12 Muharram 1434
26 november 2012
Zondag 14 oktober 2012 zal voor velen de herinnering oproepen aan een zonnige verkiezingsdag met een gedoodverfde winnaar. Een die ons zwart op wit (hoe ironisch) bewees hoe het is gesteld met Verdraagzaam Vlaanderen. Voor mij (en mijn compagnons) heeft 14 oktober voortaan een heel andere bijklank. Op deze dag ving ik mijn meest onvergetelijke en tegelijk onwaarschijnlijke reis aan. De reis richting het Land der Heilige Plaatsen. De reis richting de Poorten van spirituele Transcendentie. De reis die geen vertrek is, maar een thuiskomen voor de harten die Allaah en Zijn Profeet (vrede zij met hem) liefhebben: de Hadj.
They will come to thee on foot and (mounted) on every kind of camel, lean on account of journeys through deep and distant mountain highways; (22:27)
Sinds ik op °Umrah ben geweest, 6 jaar geleden, bad ik elk jaar opnieuw dat het deze keer zover zou zijn. Ik leefde van Ramadaan tot Hadj-periode en omgekeerd. Toen het eindelijk zo ver was, kwam het geheel onverwacht. Ik worstelde me net door een moeilijke periode heen, toen Allaah me naar Zijn Huis riep. Onverwacht, maar ongetwijfeld op het juiste moment. Allaahs wegen zijn ondoorgrondelijk.
Begin september dacht ik nog dat ik weer eens te hard van stapel liep. Dat ik hoogdringend mijn zweverige droomballon eigenhandig moest doorprikken wegens groot gevaar voor desillusie. Een week later stond ik bij Belmatour in de Rue Marie Christine om mijn ticket richting Medina te boeken. Nog meer onverwacht, stond ik daar met mijn nonkel, mijn voogd die me tijdens deze reis zou vergezellen. Het leven zit vol verrassingen. Mijn nonkel en ik hebben het allebei niet zo voor vliegen. In een ver verleden hadden we daarom een stilzwijgende overeenkomst afgesloten. Nooit of te nimmer zouden we samen op een vliegtuig zouden kruipen. De hysterie van de één zou wel eens het einde van de ander kunnen betekenen, zo hadden we geconcludeerd. Zoals ik zei, het leven zit vol verrassingen en wat mij betreft, was dit de mooiste verrassing ooit.
Ik ben intussen alweer 3 weken en 3 dagen terug. Ja, ik ben nog in de periode van het terug in de tijd tellen, blijven plakken en dwangmatige gedachten als; ‘nu zoals toen, was ik zus en zo aan het doen’ . Sunnah tv, waar de Ka°ba 24/24 life te zien is, staat op wanneer het maar kan (ook nu) en het enige wat ik kan denken wanneer ik kijk is: mocht ik er nu nog zijn, zou ik de Ka°ba van dichterbij kunnen bewonderen. Je zou denken dat ik na ruim 3 weken toch voldoende tijd heb gehad om te ontwennen. Des te meer wanneer je bedenkt dat ik al langer terug ben, dan wat ik daar verbleven heb (2 weken en 5 dagen), maar niets is minder waar. De gedachte eraan is nog steeds overheersend en de herinnering nog zo vers als pas gebakken brood. Tegelijk heeft het gemis van de stad van zielenrust een gapend gat in mijn hart geslagen en wat ik ook onderneem, niets kan de leegte vullen.
Ik denk dat veel van ons diep in ons hart bekropen worden door een gevoel van verloren perfectie. Het zeurderige gevoel dat de dingen niet alleen beter hadden kunnen zijn, maar dat ze het ook waren. Dat we ons -diep in ons hart- echt een gevoel van vreugde kunnen herinneren dat we niet meer kunnen oproepen en dàt is ons ergste lijden. Het is niet alleen dat we ons perfect geluk kunnen voorstellen, het gaat erom dat we ervan geproefd hebben en nadat we het geproefd hebben, smaakt niets meer hetzelfde. Wanneer ik erover nadenk, lijkt het mij bij momenten onwezenlijk dat ik ooit heb rond gekuierd, gebeden, gehuild, ge...in die andere wereld. Alsof er me een levenlang Mekka was beloofd. Ja, Mekka is werkelijk een andere wereld in de wereld.
Terwijl ik dit schrijf, wordt de herinnering weer springlevend en het kippenvel rukt op. Mijn hart vervult zich met intens geluk en verdriet tegelijk en ik vraag me af of mijn hart deze extremen kan blijven dragen. Intens geluk vanwege de levendige herinnering. Verdriet vanwege het voortdurend gemis. Elke stap staat in mijn geheugen gegrift én in mijn dagboek. Wanneer ik mijn ogen sluit, herbeleef ik alles opnieuw. In de nacht, wanneer de meeste hun hoofden ten ruste hebben gelegd, vlieg ik in gedachten opnieuw naar Oosterse oorden. In mijn verbeelding hoor ik het volume van de talbiyya (een islamitische gedenkformule, red.) gestaag toenoemen. Een zoete muskusgeur komt me tegemoet en ik stel me voor dat de zwarte stof van mijn overkleed even zacht aanvoelt als het kleed van de Ka°ba.
Mekka en Medina scherpen de honger, stillen ze, maar doen vooral hongeren naar meer. Wie er nog niet geweest is, verlangt naar een eerste bezoek. Voor wie er al geweest is, slaagt de honger om in een nimmer te bevredigen verlangen naar de plek die alles doet vergeten. De plek die erin slaag je te doen loskomen van deze wereld. De plek die je doet verlangen naar een zuivere plek bij Allaah, in het gezelschap van degene die gezonden is als genade voor de mensheid, de beste der schepselen, de Profeet Mohammad (vrede zij met hem).
Ik weet één ding zeker; pas als je geproefd hebt van de zoetheid, de zielsverrukking hebt ervaren van de bedevaart, weet je dat je geleefd hebt.
Voorzichtig laat ik een nieuwe droomballon opstijgen in een azuurblauwe hemel en enkele letters dwarrelen neer: “Mekka, tot gauw met de wil van Allaah...”
H.E.A.
© 2012 – De Andere Mening