“Je kan veel bereiken als jongeren zich ergens thuis voelen”

Hamid Ait Ouhammou wil dat alle jongeren in Maaseik een plaats hebben waar ze zich aanvaard voelen: “Een van de eerste zaken die ik probeer te veranderen in gesprekken met jongeren is het gevoel dat ze hier niet thuishoren”. Een jeugdwerker aan het woord.
“Je kan veel bereiken als jongeren zich ergens thuis

Een job vinden is vaak de primaire onderliggende frustratie bij radicaliserende jongeren

 

Hamid Ait Ouhammou (36) wil dat alle jongeren in Maaseik een plaats hebben waar ze zich aanvaard voelen. “Een van de eerste zaken die ik probeer te veranderen in gesprekken met jongeren is het gevoel dat ze hier niet thuishoren”, zegt Hamid tijdens een gesprek met Uit De Marge/CMGJ. Dit gesprek is het eerste interview van een nieuwe reeks ‘Jeugdwerker aan het woord’ waar eerstelijnswerkers uit de jeugdsector over hun werk vertellen.

Tien maanden geleden werd Hamid aangeworven als jeugdwerker met Vlaamse subsidies voor gemeenten in het kader van preventie van radicalisering. Voorheen werkte hij acht jaren bij de sportdienst van Maaseik en bouwde hij via die weg een contact met veel jongeren. “Mijn taak is om contacten op te bouwen met jongeren en samen met hen te zoeken naar een zinvolle vrijetijdsbesteding.”

Een heel aantal jongeren in Maaseik en omringende gemeenten als Neeroeteren en Opoeteren vindt geen aansluiting bij het bestaande jeugdaanbod. Hamid: “De redenen zijn verschillend: allerlei drempels zijn te hoog en bij verschillende plaatsen voelen ze zich niet altijd welkom. Ik zorgde voor een instuiflokaal waar deze jongeren een eigen sfeer creëren en gebruik dit om een brug te vormen tussen hen en andere organisaties voor jongeren.”

Ten opzichte van een jaar geleden is het aantal jongeren dat met sportactiviteiten van de stad Maaseik meedoet sterk toegenomen. Hamid bereikte dit resultaat door de activiteiten afwisselend in het instuiflokaal en bij de sporthal van de stad te laten doorgaan. Zijn verwezenlijking is er dankzij een grote tijdsinvestering en een brede aanpak: “De helft van mijn werktijd is ‘outreaching’ of vindplaatsgericht werk. Dat betekent dat ik jongeren aanspreek waar ze rondhangen, vraag wat ze doen, wat hen interesseert en wat ze zouden willen doen. Ik bereik hiermee zowel ‘allochtone’ als ‘autochtone’ jongeren, soms is dat gewoon omdat ze samen rondhangen. De stad wil dat ik jongeren die dreigen uit de boot van onze samenleving te vallen de nodige begeleiding bied en dit gaat dus niet alleen over allochtone jongeren. Als jongeren op straat dan zeggen dat ze een frikandellenwedstrijd willen dan organiseer ik dat. Zo zet ik een eerste stap voor een contact dat langer kan duren.”

Maar zijn job is al vaak verkeerd begrepen door de link met radicalisering. “Nadat het stadsmagazine mij interviewde spraken vele mensen me aan om te zeggen dat ze blij zijn met meer vrijetijdsactiviteiten voor jongeren. Zelfs dokters en garagisten herkenden mij en zeiden dat ze jeugdwerk belangrijk vonden.”

Ouders uit de lokale Marokkaanse gemeenschap zijn een van de belangrijkste groepen bij wie misverstanden over zijn werk weggewerkt zijn. “Daarom nodigde ik vaders uit naar ons instuiflokaal om mijn functie voor te stellen. Kort nadien gingen 28 vaders in op die uitnodiging. Toen werd voor hen duidelijk dat ik gewone jeugdwerkactiviteiten organiseer en jongeren ondersteun en begeleid met hun moeilijkheden in onze maatschappij. Ik vroeg hen ook of ik iets voor hen als ouders kon betekenen. Na deze voorstelling waren deze ouders verrast en zeer tevreden over mijn werking en boden ze mij zelfs hun hulp aan. Sommigen stelden bijvoorbeeld voor om mee te zorgen voor vervoer bij activiteiten. Dat was fijn om te ervaren.”

Hamid lacht terwijl hij dit zegt maar vertelt erna in alle ernst hoe hij intussen het vertrek naar Syrië van twee jongeren heeft kunnen voorkomen. “Bij een jongen was de dreiging reëel en kwam ik tussen door hem meteen te helpen bij het zoeken naar een job. Want dat is vaak de primaire onderliggende frustratie bij radicaliserende jongeren. Nu hij een stabiele job en rijbewijs heeft bekijkt hij problemen op een andere manier. Bij een andere jongen was het probleem minder groot maar merkte ik dat hij erg vatbaar was voor extremistische oproepen. Dat veranderde door hem te overtuigen dat hij wel hier thuishoort in deze samenleving. Door hem dat gevoel te geven ging hij anders kijken naar de mogelijkheden in zijn leven. Je kan veel bereiken als jongeren zich ergens thuis voelen.”

Nu hoopt Hamid dat hij zijn werk mag verderzetten. “Er is veel werk te doen in de gemeente Maaseik en het zou jammer zijn als het project na één jaar stopt.” In heel zijn traject krijgt Hamid de ondersteuning van Uit De Marge/CMGJ via een coaching door Liesbeth Keunen. “In het begin sprak ik Liesbeth wekelijks. Nu geeft ze me maandelijks advies, maar ik kan haar altijd bellen als ik met een dringende vragen zit. Door het CMGJ vond ik ook mijn weg naar uitwisselingsgesprekken met jeugdwerkers uit de rest van Vlaanderen. Dat maakte mij sterker in mijn werk.”

Interview door Hasna Ankal – Uit De Marge/CMGJ (Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn)