Deze keuze is bovendien in strijd met het Vlaamse integratiedecreet.
Op 19 mei 2011 wordt het Onderwijsdecreet XXI gestemd in de Commissie Onderwijs van het Vlaamse parlement.
Dit decreet stelt een wettig verblijf als nieuwe inschrijvingsvoorwaarde voor een opleiding in het volwassenenonderwijs. Samenlevingsopbouw Brussel meent dat onderwijs een grondrecht is, en wenst dit ook gevrijwaard te zien voor iedereen.
De nieuwe inschrijvingsvoorwaarde is discriminerend en werkt de verdere uitsluiting van de meest kwetsbare groep in België.Op 19 mei 2011 wordt het Onderwijsdecreet XXI gestemd in de Commissie Onderwijs van het Vlaamse parlement. Dit decreet stelt een wettig verblijf als nieuwe inschrijvingsvoorwaarde voor een opleiding in het volwassenenonderwijs. Samenlevingsopbouw Brussel meent dat onderwijs een grondrecht is, en wenst dit ook gevrijwaard te zien voor iedereen.
De nieuwe inschrijvingsvoorwaarde is discriminerend en werkt de verdere uitsluiting van de meest kwetsbare groep in België. Volgens minister van Onderwijs Pascal Smet werd deze nieuwe inschrijvingsvoorwaarde in het leven geroepen omwille van de lange wachtrijen voor de cursussen Nederlands Tweede Taal .
Er is echter geen cijfermateriaal voor handen dat aantoont dat mensen zonder papieren deze wachtlijsten veroorzaken, eenvoudigweg omdat de verblijfssituatie niet wordt geregistreerd. Bovendien is het een disproportionele maatregel gezien de beslissing ineens geen toegang meer te verschaffen tot eender welke andere CVO-opleiding waar geen enkele sprake is van wachtlijsten.
Het gaat om een principiële keuze deze doelgroep uit te sluiten. Conform het federaal beleid gericht op vrijwillige of gedwongen terugkeer van mensen zonder wettig verblijf, wil de Vlaamse overheid geen verkeerde indruk wekken door hen de mogelijkheid te geven een opleiding te volgen in functie van hun integratie. Samenlevingsopbouw Brussel is er echter weinig van overtuigd dat de uitsluiting van het volwassenenonderwijs een effectief middel is om mensen aan te sporen het land te verlaten. Het is evenmin aan de sector onderwijs om het falende asiel- en migratiebeleid van de federale overheid op te vangen.
De keuze voor deze nieuwe inschrijvingsvoorwaarde is discriminerend. Mensen zonder papieren worden vanaf nu systematisch uitgesloten van het opleidingsaanbod van de CVO’s en Basiseducatie, terwijl dé graadmeter voor integratie in onze maatschappij de kennis van het Nederlands is.
Daarnaast wordt ook hun rechtspositie aangetast: “Bij de beoordeling van een regularisatieaanvraag wordt er altijd getoetst of de persoon zich lokaal verankerd heeft, bijvoorbeeld door kennis van de landstalen. Indien mensen zonder papieren worden uitgesloten van onderwijskansen, zou dat betekenen dat onze rechtspositie in het gedrang komt. We kunnen immers niet meer voldoen aan de voorwaarden voor verblijfsprocedures zoals regularisatie of gezinshereniging.” aldus Mohammed, die de vierde module NT2 aan het afmaken is.
Deze keuze is bovendien in strijd met het Vlaamse integratiedecreet. Dit integratiedecreet omvat een beleid gericht op menswaardige begeleiding en oriëntatie, prioritair gevoerd met betrekking tot gezondheidszorg en onderwijs en gericht op de oriëntering naar een zinvol toekomstperspectief. Samenlevingsopbouw Brussel stelt dat mensen zonder papieren tijdens hun verblijf in staat moeten zijn om hun competenties te ontwikkelen. Dit kan een vlotte integratie in de hand werken indien men in de toekomst alsnog een wettig verblijf zal bekomen.
Indien alle verblijfsperspectieven zijn uitgeput, kan het genoten onderwijs de professionele en sociale reïntegratie in het land van herkomst vergemakkelijken. De financiële draaglast dient in deze een gedeelde verantwoordelijkheid te zijn. De toegang tot opleidingen maakt deel uit van de oriëntering naar een zinvol toekomstperspectief.
Indien mensen steeds meer gedwongen worden in de marge te leven zullen zij vanuit een overlevingsmodus niet in staat zijn om zich op andere perspectieven te oriënteren. Steeds verder doorgevoerde uitsluiting in België zal ook niet leiden tot minder clandestiene migratie zolang economische en sociale ongelijkheid in de wereld blijft bestaan.
Wel zal het de vorming van een onderklasse betekenen die volledig naast onze maatschappij zal bestaan en waar misbruik en uitbuiting norm zijn. Tegen deze tendens moeten we ons ten allen tijde keren om te vermijden dat we in België afglijden naar toestanden die de migranten ontvlucht zijn.