Boekrecensie: Stilte is mijn moedertaal

In 'Stilte is mijn moedertaal' vertelt de Eritrees-Ethiopische schrijver Sulaiman Addonia het fictieve verhaal van Saba en haar broer Hagos: twee kinderen die de Eritrese onafhankelijkheidsoorlog ontvluchten. Onlangs werd bekend dat het boek zal worden verfilmd én vertaald in de moedertaal van Addonia, het Tigrinya. Contributor Tess Van Deynse schreef een recensie.

Saba en haar zwijgzame broer Hagos vluchten uit Eritrea en komen terecht in een vluchtelingenkamp in het buurland Soedan, dichtbij de grens van Eritrea en Ethiopië. Het verhaal speelt zich ongeveer in 1970 af. In die tijd is er in beide landen een burgeroorlog, want Eritrea wil onafhankelijk van Ethiopië worden.

De levensomstandigheden in het kamp zijn echter nog erger dan thuis. Doordat het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van het meisje Saba, is het boek een feministisch portret. Er heerst een constante dreiging van geweld, onder meer van genitale verminking. Saba droomt er ondertussen van om geneeskunde te studeren. 

In het kamp is Saba vooral bezig met de zorg van haar broer Hagos. Hij heeft in zijn jonge jaren een trauma opgelopen. Daardoor is hij psychisch niet in staat om te praten. Saba en Hagos vluchten dan wel eens in hun fantasiewereld. De andere vluchtelingen begrijpen dit niet, en kijken met argwaan naar de zus en broer. Iedereen is voortdurend bezig met overleven.

Saba en Hagos vluchten wel eens in hun fantasiewereld. De andere vluchtelingen begrijpen dit niet, en kijken met argwaan naar de zus en broer

Het verhaal geeft de ruimte aan de realiteit van de vluchtelingenkampen, omdat de belevingen van Saba en Hagos op een onverbloemde manier worden verteld. Ook de wreedheid is telkens ongecensureerd. Dat gaat om zowel fysiek als geestelijk geweld. Niet zoals in Hollywoodfilms, want er zijn geen helden en slechteriken in het verhaal. Het verhaal van Saba is fictief, maar wel gebaseerd op de ervaringen van auteur Sulaiman Addonia als vluchteling. Inmiddels woont Addonia in Brussel.

In het vluchtelingenkamp zijn mensen vooral met overleven bezig en maken er het beste van. Zij zijn niet vrij van vooroordelen en foutieve ideeën. Omdat iedereen in dezelfde precaire situatie zit, is iedereen ook een potentiële vijand. Westerse buitenlanders komen dan weer met goede bedoelingen om iedereen te helpen, maar hun paternalistische bemoeienissen vallen niet in de smaak.

Dit realistische beeld van vluchtelingenkampen komt niet snel in de mainstream media, omdat het verhaal vanuit perspectieven wordt verteld die we niet gewend zijn, en het daardoor niet altijd gemakkelijk is om te volgen. Omdat het verhaal niet in chronologische volgorde wordt verteld, en er vaak wordt afgewisseld met flashbacks en flashforwards. Daardoor is het verhaal soms wat te abstract om goed te volgen voor mensen die weinig weten over de achtergrond van vluchtelingenkampen en de burgeroorlog in Eritrea en Ethiopië.



Over de auteur:

Tess Van Deynse heeft autisme en normale begaafdheid. Die–een non-binair persoon, maar op de officiële documenten staat er nog steeds een “V” bij geslacht erop–volgde buitengewoon onderwijs tot en met het secundair onderwijs. Daar kreeg die te weinig kansen, om zich te ontplooien en dus is die vrijwilliger en activist voor een inclusieve wereld voor mensen met en zonder beperkingen bij verschillende organisaties. Tess is ook elders actief in de milieu, kunst- en mensenrechtensector.