Woensdag 19 maart. Ik krijg enkele berichtjes over een nieuw promofilmpje van de stad Antwerpen. Een filmpje om bedrijven warm te maken om in de schoonste stad ter wereld te investeren. Maar heel wat mensen vinden het opmerkelijk en teleurstellend dat de superdiversiteit in onze stad haast niet aan bod komt. Op de sociale media regent het reacties van onbegrip. Waarom kiest de stad ervoor om de bevolking zo eenzijdig voor te stellen? Een geëngageerde, creatieve en diverse groep Antwerpenaren reageert met eigen initiatieven, knappe filmpjes en nieuwe facebookpagina’s…
Maar evengoed hoor ik heel wat andere reacties in mijn omgeving. Mensen die het allemaal much ado about nothing vinden. Het is toch een mooi filmpje? t’Stad komt toch mooi in beeld? Maar vooral: er is toch genoeg diversiteit in beeld en kan ik mijn tijd niet beter besteden aan de echte problemen? Het Radio 1 programma Hautekiet maakt komaf met de heisa. Axel Daeseleire en een stadsfotograaf stellen ons gerust, de negatieve reacties zijn overdreven.
Een polariserend filmpje dus, waarbij elke groep zijn visie verdedigt, maar niemand zich de vraag stelt vanwaar die sterke verontwaardiging en straffe reacties komen? Hoe komt het dat hetzelfde filmpje zo verschillend geïnterpreteerd wordt?
De bron van ergernis gaat over meer dan dit filmpje: het gaat over een stad die niet meer van iedereen is. Het gaat over een grote groep mensen die niet gehoord wordt. Een groep mensen die niet gezien wordt. Een groep die men dan ook niet toont. Op televisie is dat zo, in krantenartikels is dat zo en vooral: ook in de politiek is dat zo. Als gevolg daarvan dreigen de parlementen na 25 mei nog minder kleur te hebben.
Wat ik zie: de afgelopen dagen (en oh ironie, 21 maart was de internationale dag tegen racisme) werden getekend door de ranzige uitspraken van Wilders, het recupereren van die uitspraken door het Vlaams Belang en de overwinning van het extreem-rechtse FN in de Franse lokale verkiezingen. Mocht er iemand denken dat extreem rechts op zijn retour is, krijgt u er van mij het Italiaanse Lega Nord en Gouden Dageraad uit Griekenland nog bij (en ik vergeet er ongetwijfeld nog een paar).
Naast deze kaakslag uit het stemhokje, trakteer ik u ook nog op de vele vormen van structurele uitsluiting: blijvend racisme op de arbeidsmarkten en de huisvestingsmarkt, een onderwijssysteem dat een historisch gegroeide ongelijkheid in stand blijft houden. Misschien begrijpt u nu al de verontwaardiging van een hele generatie. Deze onrechtvaardigheid is geen vaag waanbeeld, ze staat zwart op wit gedrukt in talloze rapporten van gerenommeerde internationale organisaties.
Wat ik niet zie, is een overheid die kordaat werk maakt van maatregelen tegen racisme. Een overheid die het samenleven van al haar burgers bevordert en actie neemt in plaats van oorverdovend stil te blijven. Wat ik wel zie, is een overheid van schuldig verzuim.
Maar ondanks dit schuldig verzuim blijf ik verdomd optimistisch en strijdvaardig. Ondanks de omstandigheden zie ik elke dag, op mijn job en in mijn stad, meer dan genoeg voorbeelden. Initiatieven en projecten van samenleven die het gepolariseer overstijgen. Ik zie genoeg jongeren die al lang begrijpen dat ze veel meer met elkaar delen dan dat ze verschillen. Ik zie de superdiversiteit dagelijks in actie. En als alle reacties ook iets aantonen is het wel dat er veel stemmen in de maatschappij zich uitspreken tegen de eenzijdige visies op het samenleven. Beeld je nu maar eens in wat er allemaal mogelijk is met een overheid die echt werk maakt van antiracisme én samenleven. Een overheid die mensen bijeenbrengt en investeert in een gezamenlijke identiteit.
Aan zij die vinden dat de plaat over racisme is grijs gedraaid en ik me op andere zaken moet richten, zeg ik duidelijk : het is nooit een of/of verhaal, altijd een en/en. Ik blijf de uitdagingen van het superdiverse samenleven aangaan. Ik blijf racisme bevechten. Ik blijf de ongelijkheid in ons onderwijs tegengaan. Ik blijf een fiscale hervorming bepleiten voor een meer duurzame en sociale economie. Ik blijf gaan voor leefbare steden waar de inwoner en zijn gezondheid centraal staan en niet de megalomane betonprojecten die baan ruimen voor koning auto. Ik geloof in ecologie en solidariteit die hand in hand gaan en ik blijf kiezen voor een linkse en progressieve samenleving in deze tijden van verrechtsing en sociale afbraak. En nee, ik ga me niet inhouden. Net daarom strijd ik voor een plaats in dat Vlaams Parlement.
Imade Annouri
Groen
Districtsraadlid Antwerpen
3de plaats voor het Vlaams Parlement