Ur-siwereɣ Taâraft, ik spreek geen Arabisch

Het mag dan wel ruim 15 à 16 jaar geleden zijn sinds de column “Mocro: de B*rb**s” – die geschreven werd door de destijds 21-jarige Hasna El Maroudi – verscheen in e-zine Spunk. El Maroudi hoopte met dat artikel ‘het intercultureel conflict’ op een luchtige en humoristische manier uit te leggen aan niet-Imazighen en niet-Marokkanen.

Haar woorden moeten keihard binnengekomen zijn in Nederlandse Amazigh gemeenschappen, en omdat het artikel een vocabulaire van de onderdrukkers en verschillende pistes van onderdrukking omvat, werd Hasna helaas geconfronteerd met heel wat verschillende soorten bedreigingen. Waarna ze tijdelijk stopte met schrijven.

Het Tamazight leeft

Toen dit uitkwam, was ik 7 jaar en woonde in Borgerhout (Antwerpen) - aan het opgroeien in een volledig Amazigh familie - waar ik zelf op jonge leeftijd al geconfronteerd werd met verschillende soorten machtsverhoudingen tussen Imazighen en gearabiseerde Marokkanen. Mijn eerste herinnering was wanneer een oudere zus van mijn broertjes klasgenote mij als kleuter de vraag stelde: ben je B*rb*r of Arabier?”, waarop ik een minuut stil bleef. Waarom, weet ik niet meer: kende ik het woord B*rb*r” überhaupt? Of was dat al wat ik wist over mezelf?

De redenering dat Imazighen het Darija maar al te goed beheersen, maar 'uit koppigheid' weigeren de 'standaardtaal' te spreken, is uitermate koloniaal

Een andere herinnering der herinneringen van de volgende categorie, is één waarin mijn moeder (vaker) aangesproken werd door een gearabiseerde Marokkaanse vrouw in het Darija, meestal in winkels of bij de dokter of in het ziekenhuis, waarop mijn moeder reageerde dat ze geen Darija sprak, enkel Tamazight, Nederlands en Engels. Waarna de gearabiseerde vrouw mijn moeder toch aan de praat probeerde krijgen. El Maroudi schreef verder: "Zoals wanneer ik op een bruiloft aan tafel wordt gezet met alleen maar B*rb*rse vrouwen om mij heen. De B*rb**se taal klinkt mij vreemder in de oren dan Chinees, dus mijn hele avond is bij voorbaat al vergald. De meeste B*rb**s spreken wel Arabisch, maar vertikken het om de taal van de elitairen te spreken”.

De redenering dat Imazighen het Darija maar al te goed beheersen, maar 'uit koppigheid' weigeren de 'standaardtaal' te spreken, is uitermate koloniaal. Het doel van de idee der natie heeft ons doen geloven dat er één dominante voertaal is die toegankelijk is voor iedereen, het Darija. Het Darija dat vlotte communicatie stimuleert, het Darija dat kennis toegankelijk maakt, het Darija waarin je je administratie kan beheren, het Darija dat je dichterbij Allah brengt, maar feitelijk is het doel hiervan ronduit assimilatie. Het Darija heeft gefaald en is de reden van ontsporing en ontworteling. Ook in andere Noord-Afrikaanse landen waar Imazighen en hun talen verdrukt werden, werd dit soort discours gebruikt. ”Het Tamazight zal nooit een officiële taal worden en als het een nationale taal zou worden, moet het hele Algerijnse volk daarover per referendum beslissen”, aldus voormalig Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika. Wel, dat raakt verschillende gevoelige snaren in mij.

Als kind werd ik betrokken in ongemakkelijke momenten waarin mijn moeder, tante of andere vrouwelijke familieleden, zich moesten verstaanbaar maken; zo ging ik een prille kennismaking tegemoet met othering binnen je 'eigen gemeenschap'. Het is wellicht niet abnormaal dat een kind die machtsverhoudingen doorheeft. Want de dynamiek is dat mensen die de zogenaamde minderheidstaal spreken, een ontkenning en bedreiging vormen voor de nationale eenheid, in dit geval volgens de idee: één land, één koning, één taal, één religie. En dus één staat die alles wat 'vreemd' is, niet in dat kader past, en hiërarchie bekritiseert, uitsluit. Het nationalistisch en monarchistisch gedachtegoed werd ook meegenomen als mensen gingen emigreren naar Europa en zo blijft deze problematiek nog springlevend in de diaspora voor Imazighen. De kennis van zowel Darija als Tamazight, maar het 'vertikken' om de opgelegde voertaal Darija te spreken, moet begrepen worden als een daad van verzet. En enkel Tamazight spreken, volstaat.

Ikki in Ait Touzine, Arif in 2001
Ikki in Ait Touzine, Arif in 2001

Treiterherders

De problematische term 'berggeit' staat voor een ongeciviliseerd iemand en meestal een inwoner van een achtergesteld land. El Maroudi schrijft: "Wij vinden op onze beurt de B*rb**s onontwikkeld en primitief, bijvoorbeeld omdat zij alleberggeiten naar Nederland laten overkomen.” Ik insinueer dat berggeit hierin gebruikt wordt om te refereren naar Amazigh vrouwen. Je kan het woord in deze context ook verstaan als teef, maar met weliswaar een zwaardere geladenheid. Het zijn beide extreem misogyne termen die vrouwen verdierlijken, maar de term berggeit demoraliseert de Amazigh vrouw en de dus de Amazigh gemeenschap.

Het is gek dat er figuren zijn die de strijd van Imazighen publiekelijk in twijfel trekken, maar zichzelf alsnog durven profileren als rechtvaardig en democratisch

El Maroudi schreef effectief vanuit een gevoel van superioriteit en patriottisme. Daar is niets humoristisch aan als je de uitspraken kent van de voormalige Marokkaanse koning Hassan II jegens Irifiyen (Riffijnen) waarin hij de Irifiyen op de nationale de televisie in 1984 betreft de opstanden uitmaakte voor awbach” - wat tuig betekent - en hen bedreigde met een nieuwe genocide zoals die van 1959: "Als de Wilden uit het Noorden Hassan vergeten zijn, dan herinnert hij ze aan 1959.” In dat jaar werden 200 Irifiyen gedood en honderden raakten gewond. Eerder was er in 1980 al sprake van Tafsut n Imazighen (de Amazigh Lente) in de regio Tamurt n Leqbayel (Kabylië) naar aanleiding van het anti-Amazigh arabiseringsbeleid in Algerije. Dat beleid legde verscheidene verboden op, zoals verboden op boeken door Amazigh auteurs en boeken in het Tamazight. Zo werd een conferentie verboden over oude Kabylische poëzie door de Kabylische intellectueel Mouloud Mammeri op 10 maart 1980 verboden op de Hasnaoua-universiteit in Tizi-Ouzou. Deze gebeurtenis gaf aanleiding tot demonstraties en stakingen in scholen, universiteiten en bedrijven. Amazigh scholieren en studentenverenigingen in Tizi Ouzou, Bgayet en Algiers bleven twee maanden lang demonstreren. Twintig jaar later, op 18 april 2001, werd een 18-jarige Kabylische student genaamd Massinissa Guermah aangehouden door Algerijnse politieagenten en werd op 20 april vermoord. Daarna ontstond een nieuwe beweging genaamd Tafsut Tabarkant oftewel de Zwarte Lente. Zwart, omdat naar schatting een honderdtal Imazighen vermoord werden door de autoriteiten en zo’n 5000-tal Imazighen gewond geraakt zouden zijn. Velen van hen liepen blijvend letsel op en moesten verder door het leven met functiebeperkingen.

Die geschiedenis verklaart ook de huidige structurele exclusie van 'rurale' Amazigh vrouwen waaronder de uitsluiting van onderwijs en, als gevolg daarvan, hoge cijfers van ongeletterdheid. Ik wil het volgende niet bestempelen als 'een positief gevolg', maar ik wil wel aangeven dat het daarom is dat de Imazighen sterke mondelinge tradities kennen waarmee ze hun erfgoed, cultuur en ethiek aan nieuwe generaties doorgeven. Dit betekent echter ook dat hun culturen worden bedreigd. Men wordt gedwongen zich enerzijds te verplaatsen naar grootsteden, te assimileren met de dominante cultuur en op magische wijze de sociale ladder te beklimmen. Of te vluchten, waarbij men het risico loopt op verdrinking in de Middellandse Zee.

Nadia El Ouahdani van de partij DENK in Nederland kreeg kritiek omdat ze de Hirak [de protestbeweging van de Amazigh gemeenschappen in Marokko, red.] en de strijd waarin Irifiyen zich bevinden, trachtte te bagatelliseren. De kritiek luidde dat El Ouahdani wél kritisch staat tegenover de Nederlandse overheid, maar niet kritisch staat tegenover de Marokkaanse overheid. Ook Amina Maelainine, parlementslid van de Marokkaanse islamistische partij PJD, beweerde dat er foute informatie verspreid wordt over Marokko en over de Hirak.

Het is gek dat er figuren zijn die de strijd van Imazighen publiekelijk in twijfel trekken, maar zichzelf alsnog durven profileren als rechtvaardig en democratisch. Argumenten waarin Imazighen worden beklaagd als separatisten, zijn gebaseerd op geen enkele feitelijke gebeurtenis, want Imazighen hebben amper posities van macht, noch autoriteit. Maar Imazighen worden vandaag de dag geobjectiveerd en hun culturen worden geësthetiseerd door nieuwe generaties (later meer daarover). Deze gearabiseerde staten zijn totalitair en staan haaks tegenover de ethiek en samenlevingsconstructies in Amazigh beschavingen. Amazigh culturen mogen de gearabiseerde Marokkaanse cultuur wel beïnvloed hebben, maar er is geen enkel spoor van Amazigh politiek en filosofie voelbaar in de staat, noch in zijn diaspora.

Superioriteit wordt toegekend aan een bepaalde groep, al zijn gearabiseerde Marokkanen en Imazighen van dezelfde sociale klasse. De termen elitair en primitief zijn antoniemen, die voortvloeien uit structureel separatisme dat wel feitelijk is. Zulke woorden neem je enkel in de mond vanuit de positie van iemand die wél de normen en waarden kent. El Maroudi's retoriek is daarom ook extreem problematisch in context van 'inburgering en integratie' in Europa, en het verhaal van de 'goede' versus de 'slechte' migrant.

Voor wie is de Amazigh cultuur zo nieuw dat het een soort heropleving vereist? Alsof de tijd al die jaren heeft stilgestaan en we niet geleefd hebben

Want in de diaspora loop je nog een ander gevaar: de witte wereld, waarin Zwarte mensen en mensen van kleur moeten overleven. Naast de gevaren en uitsluitingsmechanismen binnen de diaspora, moet je ook op je hoede zijn voor de witte machtsbekleders die je gemeenschap in een soort competitie plaatsen met een andere. Ook burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever, van de rechtse partij N-VA deed een gelijkaardige uitspraak over Imazighen: "Tachtig procent van de Marokkaanse gemeenschap in Antwerpen bestaat uit b*rb**s. Dat is een gesloten groep met veel wantrouwen tegenover de overheid, met een zwak georganiseerde islam en die zeer vatbaar is voor het salafisme. De afwijzing komt ergens vandaan. De attitude om een opleiding te volgen en werk te zoeken moet er ook zijn.” Waarna hij de geslaagde integratie van Aziaten - in de breedste verscheidenheid van gemeenschappen - gebruikte in zijn klacht jegens Imazighen en Zwarte mensen: "Ik heb nog nooit een Aziatische migrant ontmoet die zegt slachtoffer van racisme te zijn. Ook in de criminaliteitscijfers zie ik hen nauwelijks. We hebben de verkeerde soort migranten massaal toegelaten en er vervolgens niet genoeg aan gedaan. We hebben geen inburgeringsbeleid gevoerd.”

Er zijn dus verschillende groepen mensen met macht die Imazighen stigmatiseren en treiteren. Ook politica Naima Salhi van de Algerijnse partij PEP is welbekend om het openlijke anti-Amazighbeleid dat ze voert jegens onder meer de Iqbayliyen en de Ichawiyen. Ze zou haar dochter vermoorden als ze thuis een Tamazight woord zou uitspreken. Het motto van haar partij is: Het Algerijnse volk is islamitisch en behoort tot het pan-arabisme.”

Ik denk dat ik 'berggeit' nu versta als iemand die geketend is in processen van etnische zuivering, structurele discriminatie gebaseerd op gender en op de Amazigh identiteit, onlosmakelijk verbonden met klasse. Alhoewel de zelfbenoemde ‘modelmarokkaan’ Saliha Mejout [van de 2TimesDutch Foundation, een organisatie die mensen uit Nederland in contact brengt met Marokkaanse weeshuizen, red.] die in 2013 een uitzending maakte genaamd: We hebben een B*rb*rprobleem” - die offline gehaald is - toch in 2019 alsnog de term berggeit in de mond nam.

Heropveleving of verdoezeling

Ik beheers het Arabisch schrift, maar ik spreek de taal niet. Ik ken de taal niet, en dus de (literaire) cultuur niet. Ik heb er ook nooit voeling mee gehad en ik voel me persoonlijk momenteel niet genoodzaakt om mij hierin te professionaliseren, omdat mij al zoveel Amazigh kunst- en cultuurgeschiedenis voorbij gegaan is. Onmachtig voel ik mij doordat ik de tijd niet in handen heb en de tijd niet kan inschatten, en mezelf niet kan voorstellen wat de tijd teweeg zal brengen voor Imazighen. Daarom voel ik me medeverantwoordelijk om onder andere ons erfgoed van orale transmissies te beheren en documenteren.

Mijn hele kunstpraktijk is gebaseerd op frustratie door een gebrek aan informatie en ik kan mezelf daarom als Riffijnse kunstenaar niet ontdoen van politiek. Ik tracht het heft in eigen handen te nemen en te zoeken naar manieren van kennisvorming en manieren van begrip. Wat is begrijpbaar, wanneer is iets begrijpbaar en welke conventies bepalen dat iets of iemand begrijpbaar is? De geschiedenis is voel- en hoorbaar in onze orale kennis, waarvan collectief zingen tijdens een actie uit solidariteit een voorbeeld is. Zulke momenten zijn niet gefragmenteerd geweest en dat niet-weten doet iets met mij. Ondanks haatspraak jegens Imazighen – die blijft te allen tijde bestaan – vraag ik me af of er oprecht sprake is van een soort heropleving van de Amazigh cultuur de laatste jaren. Mijn vraag is eerder: voor wie is de Amazigh cultuur zo nieuw dat het een soort heropleving vereist? Alsof de tijd al die jaren heeft stilgestaan en we niet geleefd hebben.

In de spotlights van sociale media krijgen de tiggaz (Amazigh tatoeagekunst), Amazigh mythologie, keramiek, tapijtwerk, DNA-testen en koloniale fotografie de aandacht. Maar in hoeverre zijn dingen waarnaar tijdelijk gekeken kan worden relevant? Daarom schreef ik eerder dat Imazighen geobjectiveerd worden en hun culturen geësthetiseerd worden door nieuwe generaties. Ook de vraag “Ben ik Amazigh genoeg?” komt vaker terug. Ik geraak vervreemd, alsof we plots leven in post-arabisering van Tamazgha of in een wereld waarin Imazighen en hun cultuur volledig vervaagd zijn. Waar maak ik me nu weer zorgen om? Het is immers paradoxaal dat 'Amazighheid' ooit iets was (maar nog altijd iets is) waarvoor men bevreesd moest zijn, maar nu is het een soort identiteit waarin iedereen zich geborgen voelt. Zelfs voormalige Amazigh-haters en jongeren uit gearabiseerde Marokkaanse families die altijd kwaad spraken over Imazighen, kunnen de cultuur plots waarderen. Men moet wel begrijpen dat de Amazigh cultuur geen decor is dat je kan opbouwen en afbreken en dat Imazighen geen marionetten zijn die van je tijd tot tijd in de schijnwerpers kan afkraken.



Over de auteur:

Ikki Itta is een 23-jarige Belgische cross-disciplinaire kunstenaar van Riffijnse origine.