Europalia Arts Festival en het dekoloniseren van de geesten

Het Europalia Arts Festival loopt ten einde. Deze keer stond het in naam van het land Indonesië. De ‘imagined other’ kreeg er een gezicht en een stem.
Europalia Arts Festival en het dekoloniseren van de gee

Het gaat niet enkel om de ‘imagined other’ te deconstrueren en nadien te reconstrueren of her uit te vinden, maar vooral om hem de creator te laten worden van zijn eigen kunst, verhalen en geschiedenis.

 

Het Europalia Arts Festival loopt ten einde. Deze keer stond het in naam van het land Indonesië. Talrijke politieke, religieuze en culturele thema’s werden aangehaald in de verscheidene workshops, seminaries, tentoonstellingen, films en andere evenementen.

Eén van de hoofdtentoonstellingen is ‘Power and other things’. Ze loopt nog tot zondag. Deze titel verwijst naar de proclamatie van de onafhankelijkheid door Mohamad Hatta en Soekarno in 1945.

"Wij het volk van Indonesië verklaren hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië. Zaken betreffende de overdracht van macht en andere dingen zullen worden uitgevoerd met zorgvuldigheid en in de kortst mogelijke tijd." (Jakarta, 17 augustus 1945)

‘Macht en andere dingen’ worden in deze tentoonstelling opnieuw heruitgevonden om datgene te herinneren dat vergeten of onderdrukt werd. In de tentoonstelling wordt verwezen naar conflictueuze tijden, zoals tijdens de Nederlandse koloniale heerschappij, de onafhankelijkheidsoorlog, de Japanse bezetting, de Nieuwe Orde, e.a.

Sudjojono was één van de memorabele artiesten uit de eerste helft van de twintigste eeuw, die afwilde van het romantische en ideale beeld van het land die tot stand kwam vanuit een koloniale blik, ook gekend als de ‘Mooi Indië’-stijl. Hij ontwikkelde een eigen stijl, waarbij hij zich focuste op het reële dagdagelijkse leven in een natie in wording.

Octara is een hedendaagse kunstenaar, die het heden en het verleden elkaar laat ontmoeten via fotografie van ‘de Balinese vrouw en haar lichaam’. Ze wil het publiek doen nadenken over stereotypering, exotisering en vervreemding, die tot op de dag van vandaag blijft voortleven in de huidige verbeelding.

Agung Kurniawan geeft gehoor aan het gezang van Indonesische vrouwen, die gevangen en veroordeeld werden na de veel betwiste militaire coup van 1965 en hun gevangenschap overleefden. Hun strijd en protest kon enkel via liederen. Elke andere vorm van communicatieve uitdrukkingen was toen niet toegelaten.

Er zijn echter nog vele andere kunstenaars, die reflecteren vanuit het perspectief van minderheidsgroepen en hun vertellingen en geschiedschrijving brengen. Hun verhalen maken elk deel uit van een groter, maar nog weinig gekend discours.

Een kritische en genuanceerde terugblik naar het verleden van Indonesië is elementair om het heden en de toekomst zeer bewust en constructief vorm en richting te kunnen geven. Het gaat niet enkel om de ‘imagined other’ te deconstrueren en nadien te reconstrueren of her uit te vinden, maar vooral om hem de creator te laten worden van zijn eigen kunst, verhalen en geschiedenis. Zonder dat oren worden dichtgeknepen, ogen worden gesloten en de mond wordt gesnoerd.

Dekoloniaal denken doorbreekt institutionele denkkaders en overstijgt tijd en ruimte, op momenten en plaatsen waar oprecht wordt gekeken en geluisterd. De ‘imagined other’ krijgt dan een gezicht en een stem. Niet alleen ver weg, maar ook hier dichtbij ons.