Wat als feit en fictie niet echt meer van elkaar te onderscheiden zijn? [Recensie > 'Woordvoerder' >> Maarten Roest]

Het centrale motief van dit boek is nieuws. Hoe nieuws gemaakt en gedistribueerd wordt, hoe het publiek bereikt. Dit boek van de Nederlandse auteur Maarten Roest verwijst indirect naar De Nieuwsfabriek (Rob Wijnberg) en Het Zijn Net Mensen (Joris Luyendijck)
Door: PDC - 11/12/2014 - 09:43
Wat als feit en fictie niet echt meer van elkaar te ond

Niet alleen het vertelperspectief is behoorlijk uniek, ook de manier waarop feit en fictie gemengd worden in een vreemd soort reisverslag doet erg origineel en authentiek aan.

 

Hoe zou het zijn om als woordvoerder door het leven te gaan, bedenk ik me vooraleer ik me aan de lectuur van ‘Woordvoerder’ zet ? Hoe ga je om met een bijzonder complexe opdracht als woordvoerder in een door onrust en oorlog gekenmerkt terrein? Welke informatie neem je voor waar aan en welke informatie wordt niet weerhouden? En wat als feit en fictie niet echt meer van elkaar te onderscheiden zijn? Het zijn allerlei vragen die opduiken als ik op zoek naar antwoorden dit meer dan fascinerende boek open.

Tegen de achtergrond van het Midden-Oosten volgen we Rob Hielkema, een weinig ervaren woordvoerder betrokken bij de informatievoorziening over humanitaire operaties. Als de onrust in de wel erg woelige regio te veel wordt en er een bom in Bagdad afgaat, ontloopt Rob toevallig Hoe zou het zijn om als woordvoerder door het leven te gaan, bedenk ik me vooraleer ik me aan de lectuur van ‘Woordvoerder’ zet ? Hoe ga je om met een bijzonder complexe opdracht als woordvoerder in een door onrust en oorlog gekenmerkt terrein? op het nippertje een erg bloedige aanslag.

 

Het zijn net mensen in de Nieuwsfabriek

Het centrale motief van dit boek is nieuws. Hoe nieuws gemaakt en gedistribueerd wordt, hoe het publiek bereikt. Dit  boek van de Nederlandse auteur Maarten Roest verwijst indirect naar De Nieuwsfabriek (Rob Wijnberg) en Het Zijn Net Mensen (Joris Luyendijck) of wat aanverwante geesten zoals Stine Jensen (Dag Vriend) te zeggen hebben over nieuws, (sociale) media en journalistiek. Dichter bij huis blijkt het iets moeilijker om equivalente stemmen te vinden. Om er enkele aan te halen : mediaspecialist Jo Caudron is zeker wel een referentiepunt, naast De Vierde Onmacht. Voor wie media eerder vanuit een filosofisch perspectief wil bekijken is Mediatijd van Peter Sloterdijk vast wel een mooie aanzet.

 

Eigen ervaringen als informatiebron

Auteur Maarten Roest schreef dit boek op basis van eigen ervaringen. Die zijn de meest persoonlijke maar ook meest directe bron van informatie. Het maakt het er niet gemakkelijker op om de vertaalslag te maken naar vlot lezende, goed geschreven zinnen.

Nochtans verdient ‘Woordvoerder’ zeker de aandacht. Het wordt je als lezer bijzonder  gemakkelijk gemaakt om in de huid van Hielkema te gaan kruipen. Hielkema is een doorwinterde reiziger, maar heeft weinig ervaring als woordvoerder. In een door conflict en geweld gekenmerkte regio wordt het werk ook nog eens bemoeilijkt door de vaak erg gevoelige informatie. Op de koop toe moet Hielkema in zijn rol als woordvoerder vaak dingen zeggen waar hij als mens niet achter staat of kan staan. En dan is er nog de manier waarop de media functioneren natuurlijk.

 

De regels van de media: beeldvorming

We komen als lezer ook onder meer te weten dat onze beeldvorming rond het Midden–Oosten niet altijd even realistisch is. Het Midden-Oosten associëren we onder meer met woestijnen, met hittegolven. Het eerste hoofdstukje heet dan ook niet toevallig Sneeuw in Amman (nvdr.: de hoofdstad van Jordanië). Wie zou daar nu sneeuw verwachten? De hoofdstad blijkt een goede uitvalsbasis voor mediaverslaggeving te zijn, zelfs in ‘een turbulente regio in een turbulente periode’ waar we misschien veel over vernemen, maar eigenlijk relatief weinig vanaf weten.

Roest beschrijft ook duidelijk hoe pers en woordvoerders elkaar versterken: het ene moment als jager, het andere als prooi (en omgekeerd). Werkelijk élk klein detail is van belang, en kan in een seconde groot, belangrijk nieuws worden. Zo bijvoorbeeld wordt in het boek onder meer beschreven hoe belangrijk het in beeld brengen van een klein vlaggetje kan zijn. Als het niet in beeld gebracht wordt, is het namelijk geen nieuws.

Het ligt voor de hand dat er ook enkele reflecties met betrekking tot de relaties tussen Oost en West in het werk aan bod komen. In dat verband wordt onder meer het werk van Edward Saïd en Kapuscinski aangehaald. Bovendien blijkt dat net in die erg explosieve omgeving vaak de meest essentiële zaken op een erg natuurlijke manier naar voren komen.

 

De wetmatigheden van de media

De aandachtige lezer zal in het boek vast wel een en ander oppikken over het functioneren van de media. Zo duiken er verschillende mediale wetmatigheden op: een ervan stelt dat de mogelijkheid van nieuws te relateren is aan de financiële behoefte van de journalist in kwestie. Een andere wetmatigheid is dat in crisisgebieden de media zelf de belangrijkste informatiebron zijn van de media: input is output en omgekeerd. We leren ook dat nieuws opgemaakt wordt in zogeheten ‘talking points’.

 

Oorlogsbeelden

Niet alleen nieuws staat centraal in het boek, uiteraard wordt ook aandacht besteed aan de oorlog. In dit geval de Amerikaanse inval in Irak. Terugkijkend valt alleen nog de vraag: ‘waarom wisten we toen niet wat we nu weten?’. Het nieuws toonde beelden van precisie-bombardementen en fragmentatiebommen, maar de schrik, de dreiging en de impact ten aanzien van de lokale bevolking werd er niet duidelijk mee gemaakt. Om de werkelijkheid te brengen, volstaat het niet om slechts erg gemanipuleerde fragmenten te tonen. De westerse inmenging in Irak heeft tot hiertoe slechts problemen opgeleverd, en dit op verschillende terreinen.

 

Gelaagde eenheid

Bijzonder interessant is het perspectief van de insider die in het boek gehanteerd wordt.  Bovendien is het verhaal bijzonder gelaagd. Als lezer kan je het boek dan ook het best benaderen als een bundel verhalen die als eenheid erg overtuigend overkomt. Ook de titels van de respectievelijke hoofdstukjes (Rook, Vuur, As) zijn kort en krachtig. Roest beschrijft de gebeurtenissen in erg korte zinnen, waardoor het erg vlot leest. Bladspiegel en lettertype zijn aangenaam en werken motiverend. Het beeld op de kaft trekt de lezer mogelijk iets minder aan. Niet alleen het vertelperspectief is behoorlijk uniek, ook de manier waarop feit en fictie gemengd worden in een vreemd soort reisverslag doet erg origineel en authentiek aan.

Publieke belangen

Hoewel het verleidelijk zou zijn om te zeggen dat het boek gericht is op een publiek gefascineerd door thema’s zoals het Midden–Oosten en alles wat met journalistiek en media te maken heeft, is mijn leeservaring dat het boek wel degelijk een ruimer publiek verdient. Een belangrijk argument daarvoor is net de bijzondere aard van het werk. Het is geen zakelijk verslag, het is geen zuivere biografie, het is geen reisverslag, evenmin is het geschiedenis of een wat nostalgische terugblik. Daarentegen is het wel een heel bijzondere mengeling die de lezer aantrekt. Misschien belangrijker nog is dat het boek allerlei emoties en reflecties oproept bij de lezer, vooral bij die passages waarin het contrast tussen het militaire en het humanitaire naar voren komt.

Het knappe aan dit boek is ook dat het, zeker naar het einde toe, naar een synthese toewerkt. Het erg vuile spel rond de macht blijft een stoelendans. Terwijl de machtshebbers zich in Amerikaanse dollars suf zitten te rekenen over de economische opbrengsten van de oorlogswaanzin, smeekt de lokale bevolking om de leniging van de meest essentiële noden (voedsel, onderdak, kleding) om tussen de puinhoop een dagelijks leven herop te bouwen.

Om er een kernzin uit te halen : “schrijven is eigenlijk net als reizen. Je reist in de materie die je beschrijft, zonder dat je ooit zult aankomen.”

Woordvoerder is het meest recent verschenen werkstuk van Roest. Eerder schreef hij ‘Tegen De Vulkaan’ (Podium-Amsterdam, 1999, 172 p.) een boek over Nicaragua na de Sandinistische revolutie.

Maarten Roest – Woordvoerder (Uitgeverij Aspekt), 187 p.