Nederlands kon ik zo te zien ook niet meer, ze begonnen trager te spreken alsof ik in een slowmotion-opname van 'The Matrix' zat.
Als kind bezag ik mijn kansen groot, mijn speelveld was niets minder dan een bos. Ik werd ouder en zag dat mijn bos zonder grenzen werd hervormd tot een afgebakend terrein. Net als het veld van ‘pacman’. Niet alleen veranderde er iets aan de omvang van mijn speelveld, het begon ook stilletjes zijn rijkdom aan kansen te verliezen. Ik wilde het stoppen, echt waar, maar net als bij alle grote veroveringen werd ook deze rijkdom mij ontnomen.
Dus ik werd ouder en mijn bomen werden afgekapt. Het leek wel alsof ze controle wilden uitoefenen. Echt grappig dat ik ‘leek’ gebruikte. Ze wilden duidelijk inkijk. Ze kregen de drang om me te sturen. Alsof zij beter wisten wat het beste voor me was, zoals die éne dag dat ik een berg in mijn ‘bos’ beklom. Een indringer adviseerde me het volgende: "Je zou best van de berg afzakken, die berg is te groot en te moeilijk voor jou, speel jij maar op de begane grond". Ik wist goed genoeg dat ik die berg zou aankunnen, maar zij adviseerden me dat ik het maar moest doen met de grond, dat was blijkbaar mijn niveau. Nee, ik heb nog een betere, de dag dat ik besliste om een hoofddoek op te zetten. De stemmen deden het weer: "Als je bij ons aan de slag wil, zul je die toch moeten afzetten". Alsof ik plots minder capaciteiten bezat als ik ze ophad. Nederlands kon ik zo te zien ook niet meer, ze begonnen trager te spreken alsof ik in een slowmotion-opname van The Matrix zat. Je weet wel, voor het geval alles een beetje te snel ging voor mij. Ik spreek toch nog hetzelfde als voordien of niet? Het ligt niet aan jou hoor Naziha. “Je bent altijd al verstaanbaar en duidelijk geweest” - met deze woorden suste ik mijn geweten.
Toch bedankt é, voor de bezorgdheid…
Ik werd nog ouder en mijn speelveld werd een speelplein. Zelfs het gras onder mijn voeten werd me ontnomen, alles werd zo snel kaal. Ik kreeg wel nog een schommel en een zandbak. Grappig, ze wilden me doen geloven dat alles nog leuk was en ik kon ‘kiezen’ met wat ik wilde spelen. Hoe zit het nu met mijn rijkdom aan kansen? Ik wil zo graag terug naar mijn bos, maar teruggaan naar het verleden is nooit een optie. Waarom maak ik niet gewoon van mijn speelplein weer een bos? Waarom zou ik bezwijken onder de druk? Ik kan toch ook gewoon groeien, net als klimop. Ik wil niet te stoppen zijn.
Het gemis van mijn verlies aan rijkdom maakte me hongerig. Een honger die je niet kon stillen, maar moest voeden. Ik wilde over kennis beschikken want kennis is macht. Ik wil terug, maar ik wil het niet terug krijgen. Ik wil het heroveren en verdienen deze keer. Nu ga IK de vruchten plukken van mijn overwinning en rijkdom.
Ik vraag niet veel maar als ik wat vraag, eis ik dat er naar me geluisterd wordt. Lieve plunderaars, ik vergeef jullie omwille van jullie onwetendheid. Kansen hebben jullie mij ontnomen dus zal ik het maar met deze éne moeten doen die mij nog rest. Het leven op zich is een kans die ze me niet afnemen. Deze ga ik niet verspelen. Please, spreek ook niet meer van vrijheid a.u.b.. ik krijg het benauwd van dat woord. Is dat een normale reactie? Wees nu eerlijk, wat is vrij als ik me verstikt voel in mijn eigen ruimte? Laat mij gewoon even mij zijn als het kan, of ben ik nu al veeleisend dan…