Kimberlé Crenshaw: "Verandering komt er echt niet vanzelf"

Op 3 februari ontving de Amerikaanse professor Kimberlé Crenshaw een eredoctoraat aan de KU Leuven voor haar baanbrekend theoretisch werk rond gelijkheid en discriminatie. Ze ontwikkelde het begrip 'intersectionaliteit', dat discriminatie beschrijft die voortvloeit uit meer dan één kwetsbaarheid, zoals een combinatie van ras en gender. In dit interview maakt ze duidelijk waarom het begrip nog steeds uitermate relevant is.

Crenshaw: "Als verschillen écht een verschil maken – en dat doen ze – dan mogen we ons niet beperken tot een paar grote categorieën zoals ras, geslacht of geaardheid. We moeten dieper durven kijken: een migrantenvrouw ervaart achterstelling anders dan een blanke vrouw."

 

De Amerikaanse Kimberlé Crenshaw (60) is vandaag één van de belangrijkste stemmen rond gelijkheid en discriminatie. Vorig jaar nog prijkte ze in de top tien van ’s werelds belangrijkste denkers van Prospect Magazine, in het gezelschap van onder meer klimaatactiviste Greta Thunberg en filosofe en KU Leuven-eredoctor Martha Nussbaum. We mogen haar opbellen in haar kantoor in het African American Policy Forum in New York, een denktank die ze zelf oprichtte, en waarmee ze structurele ongelijkheid wil tackelen. Een uur lang zal ze haar gedachten over ras, racisme en recht formuleren in vloeiende volzinnen, zeker van haar stuk. Crenshaw is het duidelijk gewend te praten: ze is een veelgevraagd spreker, als advocate en activiste, als autoriteit op het vlak van Black feminist legal theory, en als professor burgerrechten aan beide kusten van de VS, aan UCLA en Columbia University.

Drie decennia geleden kwam Crenshaw op het idee dat haar carrière zou bepalen, vertelt ze ons. “Als jonge wetenschapper wilde ik weten hoe uitsluiting op basis van ras verschilt tussen de geslachten. Het was me al opgevallen dat op de universiteit de verschillende werkgroepen rond diversiteit en inclusie totaal gescheiden werelden waren: die rond genderdiversiteit spraken niet over ras, en bij die rond ras kwam gender niet ter sprake. Hoe kon je het dan ooit specifiek over de situatie van zwarte vrouwen hebben, vroeg ik me af. En zou het er in het recht, en specifiek in het antidiscriminatierecht, net zo aan toe gaan?”

Crenshaw dook in een aantal rechtszaken rond discriminatie van zwarte vrouwen op de jobmarkt, en daar stootte ze – “weinig verrassend” – op exact dat probleem: zwarte vrouwen verloren hun zaken vaak omdat ze tussen twee stoelen in vielen. “Veel rechters bleken niet te beseffen dat discriminatie op basis van een combinatie van gender en ras door de bestaande antidiscriminatiewetgeving beschermd werd. Want een zwarte vrouw die niet werd aangenomen door een bedrijf, kon niet aantonen dat er racisme in het spel was omdat er wél zwarte mannen werden aangenomen. En ze kon geen genderdiscriminatie aantonen omdat het bedrijf wél blanke vrouwen aannam.”

“Ik heb toen een denkkader ontwikkeld waarin je dit soort missers kon onderbrengen, en dat ik 'intersectionaliteit' doopte. Het is een ‘word picture’, een heel simpele analogie om over een heel ingewikkelde realiteit te kunnen praten – te ingewikkeld blijkbaar voor sommige rechters. De ‘intersections’ zijn de kruispunten tussen verschillende gevoeligheden, zoals afkomst, gender, handicap, geaardheid. Intersectionaliteit is geen pasklare formule, en het gaat er niet over zoveel mogelijk kenmerken te kunnen toevoegen. Het intersectioneel perspectief zegt: laten we vooral kijken naar de volledige dynamiek die speelt bij ongelijkheid en achterstelling, zodat we er een diepere, betere analyse van kunnen maken.”

Ingewikkeld

Intersectionaliteit groeide al snel uit tot een standaardbegrip om de unieke situatie van kwetsbare groepen te bestuderen. Ook buiten het recht, in de sociale wetenschappen, en buiten de VS. Het vond zijn weg naar de grondwet van Zuid-Afrika en naar het VN-verdrag voor Rechten van Personen met een Handicap. Zelfs de huidige Vlaamse regelgeving ademt de geest van intersectionaliteit, als ze spreekt over discriminatie op basis van één of meerdere gronden.

“Ik ben opgevoed door mensen die nauwelijks één generatie na de afschaffing van de slavernij zijn geboren, en amper vijf jaar nadat vrouwen stemrecht hebben gekregen. Dit pad is mij quasi aangeboren.”

Als je rekening moet houden met al die verschillende gevoeligheden, maakt dat het inclusiebeleid in de praktijk niet een pak ingewikkelder? “Well, look, het leven ís ingewikkeld. Als er verschillen in belastingen, of economisch beleid tussen verschillende landen geregeld moeten worden: dat is óók allemaal extreem ingewikkeld, en toch gebeurt het, omdat het zo belangrijk is. Ik denk soms dat de frustratie die sommige beleidsmakers of politici uitspreken over de zogenaamde complexiteit van gelijkheid, vooral voortkomt uit hun frustratie dat ze het überhaupt over gelijkheid moeten hebben.”

“Dé vraag blijft: als we gelijkheid willen bevorderen, moeten we dan bekijken hoe verschillen gelijkheid in de weg zitten, of moeten we dan juist helemaal géén aandacht besteden aan verschillen? Sommigen pleiten voor het laatste, voor een kleurenblind perspectief. Mijn standpunt is duidelijk het eerste: die verschillen zijn er, en ze doen hun werk al. En als we ervan uitgaan dat verschillen een verschil maken – in de toegang tot onderwijs, tot werk, tot hulpverlening – dan mogen we ons simpelweg niet beperken tot een paar grote categorieën. We moeten ons ervan bewust zijn dat de ervaring van een immigrantenvrouw anders is dan die van een blanke vrouw.”

Aangeboren

Kimberlé Crenshaw is zelf Afro-Amerikaanse en vrouw. Is ze als ervaringsdeskundige op dit carrièrepad beland? “Of ik ooit zelf gediscrimineerd ben, bedoel je? Oh, yes! Ik ben er momenteel een boek over aan het schrijven, mijn memoires vanuit een intersectioneel perspectief. Daarin vertel ik hoe het is om als Afro-Amerikaans meisje op te groeien in het midden van de twintigste eeuw, op een moment waarop veel zaken op losse schroeven kwamen te staan: de beperkingen van ras, van geslacht, van klasse... De tijd waarin zwarten uit het stemhokje geweerd werden, en waarin vrouwen werden uitgesloten uit zowat elk beroep dat ik zou willen uitoefenen, was nog maar net voorbij. Ik ben opgevoed door mensen die nauwelijks één generatie na de afschaffing van de slavernij zijn geboren, en amper vijf jaar nadat vrouwen stemrecht hebben gekregen.”

“Dit pad is mij dus quasi aangeboren. Mijn interesses zijn altijd verbonden geweest met de manier waarop ik las hoe ik zelf door de samenlezing gelezen werd. Ideeën volgen de lichamen die erdoor geraakt worden. Ik heb me altijd vragen gesteld bij de manier waarop ongelijkheid steeds opnieuw gerationaliseerd werd. Hoe men het deed lijken alsof de dingen nu eenmaal waren zoals ze moesten zijn. Ik móest dan wel vragen: ‘Well, wie zegt dat?’”

"Ideeën volgen de lichamen die erdoor geraakt worden."

Crenshaw zucht diep bij de vraag hoe Amerika het vandaag maakt op vlak van gelijkheid en inclusie. “Er is zeker meer kennis. Men beseft stilaan dat er voor het wegwerken van ongelijkheid niet één uniforme aanpak bestaat. Dat is toch al iets. Maar de wet zelf volgt niet echt. Dat is ook niet zo verrassend: verandering komt er pas onder maatschappelijke druk, en de druk vandaag komt niet echt van de progressieve zijde. Hij komt van de andere kant, en de rechtbanken houden zich vandaag hooguit bezig met de ideeën over gelijkheid uit de vorige eeuw. Zelfs die staan vandaag onder druk. De democratie zelf staat op het spel. Dan hoeft het niet te verbazen dat ideeën rond raciale rechtvaardigheid, rond feminisme, rond homorechten op dit moment niet in het bovenste laatje liggen.”

Ze verwijst naar het diep gepolariseerde klimaat in het Amerika van president Trump, waarin ‘toxic masculinity’, giftige mannelijkheid, regeert. “En het gaat niet enkel om giftige mannelijkheid. Er is ook giftige blankheid, er is giftig amerikanisme. Het Amerikaanse rechtssysteem bevordert dit soort toxiciteit zelfs, door de rechtstreekse band tussen het hooggerechtshof en de politieke arena.”

Uiteraard, zegt Crenshaw, staan er ook mensen op tegen Trump. Zoals Alexandria Ocasio-Cortez, kortweg AOC, het progressieve congreslid met Latino roots dat Trump veelvuldig onder vuur neemt – en omgekeerd. “Maar het feit dat er progressieven naar voren treden, verbaast me niet echt. Wat me verbaast, is de kloof die is ontstaan tussen progressieven en gematigden. Een significant deel van de politieke elite vindt dat er vandaag te véél van het fenomeen AOC is, dat er vandaag te véél gemobiliseerd wordt rond gender-rechtvaardigheid en xenofobie. Ze vinden dat de kiezers net daardoor zijn weggedreven van de Democratische Partij. Ze geloven dat de weg voorwaarts is om het juist weer minder over gender en ras en klasse te hebben, en wat meer in algemene termen te praten: kleurenblind, genderblind... Ze keuren de identiteitspolitiek van de progressieven af. En dat terwijl veel Trump-stemmers juist het schoolvoorbeeld van identitairen zijn.”

“Er is vandaag niet enkel toxic masculinity. Er is giftige blankheid, er is giftig amerikanisme. Het Amerikaanse rechtssysteem bevordert dit soort toxiciteit zelfs, door de rechtstreekse band tussen het hooggerechtshof en de politieke arena.”

“De verkiezing van Obama was belangrijk voor bepaalde bevolkingsgroepen, maar je kunt moeilijk om de polarisering heen die toen ontstaan is. De verkiezing van Trump is geboren uit ressentiment, uit afkeer, uit een gevoel van verlies bij kiezers die politiek alleen maar kunnen zien als een zero-sum-game, waarbij de winst van de één sowieso het verlies van de ander betekent. We moeten weg van de symboolpolitiek, en weer echte debatten voeren over echte onderwerpen. Maar ik ben niet erg hoopvol dat het snel keert. Populisme is overal vandaag. Ik denk dat de verkiezingen eind dit jaar de belangrijkste van mijn leven zullen zijn.”

Over professoren

Heeft Crenshaw ooit zelf de actieve politiek overwogen? “Nee! (lacht) Ik heb het altijd belangrijk gevonden om de waarheid te kunnen zeggen zoals ik ze zie. En één van de beroepsrisico’s van het denken volgens intersectionele lijnen, is dat je het vaak oneens bent met je bondgenoten. Voor een politicus ligt zoiets bijzonder moeilijk. Ik heb openlijk meningsverschillen met feministen, met antiracisten, maar voor mij zijn dat nooit discussies die onze relatie zullen beëindigen. Het zijn discussies, punt.”

Kimberlé Crenshaw ontvangt het eredoctoraat van de KU Leuven omdat ze, aldus de laudatio, de kloof tussen wetenschap en maatschappij moeiteloos overbrugt. We noemden al het African American Policy Forum, dat vaak met heel concrete acties opkomt voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving. Zoals recent nog de #SayHerName-campagne, waarmee het aandacht vroeg voor politiegeweld tegen zwarte vrouwen. Vindt Crenshaw dat meer academici zich zo concreet zouden moeten engageren, weg van de zijlijn? “Ik vind dat je héél terughoudend moet zijn om mensen of groepen voor te schrijven wat ze ‘zouden moeten doen’. Dat is zelfs tegenstrijdig aan waar we zeggen voor te staan: de kansen van mensen vergroten om hun interesses, hun passies te volgen. Mijn standpunt is simpel: al wie vindt dat de samenleving niét de gewenste samenleving is, heeft de verantwoordelijkheid om na te gaan hoe hij of zij zelf bijdraagt tot de kloof tussen de huidige samenleving en de gewenste. Verandering gaat er echt niet komen door gewoon te wensen dat ze er komt.”

 

Dit artikel werd met toestemming overgenomen van de nieuwspagina's van de website van de KU Leuven.



Over de auteur:

Wouter Verbeylen is redacteur van de KU Leuven nieuwsdienst.