Moslims in Vlaanderen over disability en "zorg"

In het werkveld worden heel wat vragen gesteld over moslims met een functiestoornis en over de beleving van disability binnen moslimgezinnen. Zelden worden deze vragen ook gesteld aan moslims zelf. Nochtans zijn zij één van de belangrijkste schakels in de zoektocht naar antwoorden.
Moslims in Vlaanderen over disability en "zorg"

Het is moeilijk om ons te mengen met de Belgische maatschappij, maar tegelijkertijd nemen we geen initiatieven om zelf onderling iets te ondernemen. Hoe komt het eigenlijk dat wij geblokkeerd staan?

 

In deze scriptie wordt onderzocht hoe moslims in Vlaanderen betekenis geven aan disability en “zorg”. Twee onderzoeksvragen staan daarbij centraal:

(1) “Hoe beleven moslims met een beperking en hun naasten het proces van diagnose, verwerking en aanvaarding van disability?” en

(2) “Hoe ervaren moslims met een beperking “zorg” in termen van ondersteuning door medici,hulpverleners, onderwijsmedewerkers en eigen netwerk?”

Voor de dataverzameling worden kwalitatieve interviews gebruikt en wordt ‘voice’ gegeven aan veertien onderzoekspersonen. Onder hen moslims met een functiestoornis, naasten van moslims met een functiestoornis en professionals uit de onderwijs-en hulpverleningscontext. De data worden thematisch geanalyseerd en tonen aan dat moslims op meerdere manieren betekenis geven aan disability:

(1) Door gebruik te maken van de vier modellen van disability: het religieuze, het medische, het sociale en het culturele model;

(2) door gebruik te maken van een theologisch discours, waarin religieuze methoden van coping een ontzettend belangrijke plaats innemen;

(3) door gebruik te maken van een discours van emotionele, financiële en (voornamelijk) sociale last en

(4) door gebruik te maken van vijf mensbeelden, waarin personen met een beperking worden voorgesteld als gezegende of heilige mensen, als paria, als lachwekkende figuren, als hulpbehoevende mensen of als gewone mensen .

Verder tonen de resultaten ook aan dat het eigenlijke proces dat ertoe zal leiden dat er in de hulpverlening rekening wordt gehouden met culturele en religieuze verschillen, in Vlaanderen nog in de kinderschoenen staat. Professionals denken wel reeds na over de factoren die de behandeling van moslims kunnen beïnvloeden (bv. taalproblemen), maar breiden dit denkwerk nog veel te weinig uit tot de religieuze en culturele eigenheid. De participanten in dit onderzoek, bieden echter leerrijke boodschappen en opbouwende kritieken, die op dat vlak zeer interessant kunnen zijn. Hun aanbevelingen voor de praktijk, worden in het laatste deel van de scriptie op een rijtje gezet.