ROMA: STEWARDS, BEMIDDELAARS, BRUGFIGUREN

In het functieprofiel van de Roma stewards komt outreaching door reguliere diensten naar de Roma niet voor. Toch is dit dé sleutel tot integratie bij moeilijk bereikte groepen. Onze argumentering is gebaseerd op mijn boek “Laat maar zitten…Integratie van Roma is een doe-woord”.

Iedereen die in Vlaanderen, en elders, werkt met Roma pleit voor de inzet van brugfiguren. Die moeten de brede, diepe en wederzijdse culturele kloof tussen Roma en gadgé helpen dichten. De Vlaamse Gemeenschap wil nu stewards inzetten in buurten met een hoge concentratie aan Roma. In de functieprofielen van deze stewards in Gent, Antwerpen en Brussel missen we echter “outreaching” de essentiële bouwsteen voor een geslaagde integratie van Roma.

De samenleving is in de loop van de geschiedenis de verbinding met de Roma kwijt geraakt. Vandaar die brede, diepe en wederzijdse kloof. Geen van beide partijen zoekt de ander nog actief op. Integendeel. Om deze trend te keren dienen de reguliere voorzieningen opnieuw te leren om de verbinding met de Roma te herstellen. Scholen en andere voorzieningen die deze strategie gekozen hebben blijken vandaag het meest succesvol de Roma in hun werking te betrekken.

Toch ontbreekt dit onderdeel in de functieprofielen van de Romastewards. Deze profielen lijken een kopie van de zgn. interculturele bemiddelaars. Een model dat ontwikkeld werd vanaf de jaren ’70 in het integratiewerk met de Turkse en Marokkaanse bevolking in Vlaanderen, en elders. Dit model heeft een gedeeltelijk succes gekend. Maar het is voorbij gegaan aan de diversiteit binnen deze bevolkingsgroepen zelf. Daardoor werden belangrijke, integratie-weerstandige, subgroepen niet bereikt. De gevolgen daarvan worden vandaag duidelijk. Men spreekt mede daardoor nu van een failliet van het integratiebeleid.

hoog 2 4

motivatie

laag 1 3

laag hoog

capaciteiten

In elke bevolkingsgroep vinden we subgroepen die meer of minder capabel zijn voor participatie, en die meer of minder gemotiveerd zijn ervoor. Het zijn de groepen in kwadrant 1 en 3 (maar ook 2) die onvoldoende bereikt werden met het model van de interculturele bemiddeling. Het geval wil nu dat bij de Roma de concentratie binnen kwadrant 1 en 3 merkelijk hoger ligt dan bij andere bevolkingsgroepen.  

De transfer van een methodiek van de ene groep naar de andere draagt daarom teveel faalfactoren in zich.

Een probaat middel hiertegen is de outreaching vanuit de reguliere instelling naar de Romagroepen. Bijvoorbeeld zoals Kind & Gezin, Straathoek- of Buurtwerk het aanpakken. We hebben in Vlaanderen gelukkig al meerdere scholen en scholengroepen die met succes outreachen. In die mate zelfs dat Roma ouders significant meer zijn gaan deelnemen aan de oudercontacten. Niet op basis van dwang of schrik maar omdat er een herstelde verbinding tot stand kwam tussen de Roma en de school. Via de leerkracht die, met hulp van een brugfiguur, de ouders gaat opzoeken. Niet na een incident, wel voor het schooljaar begint. Preventief, pro-actief.

We spreken daarom ook bewust van brugfiguren. Om te vermijden dat we vandaag opnieuw dezelfde fout zouden maken als met de interculturele bemiddelaars (met alle respect voor die mensen hun werk en inzet !). Achteraf bekeken fungeerden ze te zeer als spreekbuis van de maatschappij naar de allochtonen en kwam de noodzakelijke verbinding te beperkt tot stand. In Nederland werkt men al enkele jaren met zgn. twins: een Roma brugfiguur en een leerkracht gaan samen op huisbezoek. En dat werkt.

We hopen dat we met de Roma stewards die kant zullen kiezen en op die manier expertise opdoen. Zo kunnen we een integratiemodel ontwikkelen waarmee ook andere moeilijk bereikte subgroepen hun voordeel kunnen mee doen. En de hele samenleving als geheel natuurlijk.