Brief aan Luckas en de wereld

Ann Van Vaerenberg schreef een antwoord op de open brief die Luckas Vander Taelen tot Dalilla Hermans richtte.
Brief aan Luckas en de wereld

Iemand die ook gepest werd om iets waar hij zelf niet voor gekozen heeft en waar hij niets aan kan veranderen zou net meer empathie kunnen opbrengen tegenover 'gekleurde' mensen. Net omdat hij weet hoe oneerlijk en pijnlijk het is.

 

Dag Luckas,

Ik wil het met jou even hebben over je brief aan Dalilla Hermans: 'Beste Dalilla er is niks racistisch aan dat jongetje'. Ik kruip niet zo snel en ook niet zo graag in mijn pen. Ik hou meer van het face-to-face gesprek. Maar af en toe kan ik het niet laten. Zoals nu. Voor de volledigheid: ik ben geboren en getogen in België en heb net als Dalilla Afrikaanse roots.

Wat 'dat jongetje' betreft, kan ik kort zijn. Ik deel de kritiek van Dalilla: stereotiepe beeldvorming is niet meer van deze tijd en moet worden aangepast. Ik zal er verder niet op ingaan. Ik wil de kwestie immers ruimer bekijken en ingaan op het thema 'racisme'.

Ik persoonlijk vind 'racisme' een zwaar beladen term en ik vind dan ook dat ik er uiterst omzichtig moet mee omspringen. Ik neem de term niet gauw in de mond en zal niet snel iemand een racist noemen, ook jou niet.

Structureel racisme

In je brief aan Dalilla schrijf je: “Racisme is niet voorbehouden aan allochtonen of mensen met een andere huidskleur. Als roodharige jongen werd ik vaak geconfronteerd met onaangename opmerkingen.” Meen je dit nu echt Luckas? Je gaat mij nu toch niet zeggen dat jij definitie van racisme niet kent. Ik citeer Van Dale (volgens mij een onverdachte bron):

ra·cis·me (het; o)1 theorie die de superioriteit van een bep. ras verkondigt 2 discriminatie op grond van iemands ras.

Jij beweert dat je weet wat racisme is omdat je rood haar en flaporen hebt en daar voor gepest werd. Voor alle duidelijkheid, ik keur alle vormen van discriminatie of uitsluiting af, dus ook gepest worden om je rood haar en flaporen. Maar is dit racisme? Volgens mij lijdt ook jij aan de verwarring waarvan sprake op Wikipedia: “Bij debatten over racisme is echter vaak sprake van verwarring over de precieze betekenis of implicatie van deze term.”

Door uitspraken als de jouwe wordt het bestaan van structureel racisme onder de mat geveegd. Meer nog, volgens jouw logica bestaat het zelfs niet. En dat Luckas, vind ik een groot probleem.

Er zijn genoeg onderzoeken die aantonen dat uitsluiting op de huur- en arbeidsmarkt omwille van je etniciteit en afkomst een reëel probleem zijn. Maar over uitsluiting van mensen op de woningmarkt of arbeidsvloer op basis van hun haarkleur heb ik nog niet gehoord.

De R-test

Helaas kan ik de cijfers ook aanvullen met allerlei persoonlijke anekdotes. Ik zal je niet vervelen met ze allemaal aan te halen. Maar toch twee vragen aan jou hieromtrent. In mijn vragenlijst zal ik 'Rosse' (jij dus) afkorten tot het 'R-woord' naar analogie van het 'N-woord', ook zoiets waar wij kleurlingen nogal gevoelig aan zijn:

  • Toen je op zoek ging naar een studentenkot, riep de kotmadam je vanuit het venster op de tweede verdieping toe: 'ik verhuur niet aan R.'
  • Toen je weer eens opgebeld werd voor een sollicitatiegesprek in 'La Flandre Profonde' zei je er, om de zoveelste teleurstelling en vernedering te vermijden, dan bij: 'ik ben wel een R'.

Het structurele racisme is reëel en schadelijk zowel voor het individu als voor de samenleving. Als je dat niet ziet dan getuigt dat voor mij van weinig gezond verstand. En hoewel het structurele racisme volgens mij hét issue is dat moet worden aangepakt op beleidsniveau wil ik het hier toch ook even hebben over die andere vormen van racisme.

Ze hebben namelijk ook een heel schadelijke invloed op mensen (waaronder kinderen) en hun (geestelijke) gezondheid. Ik ben ook hier ervaringsdeskundige.

Rauw racisme

Misschien vraag je je af waarom ik het zo opneem voor Dalilla. Wel, toen zij met haar verhaal naar buiten kwam was dat voor mij heel herkenbaar. Haar verhaal greep me heel erg aan omdat ook ik mij in mijn twintiger jaren heel slecht heb gevoeld. Op een bepaald moment zelfs zo slecht dat ik professionele hulp ben gaan zoeken (lang leve de goede therapeuten!).

Ik had net als Dalilla jarenlang geïncasseerd en gedaan alsof ik het aankon. Want als er iets was wat ik niet wou zijn dan was het wel een 'slachtoffer'. Maar wat mij nog het meest choqueerde was het feit dat Dalilla bijna twintig jaar jonger is dan ik en dat ze dezelfde en zelfs nog ergere dingen had meegemaakt.

In ons geval kan je wel degelijk stellen dat het racisme dat ons te beurt viel enkel en alleen draaide om onze huidskleur. We zijn immers beiden opgegroeid in een Vlaamse gezin, spreken de taal en zelfs het plaatselijke dialect. Dat het rauwe racisme nog altijd bestond kwam bij mij bijzonder hard aan. Als je de details wil, lees Dalilla's boek 'Brief aan Cooper en de wereld'.

Inlevingsvermogen

Dit brengt me bij je uitspraak "Daarmee krijg je misschien veel applaus uit eigen rangen, maar oogst je vooral veel onbegrip." Deze uitspraak is ronduit gratuit. Zij en ook ik vinden dat er nog te veel (al dan niet onbewust) racisme is. We steken onze nek uit omdat we een betere wereld willen, voor onze eigen (gekleurde) kinderen en voor iedereen die anno 2017 nog altijd wordt benadeeld omwille van zijn huidskleur en afkomst. Noem ons gerust wereldverbeteraars, ik vind dat geen scheldwoord. In Dalilla’s boek, bijvoorbeeld, staat ook te lezen wat haar drijfveer is.

Jij werd in je jeugd gepest omwille van je rode haar en je flaporen. Ik herhaal nog eens dat ik dat niet wil minimaliseren. Maar ik dacht ook dat iemand die ook gepest werd om iets waar hij zelf niet voor gekozen heeft en waar hij niets aan kan veranderen net meer empathie zou kunnen opbrengen tegenover 'gekleurde' mensen. Net omdat hij weet hoe oneerlijk en pijnlijk het is. Want, citaat, “Het komt erop aan dat niemand zijn gevoeligheden belangrijker vindt dan die van de anderen”, toch?

Weet je Luckas, hoe ouder ik word hoe meer ik besef dat inlevingsvermogen weinig of niets te maken heeft met de opleiding die je al dan niet genoten hebt. Ik merk dat het voor sommige 'gestudeerde', 'witte' mensen moeilijk is om zich in te leven in pakweg iemand van Afrikaanse origine. Ik begrijp ook dat het moeilijk is om in de huid van iemand anders te kruipen (als dit nu eens mogelijk was! Dan konden we een paar dagen ruilen.)

Verder met de R-test

Ik zou graag nog even doorgaan met mijn R-test. Ik weet het niet met zekerheid maar misschien kan hij helpen bij de inleving:

  • Toen je in je prille tienerjaren de bus naar en van school nam, kwamen de mensen steevast niet naast jou zitten (terwijl de bus overvol was) omdat je een R bent?
  • Toen je op 1 september voor het eerst naar het secundair ging kreeg je, voor de hele klas, de vraag van je klastitularis of je vader een R is?
  • Toen je op je op de terugweg van school het café van de lokale motorbende (met white supremacy-sticker aan de deur) passeerde, riepen ze je steevast toe dat je terug naar het land van de R ofte het oeRwoud moest?
  • Toen je in je twintiger jaren op café ging, zei de cafébaas (niet zonder gêne) dat er mensen in zijn café kwamen die liever niet hadden dat er ook een R aan de toog zat?
  • Toen je in een ander café zat, werd je van je stoel gekeken door stoere kerels en dreigden ze tot de cafébaas dat ze zijn café kort en klein zouden slaan als die R er de volgende keer nog zat?

Vervang het R-woord door het N-woord en ik kan al deze vragen 'positief' beantwoorden.

Je begint weer over Zwarte Piet. Heeft Dalilla ooit gezegd dat ze die wil verbannen? Nee. Wat ze wel heeft gezegd is dat ze het een goed idee vindt om de figuur aan te passen, zoals voorgesteld in het Pietenpact. Meer niet. Maar ze kreeg quasi heel Vlaanderen over zich heen. Ook hier deel ik haar mening: stereotiepe beeldvorming heeft zijn tijd gehad en moet worden aangepast.

Waarom je over de (eventuele) verwijdering van de standbeelden zo'n ongenuanceerde en defaitistische toon aanslaat is mij een raadsel. Je ziet de dekolonisatie gebeuren in andere landen. Waarom zou er hier niet mogen over nagedacht worden en actie ondernomen worden?

Jij zegt in je brief ook: "ik ben nogal gevoelig voor de opdringerigheid van religies". Wel, ik begin stilaan nogal gevoelig te worden voor de opdringerigheid waarmee jij en anderen mij komen vertellen wat ik al dan niet racistisch mag vinden en hoe ik mij daar wel of niet moet bij voelen.

Hoop in de toekomst

Maar toch ben ik hoopvol. Ik werkte jarenlang met kinderen van de derde graad lager onderwijs rond beeldvorming en stereotypering en ik koester die gesprekken nog steeds. Telkens weer stond ik versteld van zoveel wijsheid en fijngevoeligheid. Sommigen toonden zich ook heel kritisch tegenover hun ouders als die in stereotypen vervielen.

Ook als ik naar mijn eigen kinderen en hun vrienden kijk ben ik hoopvol. Ik illustreer het graag met een anekdote die op mijn netvlies gebrand staat. Tijdens een vakantie in Frankrijk zaten we op een avond aan het kampvuur. Het was een bont jeugdig gezelschap: mijn 'gekleurde' tienerzoon, enkele 'witte' jongens en een half Syrische jongen. We zongen geen Kumbaya-liederen maar we tapten moppen, ook vuile. Hoewel het N-woord niet was gevallen zei mijn zoon: 'ik kan tegen negermoppen hoor', waarop zijn 'witte' vriend vroeg: 'zeker'?

Er volgden moslimmoppen, waarop de half Syrische jongen zei: 'ik ben moslim', waarop mijn zoon zei: 'ben jij moslim?'(dat was hem ontgaan) 'dan zal ik die mop niet vertellen' waarop de ander lachend zei 'maar jawel!' En natuurlijk werden er politiek-niet-zo-correcte moppen getapt en passeerden ook de 'domme blondjes' de revue. En we lagen allemaal plat.

Wat me hier zo opviel was hoeveel respect ze toonden voor elkaar. Plezier maken, lachen en tegelijkertijd rekening houden met elkaars gevoelens was een evidentie. Ik vond dat schoon.

Hoewel ik getwijfeld heb (gaan ze hetzelfde moeten meemaken als ik) ben ik blij dat ik kinderen op de wereld heb gezet. Ik leer voortdurend bij, ze corrigeren mij als ik te betuttelend ben (komaan mama wie zegt nu 'homootje',wij zeggen 'gay') en ik vind het fantastisch. Het respect voor elkaars anders-zijn dat ik bij mijn kinderen en hun vrienden zie, geeft mij hoop.

Hoop in de toekomst. De jeugd is de toekomst.

Vriendelijke groeten

Ann Van Vaerenberg