'Pijnen van een Pachakuti' - het voorwoord

We zitten volop in een beschavingscrisis die veel meer is dan de optelsom van de financieel-economische moeilijkheden, de sociale crisis van armoede en ongelijkheid, de voedseltekorten en de klimaatverandering. Business as usual is niet langer mogelijk.
'Pijnen van een Pachakuti' - het voorwoord

Wat men in Latijns-Amerika zeer goed heeft begrepen en wat nog niet is doorgedrongen in West-Europa, is dat we in eerste instantie ons eigen denken moeten dekoloniseren, dat we af moeten van oude vormen en gedachten.

 

(nvdr) Aanstaande zaterdag 2 juni stelt Walter Lotens zijn nieuwe boek 'Pijnen van een Pachakuti' feestelijk voor in De Groene Waterman te Antwerpen. De avond zal schipperen tussen een LEZING EN CONGRES, LEZING OF GESPREK, met o.a. Francine Mestrum (Global Social Justice) Joep Oomen (ENCOD en vzw vrienden van het cocablad), Liesbeth Walckiers (moderator), met aansluitend een receptie. U leest hier, als in een voorproefje, het voorwoord van het boek: 


Enkele maanden geleden was ik in Dacca, Bangladesh, op het Sociaal Forum van Zuid-Azië. Ik woonde er een seminar bij over de toekomst van de linkerzijde, met mensen van verschillende partijen uit India, Bangladesh, Pakistan en Tibet. Het kostte me geen moeite om de discussie te volgen. De tegenstellingen en de verschillen zijn er zo mogelijk nog groter dan in Europa. In Nepal hebben twee grote linkse partijen, een communistische en een maoïstische, samen 65 % van de parlementszetels in handen. Maar een akkoord bereiken om het land een progressieve nieuwe grondwet te geven, kunnen ze niet. Kortom, de veranderingen zijn niet voor morgen of zullen niet van hen komen.

In juni 2012 vindt in Rio de Janeiro een VN-conferentie plaats over ontwikkeling en milieu, ‘Rio+20’ genoemd, twintig jaar na de eerste conferentie over het thema in 1992. De regeringen werken hard om een akkoord te vinden rond een ‘groene economie’, terwijl de sociale bewegingen op hun ‘Top der volkeren’ die groene economie veroordelen en pleiten voor een
geheel andere economie en een ander wereldbeeld. Tussen die twee polen verloopt vandaag het progressieve debat over hoe het verder moet met de wereld.

We zitten volop in een beschavingscrisis die veel meer is dan de optelsom van de financieel-economische moeilijkheden, de sociale crisis van armoede en ongelijkheid, de voedseltekorten en de klimaatverandering. We weten met grote zekerheid dat business as usual niet langer mogelijk is. Zelfs al zouden we meer economische groei willen, we weten dat de aarde eindig is en grenzen stelt aan die groei. Nieuwe opkomende landen eisen hun aandeel in de economische en politieke macht op. De Arabische lente, de indignados en de occupy-bewegingen laten horen dat ook zij een andere wereld willen.

Dat er in de huidige rijke landen die vijf eeuwen lang de wereld overheersten zo weinig wordt nagedacht over de noodzakelijke veranderingen, toont eens te meer aan dat macht verslaaft. Onze democratieën zijn verzwakt en reageren nog nauwelijks. De blik van de leiders is gericht op de volgende verkiezingen. Vernieuwing? Hervormingen? Veranderingen? De woorden worden nog enkel gebruikt door zij die de economie tot nieuwe godsdienst verklaren en de sociale staat willen afb ouwen.

Het is voor Europese progressieven niet gemakkelijk om vandaag in Latijns-Amerika rond te reizen. Je wordt er wat meewarig bekeken. Je komt uit landen die zich schuldig hebben gemaakt aan de kolonisering, die met hun zogenaamde ‘vrijhandel’ en hun multinationals nog steeds andere landen willen uitbuiten, die nog niet beseffen dat hun macht is afgelopen, die nog leven in een ‘moderniteit’ die door meer en meer mensen wordt afgewezen.

Maar vooral, je komt er in een intellectueel klimaat terecht waar we in Europa slechts van kunnen dromen. In Brazilië ontstond tien jaar geleden het Wereld Sociaal Forum, waar jarenlang sociale bewegingen en intellectuelen uit de hele wereld kwamen discussiëren over hoe het nu verder moest. Er kwamen linkse regimes aan de macht die werkten aan een ‘socialisme
van de 21e eeuw’ en nieuwe hoop deden ontstaan dat ‘een andere wereld’ echt mogelijk was. In Bolivia en Ecuador wordt gewerkt aan een nieuw concept van buen vivir, dat de oude tegenstellingen moet overstijgen, een project dat noch kapitalistisch noch socialistisch is maar geheel in dienst staat van het leven, van mensen, van fauna en van flora.

Walter Lotens ging op reis naar Bolivia. Hij kent het land zeer goed en sprak er met oude vrienden en nieuwe politieke verantwoordelijken. Zijn verhaal is erg boeiend omdat hij er wonderwel in slaagt de vele tegenstellingen aan te geven, zonder te vervallen in oud-links radicalisme en zonder te vervallen in beate bewondering voor het neoprimitivisme. Hij schetst
een zo neutraal mogelijk beeld van wat er in het land aan het gebeuren is, met optimisme over wat er werd verwezenlijkt, met pessimisme over wat de toekomst nog kan brengen. 

Het nieuwe denken in Latijns-Amerika wordt sterk beïnvloed door de nieuwe sterkte van de inheemse volken. Tegenover het falen van een antropocentrisch filosofisch systeem en van een economisch systeem dat ongelijkheid brengt, stellen zij hun harmonie met de natuur, de rechten van de natuur en het respect voor Moeder Aarde. Het klinkt ons uiteraard erg
bevreemdend in de oren. En zeker wanneer de moderniteit wordt verworpen, is het logisch dat veel westerlingen de schrik om het hart slaat. Toch hoeft dat niet, en wel om twee redenen.

Ten eerste moeten we beseffen dat de terugplooiing op de eigen identiteit, de indianidad vooral strategisch is. Het is minder het opleggen van een ander denken dan het verwerpen van de eeuwenlange onderdrukking.

Ten tweede blijkt uit elke discussie zeer snel dat de tegenstellingen vaak minder groot zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. ‘Rechten voor de natuur’ zijn inderdaad niet als mensenrechten, maar ze kunnen wel wijzen op de verantwoordelijkheid van de mensheid voor de natuur. Of met andere woorden, in de dialoog komen de mogelijkheden voor een synthese tot uiting, en vooral de mogelijkheden voor het Westen om de perverse elementen van zijn moderniteit inderdaad te bevragen. Want nee, uiteraard kan die moderniteit niet worden verworpen, en dat blijkt ook snel uit elk begin van discussie, maar nadenken over de verhouding tussen mens en natuur, over het individualisme, over de ontwikkeling van de productiekrachten, daar zullen we niet aan ontsnappen zo we willen overleven.

Walter Lotens schetst de geschiedenis van Bolivia, hij legt uit hoe links radicalisme er werd afgewisseld met militaire dictaturen, hoe er net zoals in andere Latijns-Amerikaanse landen werd gedood en gefolterd. Hij legt uit hoe het huidige project nog vol tegenstellingen zit en hoe moeilijk het is om iedereen tevreden te stellen. Harmonie met de natuur? Misschien,
maar zeker nog geen harmonie tussen mensen.

Op de klimaatonderhandelingen van de afgelopen jaren heeft Bolivia een zeer vooruitstrevende rol gespeeld. In eigen land is het echter moeilijk om de mooie principes ook echt in de praktijk te brengen. Want hoe kun je meer sociale rechtvaardigheid brengen als je geen inkomsten hebt? En hoe kun je aan inkomsten raken als je het extractivisme – gas- en oliewinning, mijnbouw, lithium – vaarwel zegt? Hoe kun je je economie ontwikkelen als je geen wegen kunt bouwen door het Amazonegebied?

Wat het voorbeeld van Bolivia en het boek van Walter Lotens precies uitleggen, is dat de oude grammatica van links niet langer de bovenhand kan krijgen. De nieuwe strijd van vandaag, ook in Europa, gaat over zo veel meer dan kapitalisme tegen socialisme, dan burgerij tegen proletariaat. Het gaat om een nieuw wereldbeeld, een andere kijk op leven en overleven, een
nieuwe manier van maatschappelijke ordening, een nieuwe manier van economisch produceren, een democratiseren van ons gehele leven, leren omgaan met andere culturen en op zoek gaan naar het universele in elke cultuur. Kortom, er is een revolutie nodig in ons denken in het algemeen en het linkse denken in het bijzonder.

We kunnen in Europa niet veel aan met het inheemse denken, maar we kunnen ons wel laten inspireren door de vernieuwende aanpak ervan.

Wat men in Latijns-Amerika zeer goed heeft begrepen en wat nog niet is doorgedrongen in West-Europa, is dat we in eerste instantie ons eigen denken moeten dekoloniseren, dat we af moeten van oude vormen en gedachten. We leven in een tijd die sterk verandert en ondanks enkele economische gelijkenissen met vroeger, nooit hetzelfde zal zijn als vroeger. De klimaatverandering verplicht ons anders te gaan denken. De nieuwe machtsverhoudingen in de wereld verplichten ons anders te gaan denken.

Walter Lotens heeft een deur opengezet om kennis te maken met de moeilijke stappen van een ‘land in beweging’, van een zoektocht naar een nieuw begin, naar een betere wereld. We moeten hem daar zeer dankbaar voor zijn. En hopen dat het ook hier, bij ons, mensen aan het denken kan zetten.