Op 14 november 2008 sloten vredesactivisten symbolisch het ministerie van Defensie. “Minister van Defensie De Crem trekt ons land steeds dieper in een uitzichtloze oorlog in Afghanistan.” aldus het persbericht van die dag. De actie verliep strikt geweldloos en er werd niets beschadigd.
Vijf jaar later besliste de raadkamer in Brussel om Vredesactie correctioneel te vervolgen voor deze actie wegens het opzettelijk beschadigen van andermans onroerende goederen. Het proces start op 6 februari 2014 in het Justitiepaleis in Brussel.
Dit is een grove aanfluiting van het recht op vrije meningsuiting. Het lijkt erop dat minister De Crem gebruikt maakt van SLAPP (strategic lawsuit against public participation): het instellen van juridische procedures om critici de mond te snoeren. Het ministerie van defensie viseert Vredesactie en vredesactivisten met aanklachten voor futiliteiten, met meestal een heel zwakke bewijsvoering, maar bedoeld om uit te putten en af te schrikken.
“Afwasbare verf op een officiële gevel. Dat gaat de minister van defensie te ver. Over de grond van de zaak zwijgt hij in alle talen. Hoe afwasbaar is democratie? “(Elvis Peeters op het Steunregister)
Imagoschade
De actie kaderde in de internationale actiedag "War starts here", die wil zichtbaar maken hoe Europa betrokken is in oorlogen elders. De vredesactivisten blokkeerden de poorten van het ministerie van Defensie en hingen spandoeken. Ondertussen was een schoonmaakploeg aan de slag om het (afwasbare) 'bloed' dat uit het ministerie van defensie stroomde, van de stoep te spoelen. De actie verliep strikt geweldloos en er werd niets beschadigd.
Minister De Crem vindt dat er strafrechterlijke feiten zijn gepleegd en dat er een schade is toegebracht van 200 euro. Vredesactie betwist beide. Er is geen enkele materiële schade toegebracht en daar hebben de vredesactivisten ook bewust zorg voor gedragen. De 'verf' die gebruikt werd tijdens de geweldloze actie was theaterbloed dat eenvoudig met een emmer water kan worden opgekuist. Bovendien hadden de vredesactivisten de intentie om die opkuis zelf te doen maar zijn ze hierbij gehinderd door de politie die hen heeft opgepakt voor verhoor. Toen de vredesactivisten enkele uren later opnieuw vrij waren, was er van het theaterbloed reeds niets meer te zien.
Het 'bloed' had ook gewoon kunnen weg regenen maar minister De Crem trommelde onmiddellijk enkele soldaten op om met een hogedrukreiniger alles snel weg te spoelen. Wat De Crem vooral wou voorkomen was imagoschade. Maar dat het imago van een minister beschadigd kan worden door vrije meningsuiting is net eigen aan het recht op vrije meningsuiting. Daar mogen geen strafrechtelijke gevolgen aan verbonden worden. Als het ministerie van defensie 200 euro kosten maakt om het theaterbloed snel te verwijderen, dan kunnen ze dit best op hun PR-budget zetten.
Inperking van het recht op vrije meningsuiting
Het parket heeft zich, op verzoek van minister De Crem, vijf jaar moeten bezighouden met het samenstellen van een (zwak) dossier waarbij de volgens de eiser opgelopen schade (200 euro) in schril contrast staat met de geïnvesteerde onderzoekstijd. Vredesactie daarentegen loopt door de strafrechterlijke vervolging het risico op een zware geldboete en een mogelijk verbod op een aantal activiteiten tot zelfs het ontbinden van de organisatie. Een pijnlijke en schandalige inperking van het recht op vrije meningsuiting en de amputatie van een stuk democratie.
Criminalisering van geweldloze actie
Vredesactie is bezorgd. Wanneer mensen in het Midden-Oosten of Oekraïne in opstand komen tegen de overheid, juichen we hen toe. Als burgers hier hun stem laten horen, worden ze meer en meer vervolgd en gecriminaliseerd. De ruimte voor sociale en politieke actie staat onder druk. Nochtans zouden we blij moeten zijn dat er in deze tijden nog groepen mensen bestaan die zich het algemeen belang aantrekken en bereid zijn om daarvoor geweldloos lijf en leden in te zetten.
De burgerlijke partijstellingen van minister De Crem tegen Vredesactie zet zich bij in een lijst van voorbeelden waarbij overheden en bedrijven sociale actie meer en meer beantwoorden met vervolging voor de rechtbank. Ook al eindigen de processen in vele gevallen met buitenvervolgingstelling of vrijspraak, ze zijn een duidelijke vorm van intimidatie. De repressieve aanpak van activisten schrikt mensen af om geweldloze acties te organiseren of er aan deel te nemen. Om nog niet te spreken van de financiële gevolgen die verbonden zijn aan dergelijke procedures.
Enkele voorbeelden:
Electrabel diende, na een reeks vreedzame acties, klacht in tegen Greenpeace wegens zware misdrijven, criminele bendevorming en aanslagen. De ernst van die aanklachten staat absoluut niet in verhouding tot de ludieke aard van de acties. Na jarenlang procederen werd Greenpeace buiten vervolging gesteld.
Leden van Greenpeace die vanop de 'rode loper' van een Europese top een kordatere Europese klimaatpolitiek eisten, kregen in eerste aanleg een maand gevangenisstraf met uitstel en een gezamenlijke geldboete van 11.000 euro.
Tijdens een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid op een proefveld in Wetteren werden enkele gemanipuleerde aardappelplanten uitgetrokken en vervangen door biologische. Elf deelnemers aan de actie werden veroordeeld wegens criminele bendevorming. Die veroordeling gaat niet over de eigenlijke daad van het uittrekken van enkele aardappelen, maar stelt een politieke actiegroep buiten de wet. Iedereen die aan de activiteiten deelnam, ook als die op zich geen strafbaar feit inhouden, wordt zo een misdadiger.
Naast het invoeren van de GAS-boetes en de eenzijdige verzoekschriften zijn dergelijke rechtzaken duidelijke voorbeelden van het inperken van het fundamentele recht op vrije meningsuiting.
Het geweldloos actievoeren door de vredesbeweging wordt op die manier gecriminaliseerd en bijgevolg ook de democratische ruimte om als vredesbeweging te functioneren.
Geweldloze actie is een onderdeel van de democratie
Onze democratie is er gekomen dankzij intense sociale actie. Veel van de verworvenheden die we nu evident vinden, hebben we te danken aan de ongehoorzaamheid van bewegingen en de bereidheid van mensen om zich in te zetten voor het algemeen belang. Ook vandaag hebben we sociale actie nodig om onze democratie in stand te houden en te verbeteren.
Het feit dat we in een rechtstaat leven die democratische grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting erkent, wil nog niet zeggen dat daarmee iedere stem even hard doorweegt in de besluitvorming. Sommige stemmen klinken luider dan andere. En heel wat stemmen vormen hoogstens wat achtergrondruis.
Door geweldloos actie te voeren kan wie niet gehoord wordt, proberen zijn stem te veroveren. De ruimte daarvoor wordt ook in een democratie zelden cadeau gedaan. Via geweldloze acties breken groepen in in een debat. Ze plaatsen problemen op de agenda waar overheden het liever niet over hebben. Dat is wat Vredesactie doet. Dat is waarom we verder doen.
>>>
Steun Vredesactie
• Teken het steunregister op onze website.
• Onderteken met je vereniging, voetbalploeg, jeugdclub... de steunverklaring voor organisaties 'Vrije meningsuiting is geen misdrijf'
• Kom op donderdag 6 februari 2014 om 13u30 naar de eerste procesdag in het Justitiepaleis in Brussel. Terwijl binnen onze advocaten pleiten, verdedigen wij buiten het recht op vrije meningsuiting.
• Steun Vredesactie met een gift op reknr BE02 5230 4030 0040