Interview met mensenrechtenactiviste Solange Habonimana

Solange Habonimana is een activiste uit Burundi die een grote rol heeft gespeeld in het onder de aandacht brengen van mensenrechtenkwesties in het algemeen en het verdedigen van vrouwenrechten in het bijzonder.
Interview met mensenrechtenactiviste Solange Habonimana
 

Solange Habonimana is een activiste uit Burundi die een grote rol heeft gespeeld in het onder de aandacht brengen van mensenrechtenkwesties in het algemeen en het verdedigen van vrouwenrechten in het bijzonder. Ze wil de verschillende gemeenschappen, die door de conflicten uit elkaar werden gedreven, binnen haar land herenigen door samen te werken aan een gemeenschappelijk goed, namelijk de heropbouw van een economisch sterk, veilig en democratisch Burundi. Het bevorderen van de emancipatie van de vrouw binnen de verschillende niveaus is hierbij een sleutelrol en van topprioriteit.

Naar aanleiding van de vijfde uitreiking van de Leerstoel Amnesty International door Universiteit Gent op 12 maart, werd mij gevraagd om een interview af te nemen van de persoon die het in ontvangst zou nemen. Dit jaar ging de eer naar Solange Habonimana, een gedreven mensenrechten activiste uit Burundi. Hoewel men niet veel terugvindt over Solange, is ze zeer actief binnen haar land en heeft ze een grote bijdrage geleverd binnen de strijd voor mensenrechten. Ze werkt voor Het Forum voor Versterking van de Civiele Maatschappij (FORSC), een koepelorganisatie en spreekbuis van het middenveld in Burundi. Daarnaast is Solange ook vertegenwoordiger van CAFOB, een coalitie van 52 vrouwenorganisaties. De activiste heeft bijgedragen tot het campagne tegen geweld op vrouwen ‘We can end violence against women’, dat gevoerd werd in verschillende Afrikaanse landen. Haar expertise ligt vooral in de thema’s rond vrouwenrechten en gender in het algemeen.

Kan u wat meer vertellen over uw parcours als mensenrechtenactiviste? Wat heeft u ertoe gebracht u te engageren binnen dit veld?

‘Ik heb het geluk gehad om op te groeien in een welgesteld gezin. Als kind kon ik genieten van een opleiding terwijl in mijn omgeving meisjes niet de kans kregen om naar school te gaan. In mijn jeugd ben ik me beginnen engageren binnen een katholieke actiebeweging, ‘Jeunesse Estudiantin Chrétienne”. Onder het motto ‘soit et sert’, m.a.w. ‘zijn’ om te ‘dienen’, vormde de beweging mij heel erg in termen van levensprincipes.’

‘Ik studeerde Humane Wetenschappen aan de Universiteit van Bujumbura en sloot me daarna aan bij een coöperatieve spaarkassen- en kredietsvereniging. Deze had als doel het betrekken van vrouwen bij de mobilisatie om te sparen voor hun KMO’s, opdat ze elkaar kredieten zouden kunnen verlenen en op die manier hun sociale en economische status kunnen verbeteren. Ik begreep vervolgens dat men zich niet als vrouw kan ontwikkelen als men niet voldoende autonoom is en vooral, als men niet vertegenwoordigd is binnen het besluitvormingsniveau. Ik sloot me dan ook aan bij verschillende bewegingen die zich richtten op de algmene bevordering van de rechten van de vrouw.

‘Met de oorlog in ’93 zag ik de vrouw nog meer behoeftig worden en het meisje nog meer in de steek gelaten. Dit versterkte bij me het idee om de verschillende gemeenschappen, die de oorlog vrijwel had verdeeld, terug dichter bijeen te brengen. Dit deden we door gemeenschappelijk doelen naar voren te brengen, namelijk het bevorderen van de positie van de vrouw binnen de verschillende sferen, het verdedigen van de rechten van de vrouw en het kind en het versterken van de onderste laag van de bevolking om te kunnen overleven.’

‘De vrouw is bij ons de steunpilaar van het gezin. Zij is ook de steunpilaar van de ontwikkeling: zij zorgt voor de landbouw dat 90% van de Burundese bevolking voedt. Zij zou dus een zekere niveau van aandacht moeten genieten. Ik zette me zodaning in voor de vrouwenrechten en kinderrechten, waardoor ik op een gegeven moment de vertegenwoordigster werd van een vijftigtal vrouwenorganisaties, namelijk het CAFOB. ‘

‘Samen met de vrouwenorganisaties zijn we vrouwen gaan mobiliseren om deel te nemen binnen het niveau van de besluitvorming. Wanneer men zaken beslist in uw afwezigheid, zal men niet altijd correcte beslissingen nemen of uw belangen behartigen. Vanuit dit idee hebben we vrouwen aangezet om tijdens de verkiezingen van 2005 te gaan stemmen en om zichzelf ook kandidaat te stellen om verkozen te worden.’

‘Met de tijd ben ik in contact gekomen met meerder mensenrechtenorganisaties en verdedigers actief binnen verschillende actiedomeinen - zoals het beleid, het gerecht, mensen- en vrouwenrechten en nog anderen – en ben ik me beginnen interesseren in de kwestie van de rechten van de verdedigers. Deze liepen en lopen nog steeds het risico in gevaar te komen en ikzelf vreesde door mijn activiteiten ook om mijn leven. Wij voelden de nood om een coalitie te vormen dat zich enkel bezig houdt met deze verdedigers. Naast het coördineren van deze coalitie, ben ik tegelijk ook betrokken geweest bij andere coalities en het opstellen van actieplannen in het kader van mensenrechten, zoals het ‘Periodiek Universeel Onderzoek’.

Wat is precies de ideologie van het feminisme volgens u? Hoe ziet u het feminisme?

‘Voor mij betekent het feminisme de bevordering van het vrouwelijk geslacht in het algemeen in termen van rechten en in termen van non-discriminatie. Ik denk dat men steeds meer de kwestie van mensenrechten en de kwestie van vrouwen- en kinderrechten begint te begrijpen. Men accepteert deze denkwijze steeds meer binnen de gemeenschappen, zelfs binnen gemeenschappen die ‘iets minder geïnformeerd zijn’.

Strijden voor elementaire gendergelijkheid is niet alleen een vrouwenkwestie. Het is een economische, politieke en morele verplichting – misschien wel de grootste van onze tijd. Op welke manier wordt er ingezet op de emancipatie van de vrouw in Burundi en op het strijden voor gendergelijkheid?

‘Ik wil eerst melden dat Burundi vaak gezien wordt als een land waar de rechten van de vrouw het meest gevrijwaard zijn in vergelijking met de omringende landen. Men geeft vaak als voorbeeld het stemrecht. Maar ik moet u wel vertellen dat in het hedendaagse Burundi je als vrouwelijk ambtenaar of staatsvertegenwoordiger geen recht heeft om een passpoort te bezitten of te reizen.’

‘Wat betreft de emancipatie van de vrouw in Burundi, ga ik me beperken tot de recente geschiedenis sinds 2005. In 2005 nam men voor het allereerst een quota voor de participatie van de vrouwen op in de grondwet. Op de kiezerslijsten moest 1 op 5 kandidaten een vrouw zijn. Dit probeerden de partijen te omzeilen door vrouwen in te zetten op de minder belangrijke plaatsen. Er bestond weinig kans dat deze vrouwen verkozen werden als parlementslid. Wij hebben daarna een coöptatie-mechanisme ingevoerd in de grondwet voor het geval dat het percentage geen 30% bereikte. Dit werkte gezien we een percentage van 32% konden bereiken. Voor het jaar 2010 hebben we een vooruitgang opgemerkt waarbij we geen mechanisme moesten gebruiken om het quota te behalen op het regeringsniveau en binnen het parlement. Maar een ander uitdaging was dat de vrouwen die ons moesten vertegenwoordigen binnen de instituties niet altijd doeltreffend of bekwaamd waren om de agenda van de vrouwen te kunnen dragen.‘

‘Wij zijn dus vooruitgegaan wat betreft de representativiteit van vrouwen binnen de verschillende besluitvormingsniveaus, maar we zijn nog lang niet tevreden met dit resultaat. Wij blijven op de mannen rekenen om de noden van de vrouwen op het agenda te plaatsen, want alleen geraken we er niet.’

Werkt de overheid hier ook aan mee? Hoe worden de mensenrechtenorganisaties belemmert in hun strijd voor vrouwenemancipatie?

‘De overheid manifesteert zichtbaar een goede wil, maar het omzetten in daden laat wel op zich wachten. Zo negeert men het liefst een aantal zaken zoals de kwestie van het strafrecht binnen Burundi. Als men dan als verdediger van de mensenrechten en vrouwenrechten in het bijzonder, openlijk begint te spreken over de schendingen, zoals de buitengerechtelijke executies die nu nog plaats vinden in het land, de vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld en de verkrachtingen, brengt men zichzelf in gevaar.’

‘Het probleem van gender gerelateerd geweld is nog steeds één van de belangrijke bekommernissen binnen het veld van de vrouwenrechten. In één van de noordelijke provincies van Burundi werden de voorbije vijf maanden minstens acht moorden op vrouwen gepleegd door hun eigen partners.’

‘ Een ander kwestie dat nu al enige tijd op de agenda staat, maar waar geen vooruitgang op is geboekt, is het recht op erfenis als vrouw. Tot de dag van vandaag mag je als vrouw niet erven. Dit is een regelrechte schending van de principes van de universele rechten. Het probleem zit vooral in de culturele mentaliteit. Men wil niet dat de vrouw een eigendom bezit. Men wil dat de vrouw onder het economisch, politiek en sociaal gezag van de man blijft. De grondwet waarborgt de non-discriminatie en waarborgt ook de gelijkheid van de rechten en plichten van een burger, maar de rest van de tekst blijkt contradictorisch te zijn met deze principes. Jammer genoeg zijn het zelfs de vrouwen die niet het voordeel inzien om van dit recht te genieten.’

‘Wat het recht op onderwijs betreft, is de grondwet niet discriminerend tegenover de vrouw. Hier is het weer die culturele mentaliteit die wil dat meisjes thuis blijven en die ervoor zorgt dat er steeds een kloof op vlak van onderwijs tussen meisjes en jongens. De overheid nam enkele maatregelen gericht op scholing voor iedereen, maar de kosten werden niet helemaal gedekt, waardoor arme gezinnen meer geneigd waren om hun dochter als eerste van school te halen om de studies van hun zoon te kunnen financieren. Er zijn ook andere maatregelen genomen in samenwerking met Ngo’s, waarbij men gezinnen stimuleerden om hun dochters naar school te sturen. In enkele provincies had dit eerder een averrechtse werking omdat men dan hun zonen van school haalden, gezien ze enkel de studies van één kind konden bekostigen. Hier spreekt men dan ook van een schending van de rechten van het kind.’

‘Dit zijn dus een reeks van zorgen waar verdedigers van mensenrechten mee te kampen hebben en waar de overheid liever niet over hoort spreken. Wanneer de verdedigers dit dan wel openlijk doen, brengen ze zichzelf in gevaar en genieten ze van weinig bescherming. Het vraagt veel moed en engagement om dit soort van strijd aan te gaan.’

Ziet u het Westen als een voorbeeld wat betreft vrouwenrechten?

‘In zekere mate wel, namelijk in die zin dat de Westerse overheden goed begrijpen waar het over gaat wanneer we het over mensenrechten hebben. Dat is niet altijd evident bij ons, waar bijvoorbeeld het percentage van analfabetisme hoog is. Veel Burundezen zien er de prioriteit niet van in om te strijden voor vrouwenrechten terwijl er andere noden zijn. Men ziet niet in waarom men zich zou moeten inzetten voor anderen met het risico dat je je eigen leven in gevaar brengt. Op dit vlak denk ik dat het Westen ons wel iets kan bijbrengen. Ook in termen van het fundamentele recht op leven. In het Westen worden mensen ook vermoord, maar in vergelijking met de Afrikaanse landen blijft dit niet onopgemerkt. Er is meer kans dat het onderzoek in het Westen correct zal verlopen en er aandacht aan gegeven wordt.‘

Welke rol kan België spelen in het bevorderen van de vrouwenrechten in Burundi?

‘België heeft door zijn koloniaal verleden met Burundi een grote rol hierin. De Belgische sectie van Amnesty International heeft al veel betekend in onze strijd in Burundi, alsook de organisatie 11.11.11. dat een partnerschap heeft met een aantal Burundese organisaties binnen de domeinen landbouw, economie, gezondheid en nog anderen.’

U heeft het daarnet gehad over geweld op vrouwen. Zijn er in Burundi een aantal specifieke vormen van gendergerelateerd geweld die meer voorkomen dan andere? Hoe worden ze tegengegaan?

‘Partner geweld en seksueel geweld zijn een vaak voorkomend fenomeen. Dit leidt meestal zelfs tot verkrachting, één van de wreedste vormen van geweld. Het laat sporen achter, zowel op fysiek, als op moreel en psychisch vlak. Ook op economisch vlak kan dit gevolgen hebben wanneer het zo ver gaat dat het slachtoffer levenslange lichamelijke letsels aan overhoudt. Het zijn vormen die nog frequent aanwezig zijn binnen huishoudens. ‘

‘Maar ook discriminatie tegenover vrouwen op de arbeidsmarkt is een vorm van geweld . De werkloosheid in Burundi is extreem hoog en vrouwen zijn hier vaak de dupe van. De discriminatie inzake het erfrecht van de kinderen, waarbij de dochter niet mag erven kan men ook beschouwen als een vorm van geweld. ‘

‘Tegen deze vormen van geweld hebben we een campagne gevoerd in verschillende afrikaanse landen, ‘We can end violence against women’. Na onderzoek is gebleken dat geweld tegen vrouwen nog steeds een plaag is en ik denk dat het einde hiervan lang nog niet in zicht is. Met het campagne trachten we de gemeenschappen te sensibiliseren opdat ze zichzelf kunnen ondersteunen en slachtoffers kunnen bijstaan bij de verschillende vormen van geweld tegen vrouwen. Het helpt het probleem niet weg door enkel de daders te straffen. Dit is al moeilijk gezien niet iedereen noodzakelijkerwijs de toegang heeft tot het gerecht en niet iedereen de bewijzen kan voorleggen. Bij ons is seks ook taboe: als je verkracht wordt, verzwijg je het liefst. Wat men vandaag de dag weet over geweld op vrouwen, is maar het topje van de ijsberg. De strijd binnen dit campagne is eerst en vooral aanzetten om de stilte te doorbreken en ook aanzetten om als gemeenschap een teken van solidariteit te tonen tegenover de slachtoffers. ‘

Ook in het Westen vindt men gender gerelateerd geweld terug. 1 op 7 vrouwen zijn in België slachtoffer van geweld, wat vindt u van de cijfers? Verwondert het u?

‘Het verwondert mij wel een beetje om eerlijk te zijn. Ik begrijp wel dat men patnergeweld en seksueel geweld overal ter wereld terug kan vinden, maar het blijft toch wel een fenomeen dat minder voorkomt in vergelijking met landen zoals Burundi. Men spreekt over 25% van de vrouwen dat dag in dag uit slachtoffer zijn van verschillende vormen van geweld. 25%! Het is een enorm percentage en het kan zelfs hoger liggen.

Ik ben zelf actief bij ella vzw | Kenniscenter gender en etniciteit. Wij hebben een paar projecten lopen rond gendergerelateerd geweld en intrafamiliaal geweld. Als organisatie richten we ons ook specifiek naar etnische minderheden. Is de focus op deze bepaalde groep nodig volgens u? Zijn er in Burundi bepaalde minderheidsgroepen of gemeenschappen waarbij gendergerelateerd geweld een specifieke aanpak zou kunnen vereisen?

‘In termen van geweld gepleegd op vrouwen onderscheid ik niet noodzakelijk de gevallen met betrekking tot de minderheidsgroepen. Het is geen kwestie van minderheidsgroepen. Het is een kwestie van de vrouw in het algemeen. Deze geweldplegingen zijn te vinden bij alle etnische groepen, daar ben ik zeker van, maar wanneer men misschien rekening houdt met de levensstandaard van de groepen zijn er wel die er meer kwetsbaar voor kunnen zijn. Deze bepaalde groepen lopen meer risico omdat er bepaalde factoren en hindernissen een rol spelen die dit fenomeen in de hand gaan werken. Bij deze groepen zou men inderdaad een specifieke aanpak kunnen gebruiken en meer aandacht besteden aan hun noden om geweld tegen te gaan.’
‘Geweld op vrouwen kent ook geen leeftijd. Studies hebben aangetoond dat wanneer men naar één vorm van geweld zou kijken, bijvoorbeeld verkrachting, men kan zien dat vrouwen van alle leeftijden worden verkracht, gaande van babies naar oude vrouwen.’

‘Bij de vorm ‘partnergeweld’ of ‘huiselijk geweld’ is het vrijwel binnen alle etnische groepen aanwezig. Het is niet gelinkt met een etniciteit of een minderheid maar het benaderen van de groepen en de aanpak zal wel verschillen.’

Waar ziet u de samenwerkingsverbanden tussen de feministen over de grenzen heen om gendergerelateerd geweld tegen te gaan?

‘Ik vind het persoonlijk een interessante synergie, maar denk wel dat cultuurverschillen ervoor kunnen zorgen dat een bepaalde strategie dat hier goed werkt geen succes zou hebben in mijn land. Binnen de feministische beweging wordt ons vaak verweten dat we Westerse gebruiken willen overnemen. We willen zogenaamd individualistisch zijn en enkel ons eigen belang najagen en dit zijn dan de oorzaken waarom relaties in het Westen minder standhouden. Waar we dus aanspraak op willen maken is iets dat tegen ons Afrikaanse of Burundese solidariteit indruist. Ik ben hier persoonlijk natuurlijk niet mee akkoord, want aanspraak maken op je eigen rechten en als ze gerespecteerd worden is het net een reden om zich stabiel te voelen binnen een relatie. Wat zeker interessant is qua samenwerkingsverband, is het delen van ervaringen rekening houdend met de verschillen binnen de culturen.

Hoe ziet u de toekomst voor Burundi? Zal er voor de volgende generatie nog nood zijn aan een vrouw zoals u om de vrouwenrechten te verdedigen?

‘Met een beetje minder bescheidenheid denk ik dat Burundi op lange termijn altijd nood zal hebben aan vrouwen zoals mij, zelfs nog meer actief dan mij. Wij zijn nog niet op het einde van de tunnel. Rekeninghoudend met de moeilijkheden tussen gemeenschappen en tussen individuen, denk ik dat rechten overal en altijd geclaimed zullen worden. Het zijn geen dingen die men op een dienblad geserveerd krijgen. Er zullen ook altijd mensen zijn, die wij de ‘stemlozen’ noemen, die andere mensen nodig hebben om in hun naam te spreken en hun belangen te behartigen. Zelfs hier in Europa waar er ruimte is voor mensenorganisaties om hun stem te laten horen, zijn ze nog steeds nodig. Wat dan in landen als Burundi, waar mensenrechten niet vanzelfsprekendheden zijn.’

‘Toch leert men ons binnen onze traditie al van kindsafaan om respect te hebben tegenover het mensen leven, zelfs voor het leven van een kleine mier. Aan kleine kinderen verbied men een klein insect te doden. Het leven is namelijk iets dat men moet beschermen, het is iets heel waardevol. Na verloop van tijd verliest men zulke waarden. En daarvoor zijn er mensen nodig die ons doen herinneren aan die waarden. Positieve waarden vindt men bij alle gemeenschappen terug. Er zijn altijd positieve waarden waar men voor moet blijven vechten.’

Latifa El Morabit is van ella vzw | Kenniscentrum Gender en Etniciteit
www.ellavzw.be