Veel mensen denken dat religie en wetenschap elkaar bijten, maar het tegendeel is waar. De Koran is een onuitputtelijke bron van wetenschappelijke kennis
Khalid El Jafoufi (20) was opgelucht toen hij in september zijn lesrooster kreeg. De laatste les op vrijdag eindigt om kwart voor één. Als hij direct vertrekt, heeft hij precies genoeg tijd om vanaf de universitaire campus in Wilrijk in de moskee in Borgerhout te geraken. Op sommige vrijdagen staat er een extra practicum gepland. Dan moet hij zijn religieuze plicht verzaken. Maar gelukkig komt dat gemiddeld maar één keer per maand voor.
“Vaker wil ik het vrijdaggebed niet missen. Als het een paar weken achter elkaar niet lukt om naar de moskee te gaan, word ik rusteloos. Alsof ik langzaam aan het uitdrogen ben. Het gaat mij niet alleen om de preek. Dat is een moment van reflectie. Welke waarden haalt de imam aan? Ben ik goed bezig? Heel zinvol allemaal, maar ik haal meer voldoening uit het gebed. Het gevoel van samenhorigheid met de andere gelovigen tijdens het bidden is heel intens. Ik heb die band met mijn geloofsbroeders nodig om mijn leven vorm te kunnen geven.”
Khalid is overtuigd moslim, maar uit zijn geloof op een heel andere manier dan de jongeren die het afgelopen jaar naar Syrië zijn vertrokken. Opvallend is dat hij niet de enige is, maar deel uitmaakt van een steeds groter wordende groep jonge moslims. Hun religieuze overtuiging zorgt er niet voor dat ze zich afsluiten van onze maatschappij. Maar leidt er juist toe dat deze jongeren zich heel betrokken voelen bij onze samenleving en erop gebrand zijn om een goede positie te verwerven.
Geen gebedsruimte
Vier weken geleden is Khalid begonnen aan de studie farmacie aan de Universiteit Antwerpen. Op de campus in Wilrijk is er geen gebedsruimte. Daarom zoekt hij voor zijn dagelijkse gebeden een stille plek achteraan in de bibliotheek. “Dat is niet fijn. Ik voel me daar niet op mijn gemak, want bibliotheken zijn niet bedoeld om te bidden. Maar voorlopig is er geen andere oplossing. Vorige week ben ik verkozen in de studentenraad. Ik ga de noodzaak van een gebedsruimte zeker op de agenda zetten.”
Het was al vroeg duidelijk dat Khalid voor een wetenschappelijke studie zou kiezen. Zijn interesse voor wetenschappen is volgens hem ontstaan na het lezen van de Koran. “Veel mensen denken dat religie en wetenschap elkaar bijten, maar het tegendeel is waar. De Koran is een onuitputtelijke bron van wetenschappelijke kennis. Telkens als ik de koran lees, raak ik gemotiveerd om me verder in de wetenschap te verdiepen. En telkens als ik studeer, raak ik ontroerd door Gods almacht.”
Buitenstaanders kunnen dat misschien moeilijk begrijpen, beseft Khalid. Religie gaat volgens velen over geloven en voelen. Wetenschap gaat over bewijzen en analyseren. Maar voor Khalid zijn die twee werelden minder duidelijk gescheiden. “Er staat een vrij gedetailleerde beschrijving over de conceptie in de Koran. Inmiddels weet iedereen hoe de conceptie werkt en lijkt dat weinig vooruitstrevend. Maar verplaats je eens in de tijd dat de Koran werd geschreven. Vrijwel niemand had toen enige kennis over dit biologisch proces. De Koran was zijn tijd ver vooruit. Voor ander wetenschappelijk onderzoek is de Koran vandaag nog steeds een inspiratiebron.”
Behalve als een bron van wetenschappelijke kennis beschouwt Khalid de Koran ook als een leidraad voor goed en kwaad. Dat sommige moslimjongeren er de rechtvaardiging in vinden om deel te nemen aan een oorlog vindt hij lastig te verklaren. Hij houdt de media en het onderwijs voor een groot deel verantwoordelijk voor de keuze van deze jongeren. Ze zijn opgejut door vreselijke televisiebeelden. De school moet jongeren die radicaliseren opvangen en begeleiden. Maar dat doen ze niet. Ze kijken liever een andere kant op.
Toch waakt Khalid er over om zijn geloofsbroeders die naar Syrië vertrekken te veroordelen. “Het is een heel moeilijke kwestie waarover ik weinig kan zeggen, omdat ik niet weet wat deze jongens in Syrië gaan doen. Sommigen nemen de wapens op. Anderen doen heel zinvol humanitair werk. Ze verlenen hulp aan de getroffen bevolking en verzorgen de gewonden. Ik heb gelezen over een Engelse dokter die daar een heel ziekenhuis uit de grond heeft gestampt. Wie ben ik om dat te veroordelen?”
Zelf zou Khalid nooit naar oorlogsgebied vertrekken. “Ik kies voor heel andere waarden. De islam staat voor mij gelijk aan het vergaren van kennis. Het eerste vers in de Koran luidt: Iqra. Dat betekent ‘leer’. Ik ben student en besteed bijna al mijn tijd aan leren. Voor mijn ouders en grootouders was dat heel anders. Zij waren bezig met overleven en zaten niet in die luxepositie. Ik grijp de kans met beide handen aan.”
Muntjesactie
Naast zijn studie zet Khalid zich ook in voor verschillende sociale projecten. Vorig jaar nam hij actief deel aan de muntjesactie van Free Hands. “In korte tijd verzamelden we in totaal ruim 1150 kilo koperen euromuntjes in. Dat was goed voor 20.500 euro. Met het bedrag konden we zeven waterputten in Somalië laten aanleggen. Dat gaf mij een onbeschrijfelijk goed gevoel. Ik vind het heel belangrijk om ook de zwakste groepen in deze wereld een stem te geven.”
De succesvolle muntjesactie heeft Free Hands in heel Antwerpen op de kaart gezet. De organisatie bemiddelt tussen vrijwilligers en organisaties die helpende handen zoeken. “Vrijwilligers laten weten waar ze goed in zijn, bijvoorbeeld een website maken, schilderen of teksten schrijven. Wij matchen hen met een vereniging of bedrijf die daar nood aan heeft,” legt Abdelkarim Bellafkih (26) voorzitter van Free Hands uit. Twee jaar na de oprichting heeft Free Hands al 400 leden.
Driekwart van de vrijwilligers van Free Hands is van Marokkaanse afkomst en bijna alle jongeren hebben een moslimachtergrond. “Maar we staan open voor iedereen, ook niet-moslims,” zegt Bellafkih die zelf ingenieurswetenschappen studeerde aan de Vrije Universiteit Brussel en momenteel werkt als opleidingshoofd chemie aan de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen.
“We profileren ons heel bewust niet als een islamitische organisatie. Er zijn genoeg verenigingen die religieuze lezingen of debatten organiseren. We willen jongeren aanzetten om het geloof als motor te gebruiken bij het opnemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Door je te engageren, word je een onderdeel van de maatschappij en kan je die mee vorm geven.”