station daar heeft gezet? Of wie heeft door dat het Centraal Station volhangt met L2’s, het symbool van Leopold II?”

“Mijn vrouw Mathilde en ik willen vandaag gehoor geven aan de luide kreet van jullie allemaal samen, die ons zegt dat we dit beeld van Leopold II uit het straatbeeld moeten halen”

Koning Filip beweert tijdens de battle zich in ieder geval wél bewust te zijn van dit verleden en doet een poging om zich te distantiëren: “Mijn vrouw Mathilde en ik willen vandaag gehoor geven aan de luide kreet van jullie allemaal samen, die ons zegt dat we dit beeld van Leopold II uit het straatbeeld moeten halen,” klonk het van zijn kant. Nog voor zijn woorden goed en wel uitgesproken waren, schrikt Leopold II wakker. Hij gelooft zijn oren niet en zet de aanval in op zijn nageslacht. “Nu wil mijn eigen bloed de beelden van La Belgique’s grootste heerser verbannen? Wie moest zich verrijken door productie van rubberen banden? De Engelsman, Germanen, de Russen, de Fransen? Non, ik verdedigde jullie belangen!”

Leopold II steekt zijn eigen wreedheden niet onder stoelen of banken en is tegelijk enorm hard voor de hypocrisie van Filip. “U denkt dat u heilig bent als het bloed en het gore verdwijnt, maar jullie hebben gewoon mijn methode verfijnd. Doe dus niet alsof jullie l’Afrique niet meer kaalscheren. Ik was de grote boze wolf, jullie zijn de schaapskleren.” Door de aanhoudende aanvallen die het tweetal op elkaar afvuren, wordt het steeds duidelijker hoe ze beiden gezichten zijn van op uitbuiting gebaseerde systemen waarvan België en haar inwoners vandaag de vruchten plukken. Waar Leopold II de personificatie is van kapitalistisch racisme, geeft Filip vorm aan een neokoloniaal kapitalistisch paternalisme. 

Macht versus decentralisatie 

Na de teloorgang van beide vorsten, verplaatsen we ons naar de Nationale Bank. Hier treffen we Rothschild en Satoshi Nakamoto aan. De Rothschild-familie staat volgens Seckou symbool voor absolute rijkdom en macht. “Nakamoto daarentegen is de uitvinder van de bitcoin en biedt zo een alternatief waarbij we macht en geld gelijk kunnen verdelen. Nu leven we in een systeem waarin we aldoor een tussenpersoon nodig hebben: de bank, de overheid, een notaris…  Die maken allemaal gigantische winsten, terwijl we die tussenpersonen eigenlijk niet nodig hebben. Het alternatief van Satoshi is een gedecentraliseerd model. Geld zonder bank, aandelen zonder Wall Street, noem maar op!”

“Het beeld is strak, deze gast in pruik en zwarte jas bestraft armoede vanuit een gebouw van 7 miljard. En gij wilt wat? Mij beschuldigen van diefstal?"

Terwijl in de vorige battle Filip en Leopold II beiden een rottend systeem vertegenwoordigen, neemt hier een Robin Hood-achtig personage het op tegen de ultrarijken van deze wereld. Nakamoto is de Robin Hood in dit verhaal. Hij is het gezicht van een nieuw, gedecentraliseerd systeem.  Rothschild staat lijnrecht tegenover Nakamoto. De familie is het gezicht van de klasse die baat heeft bij een status quo en elke vorm van decentralisatie wil blokkeren. Ze staat voor banken, ondeelbare macht en ongelijkheid. “Wij, de massa, zullen eindelijk de middelen hebben en toegang krijgen tot échte democratie. Als de macht oppermachtig wordt, zullen we die terugnemen, verdelen en temmen als een beest. Kijk naar onze energierekening en spreek me van goede wil. Vertrouw de bank niet want terwijl je ligt te slapen, speculeren ze op je huis, je geld en alles wat je eet. Onze coins zoals bitcoin staan voor een gemeenschap, een energie die dromen aanwakkert”, spreekt Nakamoto [eigen vertaling, IR]. In een tijd waarin energiebedrijven ongeziene winsten genereren en mensen niet genoeg geld hebben om hun huis te verwarmen, wordt ook hier een waarheid ontbloot die maar al te graag bedekt wordt gehouden. De vraag is enkel hoe lang dit nog mogelijk is.

Rechter versus beklaagde

Het decor voor de laatste woordbattle is het Oude Justitiepaleis. Hier nemen rechter en beklaagde het tegen elkaar op. De interventie slaagt erin de standpunten van beide partijen op een manier neer te zetten die begrip opwekken bij de luisteraar. Haast sympathie. Beargumenteerd, gelaagd en literair zonder de essentie te verliezen. Scherp zoals altijd. 

“Ik geloof zeker dat opgroeien in armoede er toe doet, maar ik geloof ook dat u nu vooral een zondebok zoekt voor de schuine stappen die u zelf nam om te leven op grotere voet. Als u wat vaker had gewerkt, ging u vandaag niet in beroep. Als u zelf wat meer compassie had gevoeld, zou u ze hier vandaag niet komen opeisen. Ge kunt niet verwachten dat mensen naar u opkijken, als u weigert om boete te doen,” luidt het oordeel van de rechter. 

In welke mate kan je iemand verantwoordelijk houden voor zijn daden als die persoon een product is van een samenleving die radicaal ongelijk is? En hoe ethisch is het om zij die van de status quo van dit systeem de vruchten plukken, te laten oordelen over het lot van zij die uit de boot vielen?

Lang moet de magistraat niet wachten op antwoord van de beklaagde. “Het beeld is strak, deze gast in pruik en zwarte jas bestraft armoede vanuit een gebouw van 7 miljard. En gij wilt wat? Mij beschuldigen van diefstal? Vertel hen het hele verhaal, want systeemfout of fout systeem… We zijn met zoveel dat dit geen steek meer houdt. Uw loon kost 10 keer wat een leefloon zou.”

In welke mate kan je iemand verantwoordelijk houden voor zijn daden als die persoon een product is van een samenleving die radicaal ongelijk is? En hoe ethisch is het om zij die van de status quo van dit systeem de vruchten plukken, te laten oordelen over het lot van zij die uit de boot vielen?

De interventies proberen elk een deel van een waarheid bloot te leggen en vastgeroeste percepties in de hoofden van de luisteraars in vraag te stellen. 
Bij het antwoord op de vraag wat het doel van deze poëtische interventies is, twijfelt Seckou. 

“Ik weet niet of ik zo heb nagedacht over een point. Ik vind het gewoon interessante thema’s en we hebben rijmsgewijs een manier gevonden om hierrond te werken. Die waarheden moeten gewoon verteld worden. Ik heb geen grip op wat mensen er uiteindelijk mee zullen doen. Sommige mensen zullen boos zijn, anderen zullen het misschien ontkennen. Andere mensen zullen het goed vinden wat we doen. Voor ons was het belangrijk om het visueel en participeerbaar te maken en het zo naar de mensen te brengen. Graag zou ik eventjes willen prikken. Als we allemaal een kleine druppel op een hete plaat laten vallen, zal die uiteindelijk wel afkoelen,” stelt hij. 

Op dinsdag 6 december worden alle woordbattles weer samengebracht, gevolgd door een panelgesprek in Rataplan. Tickets hiervoor kan je vinden via deze link.

* Dat die waarheid niet altijd door iedereen gesmaakt wordt, wist Seckou. Als verwijzing daarnaar besloot hij het publiek met tabasco besprenkelde chocolade voor te schotelen. Chocoladen vuisten, middelvingers en schietvingers. Elk chocolaatje verwees naar een andere specifieke vorm van onderdrukking dat aan bod zou komen tijdens de interventies. Chocolade is bovendien de ideale metafoor voor de onderdrukking die in de gedichtenaangeklaagd wordt. De lekkernij had per slot van rekening nooit één van België’s belangrijkste uithangborden kunnen worden, moest cacao niet gesponsord zijn geweest door -voor zijn wreedheid gekende- Leopold II.



Over de auteur:

Indra Rypens is masterstudente journalistiek aan KU Leuven. Schrijven is al lang haar passie. Meestal blijft het bij gedachtestromen in haar dagboek of korte gedichtjes en verhalen, maar het liefst schrijft ze over thema’s als sociale ongelijkheid en feminisme.