Er is niet één weg richting emanicipatie.
Het thema islam en de positie van de vrouw binnen de godsdienst blijft de gemoederen beroeren.
Islamitische vrouwen worden vaak geportretteerd als passieve onderdanige wezens zonder inspraak in een door mannen gedomineerde wereld. Toch zien moslima’s de islam als een inspiratiebron en spoort het aan tot emancipatie, tot het doorbreken van de traditionele rollenpartronen. In het kader van het samenwerkingsproject Dar es Salaam Gent (‘Huis van de Vrede’) organiseren VOEM vzw, Motief vzw, Vormingsplus Gent Eeklo, ACW Gent Eeklo en de Stad Gent een aantal lezingen rond het thema “islam en samenleving”. Onder begeleiding van Rosalie Heens (Motief vzw) buigen Samira Azabar (BOEH!), Amina Victoria Vandersteen (Al Minara) en Sofie Degraeve (VOK) zich over het islamitisch feminisme en vrouwenemancipatie.
Islam en feminisme worden doorgaans diametraal tegenover elkaar gesteld en lijken voor velen onverenigbaar. De islam wordt dan ook vaak geschetst als een religie die niet alleen vrouwen onderdrukt maar ook de emancipatie van vrouwen belemmert. Hoe vullen de moslima’s aan tafel zelf het begrip vrouwenemancipatie in? Voor Samira Azabar van het actieplatform Baas Over Eigen Hoofd! betekent emancipatie het recht om in volle vrijheid je leven in eigen handen te nemen. Zelfbeschikkingsrecht, het recht op persoonlijke ontplooiing en zelfontwikkeling vormen daarbij belangrijke pijlers. Amina Victoria Vandersteen uit Al Minara, een vereniging die ondersteuning biedt aan tot de islam bekeerde vrouwen, vindt de westerse en islamitische waarden goed verenigbaar. Vóór haar bekering deelde ze het scepticisme ten aanzien van de islam en zijn houding tegenover vrouwen. Daarop begon ze haar eigen zoektocht naar vrouwenrechten binnen de islam.
In de jaren 1990 verscheen het fenomeen islamitisch feminisme op het wereldtoneel. Het gaat daarbij om een feministisch discours dat een islamitisch referentiekader hanteert. De spreeksters merken op dat feminisme vaak op een “westerse” manier wordt geïnterpreteerd, als zijnde a-religieus en individualistisch. Ze werpen op dat emancipatie uit diverse levensvisies of filosofische stromingen kan ontstaan. Sofie Degraeve van het Vrouwen Overleg Komitee, een pluralistisch overlegorgaan van individuele vrouwen, sluit zich hierbij aan. Er is niet één weg richting emanicipatie.
In essentie draait alles rond het recht op het maken van eigen keuzes. Op zich zijn de inspiratiebronnen niet het belangrijkste, maar wel solidariteit teneinde de keuzevrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van elke vrouw te bewerkstelligen. Sofie Degraeve beklemtoont het belang van solidariteit binnen de vrouwenbeweging, gekoppeld aan indviduele ontplooiing. Volgens Samira Azabar ontbreekt het bij verschillende vrouwenorganisaties aan openheid voor en solidariteit met moslimvrouwen. Enerzijds bestaat er een vrees voor godsdienst en in het bijzonder voor de islam. Anderzijds is men er van overtuigd dat de hoofddoek en emancipatie niet met elkaar te verzoenen vallen. De praatgastes oordelen dat men niet over alle thema’s (bijvoorbeeld abortus) een identiek standpunt hoeft in te nemen om over levensbeschouwelijke overtuigingen heen samen te werken. Er wordt gepleit voor een inclusief feminisme waar vrouwen uit minderheidsgroepen evengoed hun plaats hebben.
Trouw aan de grondbeginselen van het moslimfeminisme keren beide moslima’s terug naar de oorspronkelijke geschiedkundige bronnen in de islam, het voorbeeld van de profeet Mohammed en de wijze waarop dit in de praktijk werd gebracht. Ook vrouwelijke historische figuren uit de vroege islam dienen als lichtend voorbeeld en inspireren beide vrouwen.
De rechten die de islam in het 7de eeuwse Arabië aan vrouwen toekende, waren voor die tijd en plaats revolutionair. Er werden wettelijke hervormingen ingevoerd die vrouwen op het vlak van huwelijk, scheiding en erfenis een grote stap vooruit hielpen. De uitdaging blijft om 7de eeuwse begrippen te vertalen naar een westerse seculiere context anno 2011. Wordt er binnen het islamitisch feminisme ook kritiek geleverd op de islam zoals destijds de vrouwenbeweging de katholieke kerk onder vuur nam? De moslimdames verduidelijken dat de islam geen kerkelijke hiërarchie kent die de geloofsleer voorschrijft en vastlegt.
Bijgevolg bestaat dezelfde moeilijke relatie tot een “instituut” niet. In principe is men vrij om de interpretatie van een bepaalde godsdienstegeleerde te volgen. Doorheen de islamitische geschiedenis hebben altijd diverse duidingen van de heilige teksten bestaan. Eén van de basisprincipes van het islamitisch feminisme is dat de Koran de gelijkheid van alle mensen voorstaat. Echter patriarchale interpretaties en praktijken staan de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de weg. Islamitische feministen bekritiseren deze patriarchale exegese en wagen zich aan herinterpretaties of vrouwvriendelijke lezingen van de Koran.
Sofie Degraeve verzet zich tegen de misvatting dat het emancipatieproces van vrouwen in de westerse samenleving reeds voltooid is versus de islamische wereld waarin vrouwen per definitie onderworpen zijn. De bestaande loonkloof tussen mannen en vrouwen, de beeldvorming omtrent vrouwen, stereotype studiekeuzes, huiselijk geweld en de taakverdeling binnen het gezin waarbij vrouwen nog steeds de meeste zorgtaken op zich nemen zijn enkele thema’s waaraan in België nog werk aan de winkel is.
Het panel kan zich niet van de indruk ontdoen dat het onderwerp vrouwenemancipatie gekaapt en misbruikt wordt om een bevolkingsgroep, in het bijzonder de islamitische gemeenschap, te stigmatiseren. Een mooi voorbeeld hier van is de weinig genuanceerde manier waarop de media bericht geven over een onderwerp als huiselijk en partnergeweld. Het idee leeft dat onder moslims onderdrukking van en geweld tegen vrouwen meer voorkomt. Tot op heden zijn er geen studies verricht die specifiek de prevalentie van huiselijk geweld binnen verschillende gemeenschappen nagaan. Bovendien verwijten de spreeksters de media hun gegoochel met terminologie.
Moord in een Belgisch gezin wordt omschreven als een passioneel of een gezinsdrama terwijl het bij allochtone gezinnen steevast om eremoord gaat. Er heerst een tendens om een probleem, dat eerder te maken heeft met machtsverhoudingen binnen een relatie, te culturaliseren, aldus Sofie Degraeve. Samira Azabar waarschuwt er voor om bij problematisch gedrag van individuele moslims godsdienst of islam steeds als ultieme verklaring aan te wijzen. De invloed van sociologische factoren, zoals de invloed van de lage socio-economische status van veel moslimgezinnen, mogen niet uit het oog verloren worden.
“Islam en feminisme”, een interessant initiatief dat een minder gekende stroming binnen het feminisme belicht. Jammer dat dergelijke debatten steeds eindigen in theologische ondervragingen.
Een bewijs dat een feministisch discours vanuit een religieus denkkader nog lang niet aanvaard is. De vraag rijst ook wie het monopolie bezit over de inhoud van het feminisme? Kan femininisme enkel binnen een seculier discours bestaan? Wat kunnen we dan wel van deze 3 vrouwen onthouden? Misschien, dat er meer dan één weg is naar de emancipatie.