Meertaligheid en bezinning zijn geen hindernissen voor integratie Open Brief aan Prisma vzw

De directie van het diversiteits- en integratiecentrum Prisma, onthaalbureau voor de provincie Antwerpen, besliste recent dat binnen de gebouwen van het centrum alleen nog Nederlands gesproken mag worden en ontneemt personeelsleden, vrijwilligers en inburgeraars de mogelijkheid om er te bidden.
Meertaligheid en bezinning zijn geen hindernissen voor

Als gevolg van dit verbod hebben de moskeeën hun samenwerking met Prisma opgezegd. Andere organisaties overwegen dit ook te doen.

 

De directie van het diversiteits- en integratiecentrum Prisma, tevens onthaalbureau voor de provincie Antwerpen, besliste recent dat binnen de gebouwen van het cen-trum alleen nog Nederlands gesproken mag worden en ontneemt personeelsleden, vrijwilligers en inburgeraars de mogelijkheid om er te bidden.

Sinds de oprichting van het integratiecentrum hadden de medewerkers de mogelijk-heid om te bidden in de organisatie. Dat gebeurde discreet. Het verbod komt dan ook als een volslagen verrassing bij de werknemers.

Als organisaties werkzaam in de stad Mechelen, waar een van de twee regiohuizen van Prisma gevestigd is, betreuren we dat deze nieuwe regels worden doorgevoerd zonder enig overleg met het personeel, dat zich hierin duidelijk miskend voelt. Het eenzijdig opleggen zonder enig overleg van zo een maatregel is ondemocratisch.
Bovendien hebben de maatregelen een onnodig polariserend effect in Mechelen. Belangrijke actoren van het diversiteitscentrum, zoals de Moskeeën, organisaties van mensen met migratieachtergrond, werden niet geïnformeerd, laat staan geconsulteerd. Als gevolg van dit verbod hebben de moskeeën hun samenwerking met Prisma opgezegd. Andere organisaties overwegen dit ook te doen.

De directie van Prisma stelt dat ze met deze nieuwe regels een professioneel kader wil creëren waarin alle erkende levensbeschouwingen een waardige plek krijgen. Het verbod om te bidden wordt verantwoord met het principe van neutraliteit en van de scheiding tussen Kerk en Staat.

Deze motivatie is op zijn minst opmerkelijk voor een diversiteits- en integratiecentrum dat in zijn missie schrijft een substantiële bijdrage te willen leveren aan “een diversiteitsvriendelijke samenleving waaraan mensen met een migratie-achtergrond evenwaardig kunnen participeren.”

Enge visie op integratie

In het maatschappelijk debat over integratie zien we de jongste tijd een belangrijke verschuiving. De focus verlegt zich stilaan van de eenzijdige integratie- of assimilatie-plicht voor nieuwkomers naar superdiversiteit als nieuw kader. Daarin wordt integratie een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en krijgt iedereen het recht en de ruimte om zich geheel in overeenstemming met de eigen culturele achtergrond te ontwikkelen.

Ook in de gematigde mainstream media wordt de noodzaak van dat nieuwe kader erkend. Zo schreef senior writer Bart Eeckhout in De Morgen van 12 maart: “Wat wij integratie noemen, staat in feite gelijk met assimilatie. Om zich 'perfect' te kunnen integreren, verwachten we van de ander dat hij zich naadloos inpast in onze onver-anderlijk geachte, leidende cultuur. Daarmee leggen we de lat zo hoog dat nieuwko-mers er niet kunnen of willen over springen. Het is de illusie van de smeltkroes: de gedachte dat we allemaal samen kunnen opgaan in een uniforme samenleving. Het is dat beeld dat de toets van de werkelijkheid niet langer doorstaat. Op een of andere manier zullen we verschil in onze samenleving moeten leren aanvaarden...Stilaan rijpt het besef dat integratie in een superdiverse maatschappij alleen kan werken als iedereen zijn eigen identiteit en cultuur mag ontwikkelen.”

De doelstelling van een diversiteits- en integratiecentrum moet niet het nastreven zijn van neutraliteit maar de bevordering van diversiteit en het promoten van actief pluralisme. In heel wat instellingen als buurt- en wijkcentra, universiteiten, enz. is het inrichten van een (oecumenische) bezinningsruimte heel gewoon; het tast de neutraliteit niet aan. Dat uitgerekend een centrum, dat moet ijveren om mensen van andere origine in te sluiten in de samenleving dergelijke maatregel oplegt is onbegrijpelijk. Iemand het recht ontnemen op de beleving van zijn godsdienst is discriminerend en kwetsend. Je kan moeilijk pretenderen dienst te verlenen aan een bevolkingsgroep als je een belangrijk deel ervan schoffeert.

Het verbod aan personeel om een andere taal dan het Nederlands te gebruiken, heeft overigens niets met neutraliteit of gelijkwaardigheid te maken en is in een inte-gratiecentrum meer dan bizar te noemen. Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat inburgeraars een taalbad krijgen. Het verbieden van het gebruik van andere talen dan het Nederlands, lijkt echter op taalfetisjisme. De maatregels drukt geen erken-ning van de meerwaarde van meertaligheid uit.

Met de nieuwe huisregels lijkt Prisma aan te sluiten bij het “old school” integratiedenken, waarin meertaligheid en bezinning als hindernissen worden gezien voor integratie. Het kadert in de enge visie, gepromoot door de Vlaamse overheid, die integratie herleidt tot aanpassing aan de Vlaamse waarden, gewoontes en taal. Nochtans hebben tal van onderzoeken en praktijkervaringen aangetoond dat openheid voor anders-taligheid en levensbeschouwelijke diversiteit tot positieve resultaten leidt.

Interne kwestie?

De directie van Prisma stelt dat het om een intern proces gaat dat volop aan de gang is, en verwerpt elke kritiek. Dat het een interne kwestie zou zijn, is relatief, en wel om volgende redenen:

Ten eerste is het logisch dat betrokken werknemers en vakbonden actief betrokken zijn in dergelijk proces.

Ten tweede gaat Prisma op in het Extern Verzelfstandigd Agentschap voor Integratie en Inburgering, verantwoordelijk voor de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid. Prisma heeft dus een maatschappelijke opdracht. Logischerwijze hebben de doelgroepen en stakeholders recht op betrokkenheid in het beleid van de organisatie.

De maatregelen van de directie hebben directe gevolgen voor de uitstraling van het centrum en dus voor zijn werking naar doelgroep toe. De goede samenwerking met het middenveld komt daardoor op de helling.

De maatregel leidt tot onnodige en ongezonde polarisering, precies het omgekeerde van wat het centrum zou moeten nastreven. Het centrum beoogt inburgering, maar de maatregel zal enkel leiden tot uitsluiting en vervreemding van de doelgroep.

Belangrijke maatschappelijke rol

Prisma heeft als diversiteits- en integratiecentrum een belangrijke maatschappelijke rol. En het is onze overtuiging dat Prisma alles in huis heeft om die rol op een goede manier in te vullen. Daarvoor heeft het centrum voldoende gekwalificeerd en gemotiveerd personeel ter beschikking. Het is dan ook jammer dat de directie nu beslissingen neemt die het eigen personeel ontgoochelen, de doelgroep frustreren en de goede samenwerking met het middenveld op de helling zetten.

We willen ons dan ook stellig uitspreken tegen deze nieuwe regels en hopen dat ze alsnog kunnen worden ingetrokken. We roepen de politieke partijen op om hun ver-antwoordelijkheid in deze te nemen.

Kif Kif, Motief, ROJM, FMDO, Vandaag en Morgen, Karama, Internationaal Comité, Platform Allochtone Jeugdwerkingen, Taalruil, Karamah EU, PVDA+ Mechelen