Bij wijze van inleiding / verontschuldiging / verantwoording
De Column is een bijzonder genre. Korter dan een essay, langer dan een lezersbrief. De definitie staat niet helemaal vast, en toch kunnen we een column snel identificeren. Voor columnisten gaat het om een regelmatige uitdaging, een laboratorium voor narratieve experimenten. Voor velen gaat het ook om een kennismaking met ‘de lezer’. Uiteenlopende namen als Yves Desmet, Rachida Lamrabet, Arnon Grunberg, Bart De Wever, Saskia De Coster, Jeroen Olyslagers, Bie Van craeynest, Herman Brusselmans, An Olaerts, Fikry El Azzouzi, Geert Van Istendael, Maarten Ing- hels, Sidi Larbi Cherkaoui, Bleri Lleshi, Luckas Vander Taelen, Olivia Rutazibwa en Tom Naegels hebben gemeen dat ze regelmatig commentaar geven op de actualiteit, dat ze een plaats hebben in het Belgische columnlandschap en op die manier ook ‘bijdragen aan het maatschappelijk debat’, ‘taboes doorbreken’, ‘dingen bespreekbaar maken’ en andere commonplaces. Ze doen dit allemaal met wisselend succes, want in columnformaat lezen we even veel onzin als nagels op koppen.
Columns en opinieartikels zijn geen exclusive bevoegdheid van de redactie van een krant. Schrijvers, toppolitici, artsen of huismoeders, iedereen mag af en toe een poging wagen. Op die manier krijgen de stemmen van het volk toegang tot de publieke opinie (en omgekeerd). Vaak worden we er sterk door beïnvloed en dat maakt het columnformaat waarschijnlijk het meest democratische literaire genre van allemaal. Niet alleen omdat iedereen het met een bepaalde mate van geloofwaardigheid mag beoefenen, maar ook omwille van de politieke natuur van de meeste columns en opinieartikels. Tenslotte hebben we vandaag te maken met een overvloed aan meningen, misschien omdat we een overvloed hebben aan media en aan manieren om die media te delen met elkaar.
We mogen gerust spreken over een column koorts, en die is niet noodzakelijk gezond. Zeker niet wanneer meningen meer en meer de plaats van het nieuws gaan innemen. Dan lijkt het wel alsof we de zoektocht naar objectiviteit hebben opgegeven. Vaak zien we zelfs dat persoonlijke ruzies in opinieformaat worden gegoten, nog voor men even met de andere op zoek gaat naar onderlinge oplossingen, wat waarschijnlijk voldoende geweest was om de ruzie bij te leggen. De reden: onmogelijk te raden, maar soms gok ik op zichtbaarheid. Een column is een podium en in het diepste van zijn ziel is een columnist een podiumbeest(je), denk ik dan. Soms gok ik op een iets menselijkere verklaring: het gevoel dat je verbonden bent met de anderen, dat je niet alleen bent in wat je meemaakt, en het daarom relevant en herkenbaar wordt voor anderen. Maar wat de reden ook is, de media worden vaker en vaker bemiddelaars in maatschappelijke kwesties. En dat is, zoals gezegd, niet noodzakelijk gezond, want de media hebben ook eigen behoeftes. Net zoals het niet gezond is om de politie te bellen voor de meest eenvoudige kwesties, kan de columnkoorts ons vermogen om met elkaar te communiceren ook ondermijnen. Als we niet in dialoog kunnen treden behalve als een aaneenschakeling van monologen van 6000 leestekens, als een conversatie een opeenvolging van speeches wordt, zal het leven heel saai worden. Voor mij, toch. Ik heb daar echt geen zin in.
En toch doe ik eraan mee, aan de column koorts. Misschien niet zo lang meer, wie weet. Als je te lang regelmatig dingen moet schrijven, begin je onzin op papier te zetten. Waarom doe ik het dan? Misschien ook omwille van die oerbehoeftes van een gefrustreerd podiumdier(tje), maar heel zeker omdat ik me niet vertegenwoordigd voel. Omdat ik me vaak niet eens aangesproken voel. Regelmatig hebben we de indruk dat de media door blanken en voor blanken is gemaakt en dat heeft weinig met kleur te maken. Het heeft met inhoud te maken. Met de focus op één doelpubliek, ter bevordering van een zichtbaar apartheid in onze samenleving. In de hoop dat de multiculturele samenleving vanzelf zal ontstaan. Of, stiekem, met de hoop dat als we ze hard genoeg negeren, de diversiteit vanzelf zal verdwijnen.
Ik voel me ook niet vertegenwoordigd noch aangesproken door onze politici, door onze vertegenwoordigers, en daarom moet ik voor mezelf leren spreken. Letterlijk en figuurlijk: wat u leest is (u voelt het al) het werk van een anderstalige medemens. Een anderstalige medemens die zich niet schaamt voor zijn anderstaligheid en geen nood heeft aan complimentjes noch klachten van taalpuristen. Ik wil wél begrepen worden. En daarom vraag ik van u, beste lezer, een inspanning. Ik heb niet altijd gelijk, maar dat is niet mijn doel: ik ben ervan overtuigd dat de nood aan eerlijkheid groter is dan de nood aan betweterigheid. Betweters hebben altijd gelijk. Eerlijke mensen niet. En daar is er precies ruimte voor dialoog. Ik ben soms radicaal en kort door de bocht, maar er is ergens een logica in wat ik schrijf. Probeer die te vinden, beste lezer. En als u de nood voelt om te reageren, doe dat maar, want niks zou ik liever hebben dan in dialoog te gaan ([email protected] is mijn emailadres, maar als u liever naar het podiumbeest in uzelf luistert, feel free om een opinieartikel te schrijven :-D).
Waarom doe ik dit? Waarom een bundel? Dat is een moeilijkere vraag. Een van mijn favoriete boeken is El País según Cabrujas (Het land volgens Cabrujas), een columnbundel van de Venezolaanse dramaturg José Ignacio Cabrujas, het meest interessante portret van de omstandigheden die de opkomst van Hugo Chávez mogelijk hebben gemaakt. Een persoonlijk document, een subjectief document, maar een onmisbare kijk op een complex politiek proces. De Venezolaanse geschiedenis zou onvolledig zijn zonder zijn hilarische en messcherpe bijdrage.
Volgens het Decálogo van Horacio Quiroga, een ludieke handleiding voor de perfecte schrijver, moet je in een grootmeester geloven en moet je zijn kunst onbereikbaar achten. Als goede volgeling ben ik ervan overtuigd dat dit document geen Land volgens Verde wordt. Mijn enige hoop is dat dit portret, dit persoonlijk en subjectief document, iets zal bijdragen, al is het maar een klein beetje, aan de leemtes in ons maatschappelijk debat.
De teksten die hier gebundeld zijn, verschenen eerder online @ Kif Kif, MO*, rekto:verso en de blog van Brussels activist Bleri Lleshi. Sommige teksten werden enkel en alleen beschikbaar gemaakt op abouttheshuffle, mijn eigen blog. Ze zijn alleszins gegroepeerd in categorieën, maar de volgorde is niet van belang. Ik nodig u uit, beste lezer, om van dit boek een hinkelspel te maken. De ambitie van elke lezer van Cortázar is niet toevallig de creatie van zijn eigen Rayuela, een boek waarin volgorde van ondergeschikt belang is.
Alvast veel plezier, deze teksten zijn vooral bedoeld om ervan te genieten. Deze teksten vertrekken altijd vanuit een eigenaardige vorm van liefde.
Mvg,
O
Bijlage | Grootte |
---|---|
columnkoorts.epub | 2.43MB |