Nauwkeurig en trans*-inclusief taalgebruik als uitgangspunt om feministische strijd te verenigen

Vandaag, op Nationale Vrouwendag, wil ik feministische activisten en organisaties oproepen om een duidelijke, verenigende en nauwkeurige taal te kiezen voor hun communicatie.

In veel landen klinkt de stem van trans* exclusionary radical feminists (feministen die trans* en non-binaire mensen uitsluiten, afgekort ook wel TERFs genoemd) steeds luider en worden trans*-rechten publiekelijk ter discussie gesteld. Harry Potter-auteur J.K. Rowling is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van die groep. TERFs ontzeggen trans* en non-binaire mensen hun identiteit, sluiten trans* vrouwen uit van ruimtes voor vrouwen, en bestempelen trans* mannelijke personen als slachtoffers van geïnternaliseerde vrouwenhaat. Door haar populariteit weet Rowling een groot publiek te bereiken en levert ze een grote bijdrage aan haatdragende campagnes en organisaties. 

Rowling is misschien een van de luidste, ze is niet alleen. In Duitsland heeft de geplande invoering van een zelfbeschikkingswet (vergelijkbaar met de Belgische) die trans* personen in staat stelt onze namen en geslachtsaanduidingen op juridische documenten gemakkelijk te veranderen, tot verhitte debatten in de media geleid. Zelfs in linkse kranten kunnen onze rechten nu openlijk in twijfel worden getrokken. Gewelddadige fysieke aanvallen op trans* personen komen steeds vaker voor en Kim de l'Horizon, de non-binaire winnaar van de Duitse Boekenprijs van dit jaar, werd door aanhoudende bedreigingen genoodzaakt persoonsbeveiliging in te schakelen. 

Iedereen die zich als vrouw identificeert is een vrouw. Trans* vrouwen zijn vrouwen. Zij vallen dus onder de algemene definitie van vrouwen. Als voor jou het woord 'vrouwen' een speciale toevoeging nodig heeft om er ook trans* vrouwen onder te laten vallen, verspreid je het idee dat trans* vrouwen geen echte vrouwen zijn

Hoewel haatdragende discussies over trans*-rechten en levens een minder centrale plaats innemen in de huidige debatten in België, zijn ze toch aanwezig in universiteiten en media. Zo wordt Groen-politica Jenna Boeve regelmatig geconfronteerd met trans*haat als ze in het openbaar spreekt en optreedt. Ook het platform dat Griet Vandermassen krijgt met haar vaste column in De Standaard bewijst dat het ook in de Belgische media mogelijk is om openlijk en zonder gevolgen trans* en non-binaire mensen hun recht op zelfbeschikking te ontzeggen. Haar teksten ontkennen, tegen alle wetenschappelijke inzichten in, dat geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg voor trans* en non-binaire mensen effectief en levensreddend is. De columns waarin ze die gevaarlijke desinformatie verspreidt, evenals die waarin ze onvoorwaardelijk respect voor alle genderidentiteiten 'extremisme' noemt, zijn  gericht op het creëren van een morele paniek die het ons nog moeilijker zal maken om geaccepteerd te worden en genderbevestigende gezondheidszorg te ontvangen.

In 2019 oordeelde het Grondwettelijk Hof in België  dat de overheid een wettelijke mogelijkheid moet creëren om ook genders buiten de tweedeling man-vrouw te registreren. Tot nu toe is de enige verandering die de regering heeft gepland het niet langer vermelden van het binaire geslacht op identiteitskaarten. Als er in de toekomst verdergaande veranderingen worden doorgevoerd, is het niet onwaarschijnlijk dat de reeds bestaande trans*fobe retoriek net zo hevig opflakkert als nu in Duitsland. 

In dit klimaat wordt het steeds belangrijker voor organisaties, schrijvers en organisatoren van evenementen en ruimtes om te definiëren wat ze bedoelen als ze 'vrouwen' zeggen en schrijven – om zich af te zetten tegen TERFs en te benadrukken dat trans* en non-binaire mensen welkom zijn. Helaas gebeurt dit niet altijd op een correcte manier. Onnauwkeurige pogingen om inclusief over te komen zijn ongetwijfeld goed bedoeld, maar ze zijn vaak onhandig en reproduceren soms op pijnlijke wijze misleidende, trans*vijandige narratieven. 

Onbewust reproduceren van trans*fobe retoriek

Een schrijfwijze die momenteel geregeld gebruikt wordt om zogenaamd inclusiviteit te signaleren, is het toevoegen van een asterisk aan de term 'vrouwen' (vrouwen*), soms gevolgd door de uitleg 'allen die zich als vrouw identificeren'. Dit is een holle frase. Iedereen die zich als vrouw identificeert is een vrouw. Trans* vrouwen zijn vrouwen. Zij vallen dus onder de algemene definitie van vrouwen. Als voor jou het woord 'vrouwen' een speciale toevoeging nodig heeft om er ook trans* vrouwen onder te laten vallen, verspreid je het idee dat trans* vrouwen geen echte vrouwen zijn. Als je wilt benadrukken dat trans* vrouwen welkom zijn, kun je dat gewoon zeggen. Je kunt bijvoorbeeld 'vrouwen' vervangen door 'cis  en trans* vrouwen' of uitleggen: "Trans* vrouwen vallen uiteraard onder ons begrip van vrouwen en zijn welkom."

Het is je misschien opgevallen dat ik alleen over trans* vrouwen spreek in verband met deze formulering. Het woord 'vrouwen' (met of zonder *) kan niet worden gebruikt om andere trans* en non-binaire mensen aan te duiden – vooral niet degenen die bij hun geboorte als vrouw zijn bestempeld (assigned female at birth of kortweg afab). Trans* mannen en afab non-binaire en genderqueer mensen zijn geen vrouwen en we 'identificeren ons ook niet als vrouwen'. Misgenderd worden (beschouwd of benoemd worden met een verkeerde genderaanduiding) als vrouw is de micro-agressie waar we elke dag tegen vechten. We voelen ons niet aangesproken en niet welkom door de term 'vrouw', maar eerder weggedrukt of vergeten.

Het belang van exacte terminologie

Ik heb hierboven al een andere manier aangehaald om over genderspecifieke ervaringen te spreken, assigned male at birth (amab) en assigned female at birth (afab), waarmee het genderlabel wordt beschreven dat bij onze geboorte op ons lichaam wordt geplakt. Als alternatief spreken sommigen over 'mannelijke/vrouwelijke socialisatie of opvoeding'. Deze formuleringen kunnen nuttig zijn in bepaalde contexten, bijvoorbeeld om te spreken over de genderspecifieke aannames en stereotypen waarmee mensen te maken krijgen, vooral tijdens hun kindertijd en, voor trans* personen, voor het begin van hun (innerlijke/sociale/medische/juridische) transitie. Het kan ook een nuttige overkoepelende term zijn voor de gedeelde ervaringen van trans*, non-binaire en genderqueer mensen die bij de geboorte hetzelfde geslacht kregen toegewezen. Trans* mannen zijn bijvoorbeeld niet de enigen die een mastectomie ondergaan (het operatief verwijderen van borsten). Sommige afab non-binaire mensen doen dat ook. 

Al deze formuleringen zijn contextgebonden: ze zijn nuttig en gepast in sommige contexten, maar onnauwkeurig of zelfs pijnlijk en uitsluitend in andere

Een andere formulering die je kunt tegenkomen is 'die als man/vrouw wordt gezien’. Dit beschrijft hoe andere mensen de persoon in kwestie waarnemen zonder aan te nemen dat deze waarneming juist is. Dit kan nodig zijn wanneer je een persoon beschrijft wiens genderidentiteit je niet kent. Het geeft aan dat je je ervan bewust bent dat niet iedereen die er voor jou als man uitziet ook daadwerkelijk een man is. Het benadrukt dat genderidentiteit niet kan worden afgeleid uit hoe iemand eruit ziet. 

In de context van gezondheid, zwangerschap of seksualiteit kan het belangrijk zijn om over lichamen te spreken. Het expliciet benoemen van lichaamsdelen, organen en hormonen of hun functies is hier de meest nauwkeurige formulering. Veel (niet alle) mensen met een baarmoeder kunnen zwanger worden. Dit staat los van hun genderidentiteit en zelfs van de aan- of afwezigheid van hormonen of andere lichaamsdelen. 

Al deze formuleringen zijn contextgebonden: ze zijn nuttig en gepast in sommige contexten, maar onnauwkeurig of zelfs pijnlijk en uitsluitend in andere. Pas op dat je ze niet te veel gebruikt. Denk na over wat je echt wilt zeggen en of het nodig is te verwijzen naar een bepaald deel van iemands ervaring dat voor sommige trans* mensen pijnlijk kan zijn. Het is bijvoorbeeld correct dat ik bij mijn geboorte als vrouw ben gelabeld en door velen als vrouw word gelezen. Dit is echter een pijnlijke realiteit waarvan ik liever niet wil dat je die benadrukt, tenzij het absoluut centraal staat in je punt.  

De bovenstaande formuleringen overlappen elkaar, maar zijn geen synoniemen. Iemand kan bij zijn geboorte als vrouw zijn bestempeld, maar in alledaagse situaties als man worden gezien, terwijl hij tegelijkertijd zwanger kan worden. Iemand anders kan bij zijn geboorte als man zijn bestempeld, maar ervaart dagelijks vrouwenhaat en seksisme omdat hij als vrouw wordt gelezen. 

Van 'vrouwendag' naar 'internationale dag van de feministische strijd'

Ben je bereid om op een respectvolle manier te reageren op een deelnemer die jij (en de maatschappij in het algemeen) als man leest? Als je een plek organiseert waar iedereen welkom is die met seksisme geconfronteerd wordt, inclusief trans* en non-binaire mensen, let je er dan op dat je niet aanneemt dat alle aanwezigen vrouwen zijn?

Voor gelegenheden als (inter)nationale dagen wil ik een formulering onder de aandacht brengen die in linkse kringen in Duitsland steeds populairder wordt. De laatste jaren hebben sommige actiegroepen, organisaties en schrijvers 8 maart omgedoopt tot Internationaler Feministischer Kampftag, wat zich laat vertalen als Internationale Dag van de Feministische Strijd of gewoon Internationale Feministische Dag. Dit is een verbindende naam, die alle feministen in staat stelt samen te komen, ongeacht hun genderidentiteit. Het werkt, zonder trans* en non-binaire mensen te reduceren tot hoe anderen ons zien of wat anderen ons toeschrijven. Dat helpt om gedeelde waarden, visies en utopieën te benadrukken in een collectieve strijd tegen patriarchale onderdrukking en voor rechten en gelijkheid.

Van taal naar acties

Natuurlijk is de juiste terminologie slechts de eerste stap. Als je ons uitnodigt en verwelkomt, moet je ook nadenken over de praktische aspecten. Als je een women-only evenement plant dat ook openstaat voor trans* vrouwen (en misschien zelfs voor non-binaire mensen), bedenk dan dat zij er misschien anders uitzien dan hoe de maatschappij zich vrouwen voorstelt. Ben je bereid om op een respectvolle manier te reageren op een deelnemer die jij (en de maatschappij in het algemeen) als man leest? Als je een plek organiseert waar iedereen welkom is die met seksisme geconfronteerd wordt, inclusief trans* en non-binaire mensen, let je er dan op dat je niet aanneemt dat alle aanwezigen vrouwen zijn? Ben je bereid formuleringen als 'wij vrouwen' achterwege te laten als je het hebt over vrouwenhaat en patriarchale onderdrukking? Ben je ook bereid om te anticiperen op het ongemak van andere deelnemers en hun misgendering te corrigeren? Hoe kun je ervoor zorgen dat de ruimte veilig genoeg is voor trans* en non-binaire mensen, zodat we ons daadwerkelijk welkom voelen?

* Ik schrijf trans* met een asterisk om een grote verscheidenheid aan trans* identiteiten aan te geven. Ik gebruik trans* als een overkoepelende term voor vele, waaronder non-binaire of agender, genderqueer identiteiten. Maar niet alle non-binaire mensen en mensen met andere identiteiten buiten de tweedeling man-vrouw gebruiken trans* als label voor zichzelf. Ik probeer daar rekening mee te houden door non-binair als tweede overkoepelende term toe te voegen. 
 



Over de auteur:

Lee Eisold is een non-binaire persoon die in 2021 van Duitsland naar België verhuisde om een doctoraat te beginnen aan de KU Leuven. Lee onderzoekt queer thema's en verschillende vormen van discriminatie zowel vanuit een persoonlijk en activistisch als een onderzoeksperspectief.