Eer de vrouwen
Zie hoe de wereld nog steeds rust
op borstklopperij en bevelen,
waar mannen zich kronen tot keizers,
hun ego’s opgeblazen als zeilen in de storm.
Ze bouwen wetten met handen die nooit vroegen,
alleen eisten.
Weg ermee.
De wereld moet herschreven worden.
Niet in de kille taal van macht,
maar in de vloeiende lijnen van Enheduanna,
waar de maan zich boog voor de stem van een vrouw.
Niet in opgelegde deugdzaamheid,
waar Fatima al-Fihri een universiteit bouwde
maar mannen beweerden dat leren geen vrouwenzaak was.
Niet in de onzichtbaarheid,
waar Sor Juana Inés de la Cruz
haar pen moest dopen in verzet,
schrijvend in een tijd waarin kennis
haar verboden werd.
Nee. Laat hun stemmen klinken.
Waarom nog steeds deze angst voor de vrouw?
Haar geur, haar huid, haar licht?
Waarom de blik afgewend, zoals bij Agnodike,
die zich als man moest vermommen
om te genezen, te helen,
omdat haar handen anders als zonde werden gezien?
Vrouwen zijn geen muzen meer.
Geen inspiratie voor andermans meesterwerk.
Ze zijn de denkers, de scheppers, de bouwers van werelden.
Wie gaf het leven?
Niet de goden met hun donder en bliksem,
maar de moeders, de dochters, de strijdsters,
die bloedden zonder te breken.
Zij baarden niet alleen kinderen,
maar lieten ideeën groeien
als bomen in verbrande aarde.
Wie gaf de wijsheid?
Niet de mannen die dachten
dat waarheid alleen door hun mond kon klinken,
maar Diotima van Mantinea,
die Socrates leerde wat liefde was.
Of Gargi Vachaknavi,
die in het oude India filosofen
uitdaagde en over de ziel sprak
lang voordat mannen dachten het te begrijpen.
Wie gaf de stem?
Niet de keizers en pausen,
maar Hildegard van Bingen,
die de hemel liet zingen in noten en visioenen.
En Nzinga Ana de Sousa Mbande,
die een koninkrijk leidde
en weigerde op haar knieën te vallen
voor koloniale overheersers.
Wie gaf de kunst?
Niet de koningen met hun marmeren standbeelden,
maar de vrouwen wier fluisteringen
de hand van de meester leidden.
Frida Kahlo, die haar pijn op het doek smeedde
tot een kunst die niemand meer kon negeren.
Of Amrita Sher-Gil,
die met kleuren de verhalen schilderde
die men onverteld wilde laten.
Waar zijn de vrouwen?
Niet langer verborgen achter sluier of wet.
Niet langer ingekapseld in kleding
die door mannen werd bepaald.
Niet langer slechts een voetnoot in de geschiedenis.
Ze zijn hier.
Ze waren hier altijd al.
Ze spreken met de stem van Angela Davis,
die gevangenismuren breekt met woorden als mokerslagen.
Ze bouwen met de visie van Norma Merrick Sklarek,
die skylines vormgaf waar eerst geen plaats voor haar was.
Ze brengen rechtvaardigheid met Ruth Bader Ginsburg,
die wetten herschreef,
zodat vrouwen geen tweederangs burgers meer zijn.
Ze onderwijzen met de wijsheid van Sylvia Wynter,
die de fundamenten van ras en kolonialisme blootlegt.
Ze strijden op straat met Malala Yousafzai,
die kogels trotseerde om een boek te openen.
Ze vechten met de kracht van Berta Cáceres,
die haar stem verhief
tegen de vernietiging van land en leven,
en vermoord werd omdat ze haar volk beschermde.
En toch… hun namen worden nog steeds gefluisterd.
Hun lichamen gecontroleerd.
Hun woorden onderbroken.
Hun genialiteit gereduceerd tot een voetnoot.
Nog steeds te luid.
Nog steeds te stil.
Nog steeds genegeerd als hun succes te groot wordt.
Nog steeds worden hun ideeën gestolen.
Hun ontdekkingen over het hoofd gezien.
Hun strijd afgedaan als ‘te radicaal’.
Terwijl de wereld rust op fundamenten
die zij bouwden met bloed, stem en denken.
Genoeg.
Dit is geen eerbetoon.
Dit is geen lofzang.
Dit is een wet. Een waarheid.
Zonder vrouwen valt de wereld stil.
Zonder vrouwen is er geen kunst.
Zonder vrouwen is er geen filosofie.
Zonder vrouwen is er geen morgen.
Zij zullen niet langer vragen.
Zij zullen niet langer wachten.
Zij zullen geen toestemming meer zoeken
in systemen die niet voor hen gemaakt zijn.
Zij zullen nemen. Zij zullen eisen. Zij zullen herschrijven.
Wanneer er iets aanbeden moet worden,
laat het dan niet de troon van de tiran zijn.
Laat het de stem van de vrouw zijn.
Hun hand die creëert.
Hun geest die bevrijdt.
Eer de Vrouwen. Of sta in de weg.
Over de auteur:
Jasenko Tabaković, geboren in Bosnië en Herzegovina, droeg elf jaar lang het uniform van de Politie van Antwerpen. Nu kleedt hij zich in woorden, terwijl hij de lagen mens afpelt. Schrijven is zijn baken, zijn stem, een brug tussen harten. Met elke zin wil hij liefde zaaien, grenzen verzachten en bouwen aan een wereld waar verbondenheid geen utopie is, maar gedeelde werkelijkheid. Want uiteindelijk: Samen vormen wij één, en in elkaar schuilt onze kracht.