Zorg Maakt Kunst: Een interpretatie van de Stenen Tuin

In de film The Oldman and His Garden of Stones toont de Iraanse regisseur Parviz Kimiavi de creatie van Darvish Khan Esfandiarpoor. Het bestaan van de tuin roept heel wat vragen op: Is deze ongelooflijke tuin Kunst? Is de herder die hem creëerde een kunstenaar?
Zorg Maakt Kunst: Een interpretatie van de Stenen Tuin

Alle reguliere interpretatiekaders zoals de economie, de kunstwereld, innovatie, vooruitgang of psychopathologie schieten in dit geval tekort

 

In de film The Oldman and His Garden of Stones toont de Iraanse regisseur Parviz Kimiavi de wonderlijke creatie van Darvish Khan Esfandiarpoor. Deze herder bouwde met gevonden stenen en dode bomen over een periode van meer dan 30 jaar een gigantische stenen tuin in een afgelegen streek van Iran. 

De Iraanse regisseur Parviz Kimiavi maakte twee documentaires over deze doofstomme herder die op een dag begon met het verzamelen van eigenaardige stenen, die hij bevestigde aan dode boomstammen op een stuk grond naast zijn huis. Na verloop van tijd werd deze collectie van stenen en takken zo groot dat er een gigantische tuin van stenen ontstond. De twee documentaires, The Garden Of Stones gemaakt in 1976 en The Oldman and His Garden of Stones uit 2004, bekijken het bestaan van deze tuin op verschillende manieren. Deze films benaderen de tuin op geheel andere wijze, maar laten we het niet over de films maar de tuin hebben en wat die aan ons kan duidelijk maken. Het bestaan van de tuin roept immers heel wat vragen op voor wie interesse heeft in kunst: Is deze ongelooflijke tuin Kunst? Is de herder die hem creëerde een kunstenaar?

Wat onmiddellijk duidelijk wordt, is dat Darvish Khan Esfandiarpoor geen enkele economische bedoeling had met de tuin. Om te overleven heeft hij een boomgaard vol notelaars en een kudde schapen. Zijn drijfveer om de stenen tuin te bouwen en zijn omgang met de stenen, de takken en de ruimte waarin hij ze samen bracht moeten we buiten dus ‘de markt’ zoeken. Als men deze Iraanse zonderling in de documentaire vroeg wat de tuin betekende, probeerde hij bij een specifieke constellatie van stenen en takken een bepaald verhaal te vertellen, vaak een gebeurtenis uit zijn eigen leven of een parabel die hij ergens gehoord had. Maar doordat Darvish Khan doofstom was, blijft de interpretatie van zijn handgebaren en keelklanken gissen. Betekenissen worden snel geprojecteerd, een valkuil die de regisseur Parviz Kimiavi meestal kan ontwijken, waar hij misschien af en toe toch intrapt, of toch ten minste mee speelt. Bovendien zijn deze verhaaltjes slechts gericht op onderdelen, en niet op de hele tuin. Kunnen we dan zonder Darvish Khan’s duiding de betekenis van zijn tuin alsnog achterhalen? En is zo’n duiding überhaupt wel nodig? Aangezien de tuin over een periode van meer dan 30 jaar organisch gegroeid is door de niet aflatende arbeid van zijn maker, valt het idee van een overkoepelend plan of doel niet meer te verdedigen. Het is precies het ontbreken van een masterplan bij het construeren van Stenen Tuin dat deze tuin zo intrigerend maakt. Darvish Khan is niet iemand die probeerde om zijn werk op te richten als een soort embleem voor iets anders, zoals bijvoorbeeld de Eiffeltoren is voor het idee van Vooruitgang. Hoewel hij soms kwaad werd op zijn Stenen Tuin en de drang had sommige stenen te bestraffen met stokslagen, onderwierp hij ze nooit tot het slaafs betekenen van een idee. Nee, er blijkt geen agenda achter te zitten, geen Groot Plan. De Stenen Tuin an sich betekent niets, toch werd hij gebouwd en ligt hij nog steeds in een afgelegen streek van Iran.

Misschien zijn deze methodes tot interpretatie hierboven niet adequaat. Misschien moeten we, om te ontdekken wat deze tuin is, afstappen van manieren van beschouwing die vertrekken vanuit doelgerichtheid. Onze neiging om dit soort menselijke activiteit en de resultaten ervan te duiden met een middel/doel verklaring schieten altijd te kort. Er is buiten de ‚tekst-en-uitleg’ altijd het surplus van het materiaal, in dit geval de tuin, dat zich blijft verzetten tegen dit uitleggen. Blijkt ook dat deze creatie die doelgerichtheid niet nodig had om tot stand te komen of om te blijven bestaan. De tuin heeft onze verhalen erover niet nodig om te zijn.

Maar de Stenen Tuin had de herder wel nodig om te ontstaan. Los van alle verhaaltjes was er wel fysieke labeur nodig om de vaak heel grote en zware stenen naar de tuin de brengen, om ze op te hangen aan de bomen, te schikken en te herschikken. Schijnbaar nutteloos gedrag schiep deze intrigerende stabiele constellatie.

Dit scheppen zonder plan is onmogelijk zonder zorg en toewijding. Hier komen we eindelijk tot de kern: door eenvoudige en onmiddellijke confrontatie met het beschikbare materiaal, door middel van voorzichtige onderhandelingen, door tegen de stenen te fluisteren en naar ze te luisteren en er mee te dansen, alsof hij de wensen van de stenen zelf in acht wilde nemen, door ze onder te brengen in groepen, families en verhoudingen, creëerde Darvish Khan Esfandiarpoor stapsgewijs iets unieks.

Deze vorm van menselijk gedrag, en de wonderlijke resultaten ervan, zijn een uitnodiging om van onze dwang alles enkel economisch te valideren los te komen. Alle reguliere interpretatiekaders zoals de economie, de kunstwereld, innovatie, vooruitgang of psychopathologie schieten in dit geval tekort. En daardoor kunnen we wat een kunstenaar is herontdekken: het kan een tactvol, zorgvuldig onderhandelaar zijn die de eigenheid van het materiaal erkent en ‘in samenspraak’ ermee, in verbondenheid, stapsgewijs iets probeert te creëren dat interpretatie na interpretatie overeind blijft. En dat geeft deze bodemloze tuin, op de valreep dan toch betekenis: het legt al doende een oerschema bloot van de wijze waarop wij als scheppende mens in de wereld staan.