Blijkbaar heeft niet iedereen recht op herstel

Afgelopen maand keurde het Vlaams parlement een nieuw adoptiedecreet goed waarin het voornemen wordt uitgesproken om door te gaan met interlandelijke adoptie. Shashitu Rahima Tarirga was stomverbaasd toen ze het ontwerpdecreet las: in weerwil van aanbevelingen van een speciaal aangesteld expertenpanel, ontbreekt elke vorm van aandacht voor adoptiemisstanden en het herstel van de slachtoffers daarvan. 

Op 21 mei laat Nederlands demissionair minister van Rechtsbescherming Franc Weerwind (D66) weten dat Nederland per direct geen nieuwe interlandelijke adoptieprocedures meer opstart. Het besluit komt nadat een meerderheid in de Nederlandse Tweede Kamer stemde voor een motie die de minister opdroeg een plan te ontwikkelen om interlandelijke adopties af te bouwen. Vlaanderen daarentegen blijft onverstoord doorgaan met interlandelijke adopties.

Dat bevestigde het Vlaams parlement begin mei met de goedkeuring van het nieuwe adoptiedecreet. Aan het nieuwe decreet gingen getuigenissen van geadopteerden over misstanden bij adopties vooraf, er werden politieke hoorzittingen over gehouden en er werd een expertenpanel opgericht. Steeds opnieuw werd geroepen dat er aandacht moest zijn voor herstel, maar uiteindelijk hebben we nu een nieuw adoptiedecreet mét de wens interlandelijke adopties voort te zetten en zónder aandacht voor (herstel van) adoptiemisstanden. Zo is het adoptiedecreet een nieuw voorbeeld van veel politieke woorden en weinig politieke daden.

Tijdspad richting het nieuwe decreet

In april 2019 kreeg het nieuwe adoptiedecreet een voorzet met getuigenissen van geadopteerden uit Ethiopië over fraude bij hun adoptie en die van andere geadopteerden uit Ethiopië. De getuigenissen gingen over eerste ouders die dood waren verklaard maar in werkelijkheid nog leefden, over zussen en broers die onvrijwillig van elkaar werden gescheiden, over leugens over de leeftijd van adoptiekinderen en nog veel meer. Waar eerdere getuigenissen over adoptiefraude op weinig politieke aandacht mochten rekenen, vonden er na de getuigenissen van de Ethiopische geadopteerden hoorzittingen plaats in de commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Voordat het nieuwe adoptiedecreet er kwam, is er door verschillende actoren – herhaaldelijk en expliciet – gewezen op de noodzaak van herstel met betrekking tot wat is fout gegaan bij (interlandelijke) adopties

Tijdens deze hoorzittingen getuigden opnieuw twee Ethiopische geadopteerden over de misstanden bij hun eigen adoptie en andere adopties uit Ethiopië. Ook een adoptieouder getuigde over de adoptie van haar dochter, waarbij belangrijke medische informatie was achtergehouden en adequate nazorg ontbrak. Daarnaast werden werknemers van de verantwoordelijke adoptiedienst Ray of Hope, het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA), en toenmalig minister Jo Vandeurzen (CD&V) gehoord. Vlaams adoptieambtenaar Ariane Van den Berghe gaf destijds aan dat er 'moet worden gezocht' naar hoe herstel mogelijk is. Minister Vandeurzen, stelde een onafhankelijk expertenpanel aan voor bijkomend en diepgaand onderzoek in kader van adoptiemisstanden.

De oprichting van dit panel werd met de nota Onderzoek interlandelijke adoptie concreet gemaakt. Volgens die nota had het expertenpanel het volgende doel: 

"[Dat] de experten vanuit de kennis en expertise van vandaag en het historisch perspectief indachtig een grondige analyse maken, waarbij zowel de zaken die misliepen, onvoldoende werden opgenomen en ervaren knelpunten, als goede ervaringen en praktijken in kaart worden gebracht, alsook de verantwoordelijkheid van de verschillende stakeholders hierin." (p.3 Nota Onderzoek van interlandelijke adopties)

Op basis van die grondige analyse zouden vervolgens beleidsaanbevelingen moeten geformuleerd, zo staat te lezen:

“[Dat] beleidsaanbevelingen geformuleerd [worden] met betrekking tot het omkaderen van toekomstige adopties, de nazorg in het algemeen, alsook over de nazorg en mogelijke wegen tot herstel voor wie zich bij VCA heeft gemeld. (p.3 Nota Onderzoek van interlandelijke adopties)”

Vanaf juli 2019 ging het expertenpanel interlandelijke adoptie aan de slag en in september 2021 publiceerde het panel zijn eindrapport. In het eindrapport formuleerde het panel een twintigtal aanbevelingen, waarvan er negen betrekking hadden op ‘het omgaan met wanpraktijken uit het verleden’ en ‘herstelmogelijkheden na wanpraktijken’. De aanbevelingen gaan onder andere over de politieke erkenning van de gedane fouten en het daaruit voortkomende leed, het faciliteren van administratief en juridisch herstel bij wanpraktijken en een focus op herstel bij wanpraktijken in de nazorg voor geadopteerden.

Toch geen aandacht voor herstel

Kortom, voordat het nieuwe adoptiedecreet er kwam, is er door verschillende actoren, herhaaldelijk en expliciet, gewezen op de noodzaak van herstel met betrekking tot wat is fout gegaan bij (interlandelijke) adopties. Stomverbaasd was ik dan ook toen ik het nieuwe adoptiedecreet las. Geen van de aanbevelingen van het expertenpanel met betrekking tot herstel zijn opgenomen in het nieuwe adoptiedecreet. Überhaupt is er niets dat wijst in de richting van herstel, opgenomen in het nieuwe decreet. De woorden die in de memorie van toelichting worden gebruikt, wijzen mij zelfs op een tegenovergestelde intentie. Op de openingspagina van de memorie bij het nieuwe decreet lees ik:  "De Vlaamse regering gelooft in een toekomst voor interlandelijke adoptie". Ze geeft aan absoluut niet de bedoeling te hebben interlandelijke adoptie te stoppen of af te bouwen.

Steeds meer landen stellen zich de vraag of interlandelijke adopties wel op een veilige manier kunnen worden georganiseerd en steeds luidt het antwoord dat dit niet gegarandeerd kan worden

Dat Vlaanderen overtuigd is interlandelijke adopties voort te zetten, vind ik een forse uitspraak. Deze uitspraak vindt immers plaats in een periode waarin er nog steeds misstanden bij adopties naar buiten komen. In Vlaanderen, maar ook elders in Europa. Steeds meer landen stellen zich de vraag of interlandelijke adopties wel op een veilige manier kunnen worden georganiseerd en steeds luidt het antwoord dat dit niet gegarandeerd kan worden. Wat bijvoorbeeld wordt bevestigd door het verhaal van het geadopteerde jongetje Alex uit Colombia. Hij werd in 2022 naar België geadopteerd. In 2023 kwam naar buiten dat zijn adoptie op een frauduleuze manier is verlopen. Adoptiemisstanden zijn dus niet iets van het verre verleden.

Politici en actoren in het adoptielandschap blijven heel hard roepen dat het belang van het kind voorop staat bij adoptie. Maar als puntje bij paaltje komt, blijkt dit holle retoriek. Ja, huidig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin Hilde Crevits (CD&V) en het Vlaams Centrum voor Adoptie maakte het mogelijk om vragen en bezorgdheden bij adopties te melden zodat hier eventueel onderzoek naar gedaan kan worden. Ja, er is dus (even) aandacht voor de misstanden bij adopties. Maar wat met de lange termijn? Want vergeet niet dat nog steeds gezegd wordt, dat niet 100% verzekerd kan worden dat er geen misstanden meer plaatsvinden bij interlandelijk adoptie. Adoptie wordt voortgezet met deze kennis, maar hoe aan de slachtoffers tegemoet te komen behoeft blijkbaar geen garantie in wetteksten.

Een herhaling

Ik zie hier een herhaling van wat er gebeurde in kader van de bijzondere commissie over het Belgisch koloniaal verleden in Congo, Rwanda en Burundi. De bijzondere commissie werd juli 2020 opgericht in navolging van de Black lives matter-protesten. De bijzondere commissie moest een antwoord bieden op de vraag hoe om te gaan met het Belgisch koloniaal verleden en hoe herstel te bieden aan zij die hebben geleden en nog steeds lijden onder (de gevolgen van) het Belgisch koloniaal verleden.

De commissie verrichtte haar werk, deed onderzoek, formuleerde aanbevelingen, maar daarna strandde haar werk door politieke onwil. Parlementsleden raakten het niet eens over de mate van erkenning die België wilde geven over haar koloniaal verleden. Politici verscholen zich achter de angst voor herstelbetalingen, die een gevolg zouden kunnen zijn van politieke en/of koninklijke schuldbetuigingen. Een angst die Tom Ruyts, professor Internationaal Recht, in De Morgen (19 dec 2022)  als ‘volstrekt misplaatst’ bestempelt. Het werk van de bijzondere commissie kwam zo niet eens tot een fase waarin wetsontwerpen geschreven of beleidsrichtingen bepaald konden worden om erkenning te geven en herstel te bieden aan slachtoffers van het Belgisch koloniaal verleden.

Ook in deze situatie geldt dat slachtoffers niet tot het verleden behoren. Gemeenschappen lijden nu nog steeds onder (de moderne uitlopers van) het koloniaal verleden. Het is een schande dat slachtoffers in de kou blijven staan, dat hun lijden ontkend wordt en dat zij niet kunnen rekenen op herstel(gebaren).

Niet de pleger is bepalend bij herstel

Nu, een half jaar later, laten twee van de drie voormalige adoptiediensten, Ray of Hope en FIAC-Horizon, weten dat ze hun werkzaamheden stopzetten. Ik wil hopen dat die organisaties tot deze beslissing zijn gekomen met het befaamde ‘belang van het kind’ in het achterhoofd

Met betrekking tot het koloniaal verleden zien we dat ondernemingen die groot zijn geworden door hun koloniaal verleden ongestoord hun activiteiten kunnen voortzetten. De uitlopers van het kolonialisme in de ordening van de huidige maatschappij worden genegeerd. Slachtoffers van deze ordening worden zelfs als daders bestempeld via bijvoorbeeld migratie- of sociaal woonbeleid. Discriminatie en racisme op onder meer de woning- en arbeidsmarkt worden via onderzoek en praktijktesten aangetoond, maar er volgt geen beleid om dit aan te pakken. Voor geadopteerden geldt dat ze administratieve, juridische en psychologische gevolgen van adoptiemisstanden met eigen middelen moeten herstellen. 

Geadopteerden die zich negatief uitlaten over interlandelijke adopties, worden als verpesters van de sfeer neergezet, als uitzonderingen naast al die positieve verhalen. Ondanks het feit dat meermaals door onderzoek is bevestigd dat hun kritische blik terecht is. Interlandelijke adoptiediensten, met hun ‘juiste intenties’, zien zichzelf als de helden – of, na negatieve feedback, als de slachtoffers van het verhaal. Fouten die er zijn gebeurd, zijn naar hun zeggen incidenteel en wegen niet op tegen de goede intenties van adoptie. Wat misloopt lijkt nooit te zijn gebeurd door hun eigen toedoen. Echter, wel degelijk door hun toedoen is er al meer dan een jaar geen erkende interlandelijke adoptiedienst. In mei 2023 lanceerde de overheid een oproep om tot een eengemaakte adoptiedienst te komen. Logischerwijs waren de drie voormalige interlandelijke adoptiediensten (Het Kleine Mirakel, Ray of Hope en FIAC-Horizon) samengevloeid om expertise te verzamelen en best practices voort te zetten. Maar de diensten kozen ervoor om tegen elkaar te strijden in plaats van samen te komen in het belang van (toekomstige) geadopteerden. Uiteindelijk besloot minister Crevits in december, in afwachting van een nieuw adoptiedecreet, om voorlopig geen enkele interlandelijke adoptiedienst te erkennen.

Nu, een half jaar later, laten twee van de drie voormalige adoptiediensten, Ray of Hope en FIAC-Horizon, weten dat ze hun werkzaamheden stopzetten. Ik wil hopen dat de organisaties tot deze beslissing zijn gekomen met het befaamde ‘belang van het kind’, en in het verlengde, het belang van de geadopteerde in het achterhoofd. De organisaties zullen dit moeten bewijzen door, ondanks de beëindiging van hun activiteiten, verantwoordelijkheid te nemen voor het herstel van de door hen begane fouten.

Er mag op papier verschijnen dat er mensen leden en nog steeds lijden door een gevoerd beleid. Maar hier op (officieel) papier schuld voor bekennen is voor het merendeel van de politici blijkbaar steeds een stap te ver

Herstel stopt namelijk niet wanneer de pleger dat wil, herstel heeft pas plaatsgevonden wanneer het slachtoffer voelt dat het heeft kunnen helen van de daden van de pleger. Zowel in kader van adoptie als in kader van het koloniaal verleden zien we dat politieke pogingen tot herstel niet vertrekken vanuit het perspectief van de slachtoffers. Zogezegde herstelpogingen vinden steeds plaats vanuit het perspectief en de machtspositie van de verantwoordelijken voor het gevoerde beleid. Het zijn deze verantwoordelijken die bepalen hoe ver het herstel mag gaan, het zijn deze verantwoordelijken die bepalen waar de slachtoffers tevreden mee moeten zijn. Er mag op papier verschijnen dat er mensen leden en nog steeds lijden door een gevoerd beleid. Maar hier op (officieel) papier schuld voor bekennen is voor het merendeel van de politici blijkbaar steeds een stap te ver. En zelfs het formuleren van concrete herstelmaatregelen blijkt een onneembare stap voor beleidsmakers.

Kinderen wordt geleerd dat wanneer ze hun billen branden, ze op de blaren moeten zitten. Maar blijkbaar geldt dit gezegde niet meer als je volwassen wordt en (politieke) verantwoordelijkheid draagt.



Over de auteur:

Shashitu is geboren in Ethiopië en na adoptie opgegroeid in Nederland. Van jongs af aan had ze de drang om op te komen en er te zijn voor zij die het moeilijker hebben dan zij. Ze probeert dat in haar privéleven, op werkgebied en inmiddels ook door te schrijven. Ze hoopt zo een bijdrage te leveren aan een wereld die een klein beetje mooier en rechtvaardiger is.