Hoe de VRT racisme normaliseert

Terwijl we met Guy D'haeseleer in Ninove de eerste extreemrechtse burgemeester in België sinds WOII krijgen, beperkt men zich bij de VRT qua duiding tot het uitleggen hoe sympathiek die man wel niet is.

Diederik Van den Abeele volgde een jaar lang Guy D’haeseleer van Forza Ninove voor zijn reeks ‘Wij zijn van Nienof!’ die binnenkort uitgezonden wordt. Na de verkiezingsoverwinning van D’haeseleer lag het dan ook voor de hand dat Van den Abeele zijn reeks mocht komen voorstellen in De Afspraak.

Wie had gehoopt op kritische journalistiek of duiding bij de opkomst van extreemrechts in de Denderstreek kwam bedrogen uit. ‘D’haeseleer is eigenlijk een heel sympathieke man, dus is het logisch dat veel mensen op hem stemmen’, veel verder dan die analyse kwam Van den Abeele eigenlijk niet.

Een sympathieke mens

“De grote reden is natuurlijk de figuur van Guy D’haeseleer”, zo stak hij van wal. “Hij is voor vele Ninovieters een innemende figuur. (…) Wandel daarmee over straat en hij wordt van alle kanten aangesproken.”

Wellicht is een politicus die bijna de helft van de stemmen haalt redelijk populair in zijn gemeente. De vraag is echter wat de verklaring is voor die populariteit. In plaats van daar naar op zoek te gaan, draait Van den Abeele gewoon in een rondje.

Als er al een verklaring wordt aangereikt dan wijst men in de eerste plaats naar de persoonlijkheid van D’haeseleer. “Gisterenavond zat hij met mij grappen te maken”, zo klinkt het. “Ik zeg niet dat we vrienden geworden zijn, maar er is wel wederzijds vertrouwen. Het is eigenlijk een sympathieke mens.”

Alsof de politici van andere partijen allemaal bijzonder onvriendelijke mensen zijn.

Racisme taboe

Absoluut taboe als verklaring wanneer het gaat om het succes van extreemrechts is het om te spreken over racisme.

Wanneer het daar toch over gaat, verwijst Van den Abeele naar het slotdebat van de VRT waarin Nadia Naji het aangedurfd had om racisme te benoemen, wanneer de VRT een vrouw aan het woord liet die vertelde dat ze bang was omdat ze veel zwarte mensen zag.

“Bart De Wever, Sammy Mahdi en uiteraard Tom Van Grieken waren geshockeerd, en ik begrijp dat”, aldus Van den Abeele. “Want de mensen in Ninove zijn bang voor dezelfde dingen.” Met deze ‘dingen’ bedoelt hij dus zwarte mensen.

Luisteren

Al sinds de eerste Zwarte Zondag in 1991 hebben journalisten en politici het steeds weer over hoe belangrijk het is om empathie te hebben voor Vlaams Belang-kiezers en naar hen te luisteren. En voor een groot deel klopt dat ook. Luisteren is altijd belangrijk.

Alleen: diezelfde empathie zie je veel minder voor mensen die slachtoffer zijn van racisme en vinden dat het probleem ook weleens benoemd mag worden. Wanneer de Naji ook aan die mensen een stem probeert te geven, krijgt ze meteen de wind van voren. Luisteren naar ‘de mensen’ is in de sociale verbeelding nog heel vaak gewoon enkel luisteren naar witte mensen.

Zo krijg je een debat waarin het steeds maar weer gaat over ‘migratie’ als een probleem en bijna nooit over racisme als een probleem. Waarbij de term ‘migratie’ vaak gebruikt wordt om te verbloemen dat het in feite de aanwezigheid van mensen van kleur is die geproblematiseerd wordt.

Wat er leeft

Die racistische framing wordt steeds verdedigd met het argument dat media moeten ingaan op ‘wat er leeft’. Er wordt een vrouw aan het woord gelaten die ‘nu eenmaal bang is’. Je mag haar gevoel toch niet gewoon negeren, zo redeneert men.

Op die manier ontkennen zowel politiek als media hun eigen enorme verantwoordelijkheid. Terwijl politici en media pretenderen een neutraal doorgeefluik te zijn van ‘wat er leeft’, creëren ze in werkelijkheid de perceptie waarop ze zich beroepen.

Wie constant mensen aan het woord laat die angst hebben van migranten, geeft die angst niet enkel weer, maar versterkt die ook. De vrouw in kwestie is ook bang gemaakt, net door diezelfde media en journalisten die dat feit vervolgens gebruiken om het nog verder te verspreiden.

Democratie

Als de overwinning van Guy D’haeseleer ons iets leert, dan is het wel dat democratie meer is dan om de zoveel tijd gaan stemmen. Dat algemeen stemrecht is een uitdrukking van een meer brede ideologie met als uitgangspunt dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn.

Willen we die democratie verdedigen, dan moeten onderwijs, media en politiek die ideologie ook durven uitdragen. Die opdracht opgeven is de deur openzetten voor extreemrechts. De geschiedenis leert ons hoe gevaarlijk dat is.


Dit artikel werd overgenomen van DeWereldMorgen.



Over de auteur:

Seppe De Meulder is journalist bij DeWereldMorgen en co-auteur van Het kapitalisme voorbij en Waarom revolutie?.