Oud-studenten vertellen over hun strijd tegen het hoofddoekverbod op hun hogeschool

Safia, Kadiatou, Fatima Zahra en Letimade. Dit zijn de namen van de vier studenten die in 2017 besloten het hoofddoekverbod van de Brusselse hogeschool Francisco Ferrer aan te klagen. De jonge vrouwen hadden de moed om de confrontatie aan te gaan met een islamofoob systeem dat moslimvrouwen koste wat het kost wil uitsluiten van de Belgische samenleving. Onze partnerorganisatie MRAX had de eer hen te ontmoeten en hun verhalen op te tekenen.
 

De kwestie van de 'exclusieve neutraliteit' is in de Belgische samenleving altijd een onderwerp van discussie geweest. In naam van het secularisme en integratie hebben scholen, waaronder de Brusselse hogeschool Francisco Ferrer, het dragen van religieuze symbolen in hun instellingen verboden – en sommige verbieden dit nog steeds.

Hoewel het idee van de directie van de hogeschool om een inclusieve omgeving te creëren eerbaar is, sluit de school met deze regels in werkelijkheid vrouwen die een hoofddoek dragen rechtstreeks uit. Het stelt moslimstudenten voor een ultimatum: ofwel hun studies voortzetten door hen te dwingen hun hoofddoek af te doen, waardoor hun identiteit en vrijheid om hun godsdienst te belijden in het gedrang komen, ofwel de hoofddoek blijven dragen maar hun studies stopzetten.

De conciërge schreeuwde toen ze me zag en versperde me de weg om te voorkomen dat ik binnenkwam. Een andere keer noemde ze me een 'trut' en 'slet' omdat ik mijn sluier weer had aangedaan vlak aan de deur

De enige wens van de 4 studenten was te studeren op een manier die hen beviel, om voor zichzelf een professionele toekomst op te bouwen. Maar de discriminerende regels van Francisco Ferrer versperden hun de weg naar onderwijs. Fatima Zahra schreef zich met een gevoel van wrok toch in, omdat geen enkele school het programma aanbood waarin zij geïnteresseerd was. "Ik moest mijn sluier afdoen om naar school te gaan. Ik werd vernederd, mijn waardigheid werd aangetast door deze pogingen tot onderwerping. Kadiatou, die een opleiding volgde tot kleuterleidster, moest haar studies onderbreken wegens het verbod op het dragen van de sluier. Safia kon zich door het verbod niet eens inschrijven.

Letimade: "Ik voelde meteen de kilte van het personeel toen ik me inschreef. Het was verboden om een ID-foto met de sluier op de documenten te tonen. Zelfs om het gebouw binnen te gaan om zich te registreren, moest de sluier worden verwijderd. Het was erg frustrerend voor mij om in deze situatie te zitten.”

De spiegel van schaamte

Afgezien van het feit dat deze discriminerende regel moslima's uitsluit van het onderwijs, stelt dit de school ook in staat een volstrekt ongegeneerde islamofobie te rechtvaardigen. Aan de ingang van de school werden de vrouwelijke studenten begroet door wat op school bekendstaat als de 'spiegel der schaamte': een spiegel waar ze hun hoofddoek konden afdoen, dan hun haar kammen en hun hoofddoek weer opzetten wanneer ze de school verlieten. De studenten vertelden dat dit zowel stressvol als uiterst vernederend was.

Ik voelde meteen de kilte van het personeel toen ik me inschreef. Het was verboden om een ID-foto met de sluier op de documenten te tonen. Zelfs om het gebouw binnen te gaan om zich te registreren, moest de sluier worden verwijderd

De realiteit was dat islamofobe aanvallen door de regels werden genormaliseerd, vooral onder het personeel. "Onder het personeel was er een soort heksenjacht die sommige personeelsleden een ongezonde voldoening leek te geven. Letimade getuigt: "Op de eerste schooldag, toen ik de school verliet, ging ik snel terug naar het toilet en ik had mijn sluier op gehouden. De conciërge schreeuwde toen ze me zag en versperde me de weg om te voorkomen dat ik binnenkwam. Een andere keer noemde ze me een 'trut' en 'slet' omdat ik mijn sluier weer had aangedaan vlak aan de deur.

De weg naar gerechtigheid, een lange en pijnlijke strijd

Al deze weerzinwekkende ervaringen met discriminatie brachten de studenten ertoe zich te verenigen en een gezamenlijke klacht in te dienen met de hulp van het toenmalige Collectif Contre l'Islamophobie en Belgique (CCIB), dat recent van naam veranderde naar Collectif pour l'Inclusion et contre l'Islamophobie en Belgique (CIIB) en Unia. Mustapha Chairi van het CCIB, die de studenten gedurende de hele procedure begeleidde, waarschuwde hen dat het een lange, zware fysieke en morele strijd zou worden, met het risico dat zij niet zouden slagen in hun opzet. Ondanks de moeilijke omstandigheden besloten de studenten door te gaan met de procedure en vochten zij gedurende vier lange jaren.

Kadiatou zegt dat zij voor haar dochters heeft gevochten: “Ik hield mezelf voor dat ik het niet zou verdragen als mijn dochters vanwege zo'n regeling niet zouden mogen studeren. Dit is wat mij het meest motiveerde. Ik ging het gevecht aan voor mezelf, maar ook voor alle vrouwen die een hoofddoek dragen en willen studeren.”

Uitgeput van de discriminatie die zij in het verleden heeft ondervonden, besloot Safia deze keer een klacht in te dienen. "Ik heb over verschillende gevallen van discriminatie gezwegen omdat ik telkens alleen was. Maar deze keer, waren we met meerderen. Dus dacht ik: laten we actie ondernemen."

Een eerste teleurstelling

Ondanks het harde werk van studenten en verenigingen was de eerste uitspraak negatief. In juni 2020 onderschreef het Grondwettelijk Hof de beslissing van Francisco Ferrer om het dragen van religieuze symbolen te verbieden. Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat het recht op het aanhangen van een godsdienstige overtuiging absoluut is, maar dat dit recht niet belet dat het recht om zijn godsdienstige overtuiging te belijden aan beperkingen wordt onderworpen, waarbij het organisaties toestaat voorschriften vast te stellen om de goede werking van het onderwijs en de verwezenlijking van hun pedagogisch project overeenkomstig hun filosofische projecten te waarborgen.

Dit was een koude douche voor de studenten. "We waren echt kwaad, en extreem teleurgesteld," herinnert Letimade zich.

De studenten lieten zich door dit negatieve oordeel echter niet van de wijs brengen. Integendeel, de teleurstelling heeft hun strijdlustige vlam aangewakkerd. Meer dan 5.000 mensen verzamelden zich op de Kunstberg om de discriminerende uitspraak aan te klagen. Die zogenoemde #HijabisFightBack-beweging heeft geleid tot een historische mobilisatie. Le Collectif des 100 diplômées (Nederlands: het Collectief van de 100 afgestudeerden) werd ook opgericht bij het organiseren van deze demonstratie.

Een emotionele overwinning

Op 24 november 2021 viel het langverwachte vonnis: OVERWINNING voor de eisers. In zijn vonnis heeft de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel het discriminerende karakter erkend van het artikel van het reglement dat het dragen van alle religieuze symbolen verbiedt, en de stopzetting van deze discriminatie bevolen.

Eindelijk is gerechtigheid geschied. Het is een deur die geopend is; we hopen dat de huidige studenten zich dat realiseren

"Een onbeschrijfelijke vreugde" en "een opluchting", herinneren de studentes zich. Fatima Zahra vertelt vol emotie: "Toen we het besluit ontvingen, heb ik veel gehuild (van blijdschap). Eindelijk is gerechtigheid geschied. Het is een deur die geopend is; we hopen dat de huidige studenten zich dat realiseren. Letimade deelt deze emotie: "De studentes gingen naar school met hun sluiers op. Het is onbeschrijfelijk. Wij hebben er niet van kunnen genieten, maar we hebben niet voor niets gestreden.”

Zoals le Collectif des 100 diplômées het treffend verwoordt: "Deze gerechtelijke beslissing zet de toon en zet de laatste discriminerende instellingen ertoe aan om over te gaan tot acceptatie."

Het vraagstuk rond de exclusieve neutraliteit in het onderwijs belemmert het onderwijzen van moslimvrouwen die een hoofddoek dragen. Als gevolg hiervan zijn ze beperkt in hun studiekeuze, waardoor ze nog kwetsbaarder worden in hun situatie als geracialiseerde moslimvrouwen. Hoewel onderwijs van cruciaal belang is voor de emancipatie van alle mensen, is het dat nog meer voor mensen die tot een minderheidsgroep behoren. Zolang vrouwen die een hoofddoek dragen niet vrij zijn, is geen enkele vrouw vrij.

Hoe kan discriminatie worden bestreden?

Op de vraag welk advies zij zouden geven aan mensen die strijden tegen discriminatie, zijn ze het alle vier eens over het belang van klacht indienen. ”Je moet een klacht indienen en je niet de mond laten snoeren", zegt Safia. "Je moet de moed hebben om het te doen,” treedt Kadiatou haar bij.

Organisaties zoals het CIIB en Unia begeleiden aanklagers in hun gerechtelijke procedures en dienen zo nodig zelf klacht in wanneer dat nodig is. De juridische dienst van MRAX biedt (gratis) hulp aan mensen die het slachtoffer zijn geworden van racisme.

De juridische dienst van MRAX biedt (gratis) hulp aan mensen die het slachtoffer zijn geworden van racisme

Volgens de studenten is doorzettingsvermogen ook de sleutel in de strijd tegen discriminatie. "Je moet nooit iemand je waardigheid laten aantasten. En als het toch gebeurt, moet je je ervan bewust zijn en gerechtigheid eisen. Je moet je geconditioneerde manier van denken loslaten en nooit opgeven. Als er een onrechtvaardigheid is, moet je actie ondernemen.” (Fatima Zahra)

“Je mag niets opgeven", herhaalt Letimade, "je moet je rechten terugeisen want niets komt uit de lucht vallen. Je mag je niet laten misbruiken en ondanks alle wraakacties moet je blijven ingrijpen. Ik heb de prijs betaald door tegen mijn school en de leraren in te gaan, maar ik ben bereid het opnieuw te doen als het nodig is.”

Interview door Nïmat Bennacer en Ali Nishikawa. Vertaling door Elodie Kona.

Hartelijk dank aan Safia, Kadiatou, Fatima Zahra en Letimade voor hun tijd.
 



Over de auteur:

Ali Nishikawa is communicatieverantwoordelijke bij de Brusselse antiracistische organisatie MRAX (Mouvement contre le Racisme, l'Antisémitisme et la Xénophobie)