'België is niet het land van melk en honing' [Mijn Vlucht - Yves Delepeleire]

'België is niet het land van melk en honing,' was zowat het eerste wat ik hoorde toen ik hier aankwam. Geradbraakt, gebroken. Ik had amper gegeten, gedronken of geslapen, leefde voornamelijk in kleine, donkere ruimtes onderweg naar dit 'beloofde land', al wist ik niet dat het België zou worden
'België is niet het land van melk en honing'  [Mijn Vl

Wij, vluchtelingen, werden verdeeld, verspreid over dit nieuwe land, maar we vonden elkaar terug. We deelden onze ervaringen zodat anderen er van konden leren.

 

Liefste moeder,
Liefste vader,

'België is niet het land van melk en honing,' was zowat het eerste wat ik hoorde toen ik hier aankwam. Geradbraakt, gebroken. Ik had amper gegeten, gedronken of geslapen, leefde voornamelijk in kleine, donkere ruimtes onderweg naar dit 'beloofde land', al wist ik niet dat het België zou worden. Het was een impulsieve daad, mijn vlucht. Ik hield het niet meer uit. Dit moet me van het hart. Ik hield het niet meer uit. De angst hield me in haar greep. Ik was nog maar een kind, wilde alleen maar spelen, buiten, met vriendjes. Maar jullie hielden me binnen, afgeschermd van die wrede wereld. En terecht. Maar hoe kon ik leren, hoe kon ik leven, hoe kon ik leren leven als ik elke dag tussen vier muren zat, terwijl buiten de zon scheen, en ja, ook wel de schoten vielen.

Ik was jong, nieuwsgierig en avontuurlijk, maar had vooral nood aan zekerheid. Zekerheid om ongedwongen op straat te kunnen komen, zekerheid om ongeschonden buiten te spelen. Het hoefde niet meer voor mij. Ik wilde vrijheid. En die vond ik niet. Niet bij jullie, niet in dat land. 'We moesten onzichtbaar zijn, zeiden ze ons, alsof we onze ogen voor ons eigen leven moesten sluiten,' hoorde ik een Iraanse vrouw zeggen in het centrum waar ik uiteindelijk terecht kwam. Dat herkende ik, dat gevoel deelde ik met die vrouw en met de vele andere vluchtelingen waarmee ik in contact kwam. Op dat moment leerde ik ook dat we allemaal mensen zijn, met wensen en verlangens, noden en behoeftes. Ik begreep dat elke mens gelijk is, dat we niet op elkaar hoeven neer te kijken, maar dat we elkaar moeten helpen. Elke keer opnieuw.

Dat was niet altijd evident. Soms kwamen mensen me tegemoet, sloten me in hun armen. Meestal keerden ze me de rug toe, leverden ze me over aan de wolven. Het systeem verviel in wij en zij. Het was vaak hard, maar het sterkte me ook. Ik leerde voor mezelf opkomen. Als iemand mijn persoonlijkheid wilde beperken tot de etnische groep waartoe ik behoorde, dan vond ik dat frustrerend, beledigend zelfs. Wij, vluchtelingen, werden verdeeld, verspreid over dit nieuwe land, maar we vonden elkaar terug. We deelden onze ervaringen zodat anderen er van konden leren. We pasten ons aan de situatie aan, zoals iedereen dat probeerde te doen. We leerden de taal en de gebruiken.

Om te slagen heb je steun nodig. En die steun heb ik hier gevonden, na lang zoeken. Je hebt mensen nodig die de knoop – die België is – voor je ontwarren. Daar ben ik dankbaar om. De wirwar aan gangen in imposante gebouwen, het vele papier, de in te vullen formulieren... Ik heb het allemaal doorlopen. Ik heb een berg verzet. Vaak was het ontmoedigend, maar ik zette door. Vaak had ik schrik, maar die heb ik overwonnen. En ik ben er trots op. Hopelijk jullie ook. Intussen ben ik enkele jaren in dit verdeelde en ingewikkelde land. Maar ik heb het hier goed, ik heb het naar mijn zin. Ik wil dat jullie dat weten. Ik ben blij dat ik zoveel jaar geleden de stap heb gezet, die uitdaging ben aangegaan.

Tijdens mijn jaren hier heb ik vele nieuwe ervaringen opgedaan, herinneringen verzameld. En ik denk dat de nieuwe herinneringen de oude aan het verdringen zijn. Het lijkt alsof ik de eerste helft van mijn leven aan het vergeten ben. Wanneer ik mijn land van oorsprong bezoek, voel ik me een buitenlander, een toerist, en ik word er ook zo behandeld. Er is veel gebeurd, er is te veel gebeurd. Ik ben veranderd, mijn land is veranderd. Mensen en gebruiken evolueren. Het is te lang geleden. Ik heb te veel gemist, maar ik heb ook veel geleerd. De kloof tussen hier en daar wordt steeds dieper, breder. Hier wil ik wonen, hier voel ik me thuis.


Vele groeten,
Veel liefs,

Jullie zoon


(deze fictieve brief bundelt en verwerkt de tien verhalen opgetekend in 'Mijn vlucht')


Mijn vlucht. Een geschiedenis van de asielmigratie naar België in tien vluchtverhalen
Yves Delepeleire (foto's Ivan Put)
Uitgeverij Averbode

Te koop in de Standaard Boekhandel

 

Overzicht van de tien verhalen: 

 

'Ik voelde me een miljoen keer sterven'
Ziad en Leen Janoudi, Syrië, 2011

'Hier heb ik mijn goesting gevonden'
Joseph Knoll, Hongarije, 1956

'Ik wilde levens redden, geen levens nemen'
Alberto Coelho Pinto, Portugal, 1961

'We waren helden en populair bij de meisjes'
Jorge Lubbert, Chili, 1977

'In Vietnam zijn we buitenlanders geworden'
Dieu Lan Lam en Van Dep Vo, Vietnam, 1979

'Mijn geloof heeft mijn leven gered'
Luiseged Tesfeye, Ethiopië, 1986

'In België ben ik herboren'
Gila, Iran, 1986

'Ik voelde me geen mens meer'
Pierre Rugero, Rwanda, 1994

'Ik heette Rachana om in mijn rol op te gaan'
Petimat Edilova, Tsjetsjenië, 2001

'Ik deed alles wat mijn smokkelaar zei'
Perwaiz Padsha, Afghanistan, 2008

 

Perwaiz Padsha (foto: Ivan Put

Petimat Edilova (foto: Ivan Put

Dieu Lan Lam en Van Dep Vo (foto: Ivan Put